oudwwijk
Digitaal erfgoed

Poppers – Weideman – Hazewind

IN BEWERKING



In 1878 beginnen MOZES MEIJER POPPERS met zijn twee broers JACOB MIJER POPPERS en EFRAIM MEIJER POPPERS een vennootschap van weverij en bleekerij. Genaamd: Firma M.M.POPPERS.

Alle drie zijn zooons van Mozes Simon Poppers (1765-1851) en zijn tweede echtg. Brandjen Urbach (1794-1875).
Mozes Simon kreeg met zijn eerste echtg: 7 kinderen en met Brandjen 9 kinderen.

Mozes Meijer Poppers

Geb: 03-03-1829 Winterswijk
Ovl: 12-05-1906 Winterswijk
Echtg: Helena Heimans
Geb:04-05-1837 Heerenberg
Ovl:29-12-1905 Winterswijk
Kinderen: 8

Ephraim Meijer Poppers

Geb: 13-10-1834 Winterswijk
Ovl: 24-12-1899 Winterswijk
Echtg: 28-05-1869 Vorden
Betje Windmuller
Geb: 10-08-1843 Vorden
Ovl: 29-12-1877 Winterswijk
Kinderen: 3
Echtg: 24-12-1878 Waalwijk
Naatje Zeckendorff
Geb: 26-06-1849 Waalwijk
Ovl: 23-12-1909 Winterswijk
Kinderen: 7
Zoon: Meijer Poppers (1871-1943) Spoorstraat 44

Jacob Meijer Poppers

Geb: 30-12-1836 Winterswijk
Ovl: 09-02-1902 Winterswijk
Echtg; 05-11-1879 Groningen
Roosje Levie
Geb: 06-11-1854 Groningen
Ovl: 08-11-1924 Winterswijk
Kinderen:

1878, Alg.Handelsblad

PLM.1890 neemt MOZES MEIJER POPPERS het stoomweverijtje van Richard Johan Balthazar  Derricks (1853 Wisch- 1902 New Yersey USA) aan het Hilbelinkspad over.
Richard Johan Balthazar  Derricks is getrouwd met  Hermina Huberta Arnolda Goossens
Zij vertrekken naar Amerika.

ZONEN MOZES MEIJER

Mozes Meijer Poppers en Helena Heimans krijgen 8 kinderen (4Z/4D), waarvan drie zonen de volwassen bereiken

MEIJER MOZES Poppers (1864-1933)

Geb: 18-09-1864 Winterswijk
Ovl: 1933
Fabrikant
Wethouder-ridder in de orde van Oranje Nassau
Echtg: 04-07-1894: Groningen
Marianne Polak
03-04-1870 Groningen
01-12-1931 Amsterdam
Kinderen: 3
A. Helena 22-12-1895 -01-07-1925
B. Bartha 12-02-1897 – 08-07-1973 Echtg: Heiman van Hasselt
C. Carel Maurits 01-08-1898 – 10-08-1898

SAMUEL (Samuël) Poppers (1873-

Geb: 11-01-1873 Winterswijk
Ovl: 21-05-1943 Sobibor
Fabrikant
Echtg: 11-07-1905 Alkmaar
Anna Prins
Geb:08-02-1878 Alkmaar
Ovl: 21-05-1943 Sobibor
Spoorstraat 44
Kinderen:2
1.MOZES MEIJER POPPERS: 04-05-1906 – 07-12-1986 (MOU)
Echtg: Betty Poppers-Prins
2. Roosje Helena Poppers
Geb:07-06-1909 Winterswijk
Ovl: 04-06-1943 in Sobibor
Echtg: 30-07-1942 Maartensdijk
Nathan Joseph Engelsman
Geb: 01-09-1917 Weesp
Ovl: 01-06-1943 Sobibor

BENJAMIN Poppers (1878-1943)

Geb: 29-08-1878 Winterswijk
Ovl: 21-05-1943 Sobibor
Fabrikant:
Echtg: 01-03-1910 Haarlem
Alida Davidson
Geb:13-04-1886 Haarlem
Ovl: 21-05-1943 Sobibor
Kinderen: 1
1.Helene Hetty Poppers Geb: 25-11-1911


Hiervan zal de zoon van SAMUEL POPPERS het bedrijf hebben voortgezet.

MOZES MEIJER POPPERS: 04-05-1906 – 07-12-1986 (MOU)

Geb: 04-05-1906 Winterswijk
Ovl: 07-12-1986 Amsterdam
Fabrikant
Echtg: 1939
Betty Poppers-Prins
Arts
Geb: 09-10-1900 Amsterdam
Ovl: 02-12-1992 Amsterdam
Kinderen: 1
Adelheid Rosette Poppers (05-11-1941 – 19-04-1943)

22-02-1940 , Delpher
De Mej. betreft hier waarschijnlijk Roosje Helena Poppers , de zus van MOU/


In SEPTEMBER 1941 kwam door de oorlog W.H.Weidemann (geb:1906) als BEHEERDER bij Firma M.M.Poppers.

Wilhelm Heinrich Weidemann

Geb: 05-07-1906 Bocholt
Ovl: 26-01-1988 Winterswijk
Echtg:
Louise Maria Boing
Geb:
Ovl:

September 1941
20 september 1941, Tubantia

1940-1950

1941: September
I.o.m. M.M.Poppers mede-eigenaar W.H.Weidemann onder de
naam: ‘Weidemann Weverij & Confectie’
Beide voor 50%.
M.M.Poppers moest onderduiken.
1942-1950: Sterke groei firma. Van witgoed naar kleding.

Na de bezettingsjaren kwam M.M.Poppers terug in de firma.
Plm.1948 heeft MOU POPPERS zijn aandeel verkocht aan W.H.Weidemann die op zijn beurt op 01 december 1950 de naam firma M.M.POPPERS wijzigde in:

HAZEWIND KLEDINGINDUSTRIE NV

4 december 1950, Tubantia

1950: PLM. 350 WERKNEMERS

5 februari,1951 Tubantia



Weverij De Hazewind werd in 1964 gesloopt en volledig herbouwd.


In 1968 werd de nieuwbouw verkocht aan Blijdenstein-Willink en neemt Blijdenstein-Willink een groot deel van het bedrijf over, gevolgd door in 1973 het faillissement van Hazewind Kledingindustrie.

Zoon Leo Johannes Franciscus Weidemann (1936) stichtte oktober 1973 Hazewind Fashion BV.
Magazijn Hilbelinkspad Verkoop: Astoria Wooldseweg.
In 1989 werd het bedrijf beeindigd.

Lees verder

Ode aan al onze voorvaderen

ODE AAN AL ONZE VOORVADEREN IN DE TEXTIEL

STEUMER JAN

‘k Wet nog van den olden tied,
van ’n Wenters vol met steume
vader ging naor d’n Meyerink,
naor d’n Breistroom ging mien eume

Umme 6 uur wasten vader zich
biej de pompe met ieskold water
want jao, de luxe van ne douche,
dee kwam pas jaor’n later.

De bokse an en ’t boezeroen,
’t vake verstelde jesken
en in de tasse an d’n arm,
zien brood en drinkersflesken.

En deur de straoten van ’t darp,
alleene op in tröpkes,
dan lepen doezend klumpkes daor,
ower Wenters kinderköpkes.

Jao, ’s morgens vrog, veur zeuven uur,
begon ’t darp te lèven,
d’n eenen naor d’n andern stoom,
dee maanden het volk tot wèven.

D’n Witstoom, ’t eerste, dan d’n Pol,
de Tuunte leet zich heur’n 
nao ’t fluiten van d’n Meyerink,
dan mos ’t wal gebeur’n.

En in ’t darp naor de fabriek
in de straoten en de steggen,
was dan ’t steumervolk op pàd,
te vrog om völle te zeggen.

Wal honderd jaor gaf zo d’n stoom,
de Wenterswiekers èten
en wee den tied hef met-e-maakt,
dee zal ’t nooit vergèten.

Jao,klepperdeklep, was ’t lèven van
mien vader zaliger, steumer Jan

Zo ’s aovends teggen vief, zes uur,
dan zaten wie biej ;t fornuus,
unzen mooder bracht met ’n verhaal ,
gemeudelekheid in huus.

D’n kètel op ’t fornuus, dee zong,
’n heel vertrouweluk leedjen
en mooder stoppe sökke dan
of haakten ’n taofelkleedjen.

Toe mooder, vertel ons nog es van,
’t menneken oet de maone,
hoo kwam dat keèrlken daor ok weer,
wat hef-e daor edaone?

En mooder dacht dan biej zich zelf,
ok an d’n dag van morgen,
al waren de kindre dan gezònd,
dr waren altied zorgen.

Heur, klepperdeklep, zèe mooder dan,
daor kump oew vader,steumer Jan.

As ’n jungsken in dee olde tied,
bracht ik mien vader ’t èten
want jao, dat had d’n goeien man,
ok wal ens glad vergèten.

En as ik dan naorbinnen ging,
nao eèrst’ luk zeukeriej,
dan schrok ik miej zowat ne bult,
van ’t kabaal in de wèverieje.

Jas, as ’n schichtig vöggelken,
zocht ik dan tussen de töwwe,
bes dat ik endluk schreeuwn kon:
“Hier is ’t brood, mien vâ, daor buwwe!”.

Dan mocht ik efkes van mien vâ,
’t weèfgetouw hanteern,
en schot de spoole deur ’t good,
dat wo’j wal geèrne leèrn.

En klepperdeklep, zo ging iej dan,
met ’n “rap naor huus” van steumer Jan.

Och, leeven heer, waor is de tied,
waarvan ik heb e’schrèvvene,
waor bunt de steume met eur vòlk
in vredesname e-blèvvene?

Waor is d’n Jöddenstoom dan toch,
d’n Zwartstoom en de Bleeke,
d’n Meyerink van d’n Beuzenes,
met in d’n hof ne eeke?

Waor is d’n damp van ’t kètelhoes,
de machtige stoommesiene,
’t is allemaole al veurbiej,
dat dut ’n bètjen piene!

De kindere van DAT steumersvolk,
zee hebt nao grieze heure
en elken dag is d’r haoste weèr
wat anders veur de deure!

Maor, klepperdeklep, zo lange ik kan,
denk ik an vader……… steumer Jan!

B.Speelberg

Lees verder

Tuunte

Henricus Bernardus Marinus Müter
Geb:: 07-04-1883 Aalten
Ovl: 06-01-1971 Utrecht
Echtg: 03-01-1918 Amsterdam
Anna Margaretha Bernardina Leuven
Geb: 10-11-1893 Aalten
Ovl: 09-05-1993 Utrecht


1919: Fabrikant H.Müter uit Bredevoort bouwt een fabriek aan de Tuunterweg.
Stoomweverij De Tuunte: stoomweverij, machinekamer, ketelhuis en kantoren.

Maandag 18 oktober 1920 werd de fabriek stopgezet en iedereen ontslagen door gebrek aan werk.

Later wordt er weer doorgestart maar ook eind 1921 wordt iedereen ontslagen ,waarna in juni 1922 de fabriek wordt geveild en gekocht wordt door Dhr.Eugenius Petrus Fornier (1880-1936) (dir.Rotterdamse Bank in Groenlo) en Dhr.Herman Driessen uit Aalten.



1931:
Naam: “Weverij en Confectiefabriek De Tuunte NV”
1931:
H.A.Huijskes mede-directeur als beloning voor zijn inzet.
Aantal werknemers: plm.30
Huishoudtextiel: wafel- en vaatdoeken, thee- en poetsdoeken, bad- en handdoeken en lakens.

1938:
Paul P.C. Fornier (zoon) (geb.1915-ovl.1964) mede-directeur.
(1964 omgekomen samen met zijn vrouw noodlottig ongeval Australie)
1940:
Bouw spoelerij en scheerderij.
1941-1945:
Directie zet productie stil. 
Gebouw door de Duitsers in beslag genomen en ontruimd. 
Opslagplaats voor levensmiddelen: o.a. boter, dranken en tabak.
Nacht voor de bevrijding, toen de Duitsers overhaast het land verlieten, haalde de Winterswijkse bevolking de opslagplaats leeg.

1950:
Suceance van betaling: H.A.Huijskes nam grootste deel aandelenpakket over. Nu een familie-bedrijf.
Werknemers terug gebracht van 300 naar 250. Filialen worden gesloten.

1958: Brand
1960: Overstroming.
1967: 27 maart
Overlijden Hendrikus Antonius Huijskes
Directie: R.J.Th.Huijskes technisch directeur, H.J.G.Huijskes verkoopdirecteur, F.L.M.Huijskes fin.economisch directeur.
Allen in de periode 1953-1961 in het bedrijf gekomen.

1972: Ook verkoop aan particulieren.
1980:
Nu ook “Tuunte Fashion” met filialen in Winterswijk, Wierden, Vorden, Didam, Terborg, Lichtenvoorde, Zevenaar, Aalten en s’Heerenberg.

1990:
Verhuizing naar de Laan van Hilbelink (voormalige fabriek Meijerink en Zonen)
1993:
Bedrijf overgenomen door Rootinck Beheer BV (schoonzoon H.Huijskes)
1995:
FHuijskes en H. Huijskes kopen het pand aan de Laan van Hilbelink en verhuur aan Weverij en Confectiefabriek De Tuunte en centraal magazijn Tuunte Fashion.

1999: Plm. 100 mensen werkzaam bij de Tuunte-bedrijven.

Links Dhr.Huijskes, Rechts Fornier
4e links boven: Leo Groot Bruinderink
2e rij rechts de eerste dame is Anneke Froeling Rave, daarnaast staat haar oudere broer Johan Rave li. Kobus Eijkman re.
11 maart 1973, Telegraaf
Begin jaren ’90
Freddy,Harry en Reinier Huijskes
en Benny Pampiermole

Tuunte Mode Wooldstraat
Foto: Wint.weekkrant met dank aan Jan Heijnen
Lees verder

Batavier

Jao, wee met spinnen
Den kost wil winnen,
Den mot zik naerig wèèrn,
Den mag wal ’s morgen vroo beginnen
En de botter nog dunnekes smèèrn.

Batavier handweverij Gebouwd: 1835
gesloopt 1914
Hoek Zonnebrink-Verl.Ratumsestraat

Jan Willink (geb: 1831) werd door zijn vader Abraham Willink naar het buitenland gestuurd om een textielopleiding te volgen.

Op 1 juli 1866 werd schuin aan de overkant op de Zonnebrink de nieuwe batavier gestart.

De oude fabriek werd opgebouwd tot zes arbeiderswoningen.
In 1869 kwam Willem Paschen (een neef, zoon van zijn zus, Maria Geertruid) in het bedrijf en werd voortgezet onder de naam:
Firma J.Willink & Paschen.  

W.Paschen
5 april 1909, Arnh.courant
10 april 1909, N.v.d.D
Tubantia
Foto: Inge Klein Gunnewiek
Plm.1900


Jan Willink ging zich steeds meer toeleggen op zijn spoorplannen en droeg zijn werk in 1879 over aan zijn beide zonen:

1 oktober 1902 werd de naam: N.V.Bontweverij “De Batavier” v/h J.Willink & Paschen,

Willem Paschen is overleden in 1909 te Monte Carlo.
Na het overlijden van Abraham Willink in 1913 kwamen zijn zoon J.Willink Azn. (geb.1882) en A.J.Willink (Bram), zoon van Jan Hendrik in de directie.
In 1921 trad Jan Hendrik Willink af.

In 1931 werd J.G.Korteling in de directie opgenomen.

Foto: Het Museum

Groote Brand in Winterswijk

ZATERDAG 4 DECEMBER 1937, Utrechts Nieuwsblad

GROOTE BRAND TE WINTERSWIJK

BONTWEVERIJEN “DE BATAVIER” GEHEEL VERWOEST

DE SCHADE BEDRAAGT ONGEVEER KWART MILLIOEN

Ongeveer driehonderd en vijftig arbeiders zijn door dezen brand tot werkloosheid gedoemd.

Winterswijk,4 dec. Hedennacht te ongeveer kwart voor twee is brand uitgebroken in de bontweverij “De Batavier” v.h. firma J.Willink en Paschen, gelegen aan de zonnebrink, in de kom der gemeente.
Deze fabriek, waar in normalen tijd een achthondertal arbeiders werkzaam zijn, staat op het oogenblik in lichte laaie. En de hoog opgaande vlammen zetten de geheele omgeving in rooden gloed.
De brandweer te winterswijk is met groot materiaal uitgerukt, daar de fabriek aan alle zijden begrensd wordt door perceelen, welke groot gevaar loopen door de geweldige vonken regen welke naar alle zijden uitspat. Omtrent de oorzaak is tot nog toe niets bekend.
Onmiddelijk, nadat men voorzag, dat de brand een groote uitbreiding zou aannemen, werd ook de assistentie in geroepen van de brandweer van omliggende plaatsen.
Hoewel het vuur de fabriek, waarin de brand is uitgebroken, totaal heeft verwoest, mocht vroeg in de morgen geconstateerd worden, dat de brandweer erin geslaagd is, een ramp, welke op zeker oogenblik dreigde, te voorkomen. Zij is er in geslaagd den hevigen vuurgloed, die dreigde over te slaan naar een aantal aan de overzijde van de straat gelegen gebouwen, waar eenige perceelen reeds vlam hadden gevat, tijdig te stuiten.
Het was omstreeks half twee vannacht, toen eenige commiezen die op nachtpatrouille waren, in het achterbouw van de bontweverij ” de Batavier” , v.h. J.Willink en Paschen, een hevigen vuurgloed ontdekten. Ook eenige bewoners uit de omgeving die wat laat naar bed gingen, bemerkten ongeveer gelijktijdig dat er brand in de fabriek was uitgebroken. Onmiddelijk werden de brandweer en de plaatselijke autoriteiten gewaarschuwd, terwijl ook in de nabijheid wonende machinist werd geroepen. Hij was een der eersten, die met eenige personen, die het vuur ontdekt hadden, ter plaatse kwamen. 
Deze laatsten gingen de fabriekspoort binnen en begaven zich naar de achter het voorgebouw gelegen binnenplaats. Hier sloegen de loeiende en brullende vlammen, die gretig voedsel vonden in het laag opgetrokken oude deel van de fabriek, hen tegemoet.
Daar Winterswijk slechts over 1 motorspuit – naast de handspuiten, welke op de waterleiding werken- beschikt, achtte de burgemeester, de heer J.A.R.Bosma, die spoedig na de ontdekking van den brand ter plaatse verscheen, het wenschelijk de hulp in te roepen van de motorspuiten van Aalten, Groenlo en Lichtenvoorde. Van deze heeft echter alleen de motorspuit uit Aalten medewerking behoeven te verleenen, daar, toen de andere motorspuiten op de plaats van den brand kwamen, men het vuur zoover meester was, dat voor verdere uitbreiding niet behoefde te worden gevreesd.

HULP VAN BUITEN
De brand is ontstaan in de eigenlijke bontweverij. Door den fellen wind sloeg het vuur over naar de spoelerij, de pretteerderij en de ververij, welke afdeelingen in het drie verdiepingen hooge voorgebouw waren gelegen. Als een brandende fakkel, die tot ver in den omtrek zichtbaar was, stond de fabriek in den donkeren winternacht, de directe omgeving hel verlichtend.
Op zeker oogenblik sloeg het vuur over naar de gebouwen, welke aan de andere zijde van de Willinkstraat zijn gelegen en vatten de gereformeerde kerk, de societeit “de Eendracht” en een zestal particuliere woningen vlam. Het was toen, dat vaststond, dat er van de fabriek zelf niets meer te redden viel en dat de brandweer, werkende met zestien stralen, zich er in hoofdzaak toe beperkte, de reeds aangetaste gebouwen te behouden en verdere uitbreiding te voorkomen. Daarin is de brandweer, zooals gezegd, geslaagd. Wel hebben al deze gebouwen aan de buitenzijde  brandschade gekregen en enkele particuliere huizen zooveel waterschade op geloopen, dat zij op het oogenblik onbewoonbaar zijn,  doch het vuur is gestuit. Fel woedde het vuur den geheelen nacht in de fabriek. Nu en dan stortte een gedeelte van de gebouwen in, of vielen machines van de hoogste verdieping door de vernielde vloeren naar beneden, daarbij steeds het vuur doen oplaaiend. Met man en macht  werd gewerkt om het vuur te stuiten aan den eenen kant, om te redden wat er te redden viel aan den anderen kant. Uit het directiekantoor, dat door een brandmuur van de eigenlijke fabriek is gescheiden, werden de boeken en belangrijke bescheiden gehaald en voorloopig ondergebracht in de nabijheid gelegen Rijks Hoogere Burgerschool. Ook uit de gebouwen aan de overzijde van de straat, welke door de bewoners moesten worden ontruimd, werd zooveel mogelijk gered.

TOT STAAN GEBRACHT
Heden morgen tegen zes uur stond wel vast, dat verdere uitbreiding van den brand niet te vreezen is. Van toen af kon aan de nablussching, welke met acht stralen hedenmorgen om negen uur mog voortduurde, worden begonnen. Van de fabriek is niet veel meer over dan eenige stukken muur.

Het gedeelte van de Willinkstraat nabij de fabriek toont een beeld, als na een bombardement. Het geheel is een groote ruine en het verkeer door de straat is onmogelijk geworden. Dit moest worden omgelegd. tengevolge van dezen brand kan ook de tweede fabriek “De Pol” van dezelfde onderneming niet werken, daar de transformatorinrichting in de afgebrande fabriek was gevestigd en de tweede fabriek derhalve nu zonder stroom zit. In totaal zijn daardoor voorloopig driehonderd vijftig werkloos. Bovendien zullen de weverijen van Poppers en de stoomweverij van Meijerink vandaag moeten stilstaan, daar het provinciaal electriciteitsbedrijf in verband met mogelijk groot gevaar, ook de stroom naar deze fabrieken heeft afgesneden.

Hoe groot de schade zal zijn, kon hedennacht nog niet worden vastgesteld. Deze zal zeker ongeveer een kwart millioen gulden bedragen.
De oorzaak van de brand kon nog niet worden vastgesteld. Er is gisteren op de gewone wijze in de fabriek gewerkt en toen het personeel de fabriekslokalen verliet, was er niets bijzonders aan de hand. Voor zoover bekend zijn de gewone controle maatregelen genomen.
Behalve de burgemeester waren nog verscheidene andere plaatselijke autoriteiten op het terrein van den brand aanwezig. Ook de drie directeuren der onderneming, de heeren J.Willink, A.J.Willink en J.G.Korteling verschenen spoedig na het uitbreken van den brand ter plaatse.
Gedurende den nacht was er niet veel publiek op de been, doch in de loop van den ochtend had de politie druk werk met het afzetten van de omgeving van de fabriek. 

Overleden 19 maart 1940, Volkskrant
23 April 1914
Nieuwe ketel Stork
De Pol
Tekening van Dugteren
Technische Dienst
Met  V.L.N.R.: Herman ten Hagen, ??  ,??, Cees Kuiperij?,  Derk v.d. Berg 
Batavier Plm.1960
Onderste rij v.l.n.r.: Gerrit Klein Langenhorst, Henny Wevers, ????, ?Grevink, Geert Ubbing,Johan Kempers, Willem Maas, Jan Meijberg
Tweede rij v.l.n.r: Gerrit Kobus, ??????, ?????, ??????, Willem Woordes, Bernard Wevers, Bernard Dieker, ? Ansink
Derde rij v.l.n.r.: (6 personen): Harm Kluitenberg, Willem ter Haar, Jan Heinen, Bennie Onnink, ? Grevink, Jan Bruggers.
Vierde rij v.l.n.r.: (5 personen): Kas de Vries, Gerrit ter Haar, Berend ter Haar, Gerhard Jansink, Gerrit van Diek
Vijfde rij  v.l.n.r.: (6 personen): ??????, Navis?, Marinus Arendsen, ?????, Derrek van Eerden, ??????

De eerste Batavier

Onlangs werd medegedeeld, dat de oude fabriek „de Batavier” door de Coöperatieve Winkelvereeniging was aangekocht, om aldaar een winkel te openen.
Zoo zal dan spoedig het gebouw verdwijnen, waarom wij vermeenden goed te.doen hiervan een reproductie te geven, waardoor aan het nageslacht getoond kan worden, waar de belangrijke industrie, waaraan de gemeente Winterswijk mede hare snelle ontwikkeling te danken heeft, het eerst zetelde.
Sinds jaren heeft de oude fabriek dienst gedaan als woonverblijf voor arbeidersgezinnen, zooals onze afbeelding te zien geeft.
Vroeger bestond, evenals in andere gemeenten van onzen achterhoek, de huisindustrie en voornamelijk was dit het geval met het weven en spinnen. Zoowel in het dorp als in de buurtschappen, zoo vertelt ons de heer B. Stegeman in zijn „Winterswijks Verleden”, trof men zelden een huisje aan, of men hoorde er het spinnewiel snorren of het weefgetouw klepperen. Hoe geheel anders is dat tegenwoordig.
De spinnewielen zijn verdwenen en in de buurtschappen alleen vindt men die soms nog in een hoekje op den hooizolder staan.
In huis worden geen .weefgetouwen meer aangetroffen. De huisindustrie beeft plaats moeten maken voor de snellere en goedkoopere productiewijze in de fabriek.
Machines, reeds in andere landen in gebruik, bracht den huiswever in verlegenheid, terwijl de nieuwe grondstof, katoen, met het linnen in concurrentie kwam, redenen waarom de huisindustrie gestaakt moest worden om voor het moderne fabriekswezen plaats te maken.
Het machinale bedrijf werd in een ander gebouw, dan het hier afgebeelde, onder dak gebracht en het tegenwoordige complex van gebouwen doet zien, tot welk een ontwikkeling de katoenindustrie het gebracht heeft.
De katoenindustrie is nog steeds de voornaamste tak van industrie voor Winterswijk en wordt thans door meerdere firma’s vertegenwoordigd.
Meer dan 1000 arbeiders zijn in dienst dezer industrie.

Batavier 75 jaar

De N.V. Bontweverij „De Batavier”, v.h.’ J. Willink & Paschen, zal 1 Juli a.s. driekwart eeuw bestaan. Ook dit bedrijf kan prat gaan op een zeer belangwekkende historie, die aanvangt bij het snorrende spinnewiel en die weldra, dank zij het initiatief en den durf van zijn stichters, volkomen wordt gesynchroniseerd met de geschiedenis van stoom en electriciteit.
Langzaam maar zeker breiden zijn relaties zich uit, ver over de landsgrenzen heen. De Winterswijksche arbeider vervaardigt sarongs voor den Indiër. Heeft laatstgenoemde een slecht jaar, zoodat hij zich in een eenvoudiger baadje hult, zoo ondervindt het bedrijfsleven in een kleine
plaats in het Oosten van het kleine Nederland den terugslag. Machtig interessant is die grootsche wisselwerking. Ze heeft uit den aard der zaak haar voor en haar tegen. Het bedrijf biedt velen een bestaan, maar is juist in verband met zijn omvang en zijn connecties een uiterst gevoelige graadmeter voor de schommelingen der wereldmarkt. 

Dit zal zoo aanstonds duidelijker blijken, wanneer’wij iets vertellen over de geschiedenis van deze bontweverij en over haar stichters. Blijkensde kronieken begon „De Batavier” — aanvankelijk een stóómweverij — op 1 Juli 1866 met 52 getouwen te draaien. Eigenaar en oprichter wasde heer Jan Willink, zoon van Abraham Willink, door wiens nazaten de nu nog bestaande 3 Winterswijksche textielbedrijven H. Willink & Co.,de jubileerende bontweverij en de Tricotfabriek G. J. Willink werden opgericht. De eigenaar van het jonge bedrijf was allerminst een vreemdeling
in het Jeruzalem der textielindustrie, want hij bezat reeds een handweverij op de Zonnebrink en de vergeelde koopmansboeken vermelden in het jaar 1862 export van cotonettes en sarongs naar Padang. Trouwens, de heer Jan Willink stamde uit een reeds van oudsher te Winterswijk gevestigd linnenreedersgeslacht, dat reeds in’het begin van 1700 in wijden omtrek spinnen en weven liet en daarnevens ’n linnen- en wolhandel dreef. 
In 1869 kwam een neef, de heer W. Paschen in de zaak en verleende mede zijn naam aan de firma. Bedrijfschef was de heer Waters. Hoofdzakelijk legde men zich toe op de fabricage van de schier onverwoeste .halfwollen broekstoffen, later op bontgewevn katoenen stoffen, zoowel voor het binnenland als voor export bestemd.
In 1879 droeg de heer Willink zijn werkzaamheden over aan zijn zoons. A. Willink voor het technische en J. H. Willink voor het mercantische gedeelte van de zaak. Nog getuigt een gedenksteen van het vele werk, door wijlen den heer Jan Willink verricht voor het tot stand komen van betere verbindingen. Hij was de grondlegger voor de Ned. Westfaalsche en de Geldersch-Overijselsche lokaalspoorwegen.

Mede wegens uitbreiding der zaken werd de bestaande firma in October 1902 omgezet in de N.V. Bontweverij „De Batavier”, v.h. J. Willink & Paschen. In 1913 overleed de heer A. Willink.
Het was hem niet vergund zijn schepping „De Pol” in vol bedrijf te mogen zien. Na zijn dood traden zijn zoon, de heer J. Willink Azn. en de heer A. J. Willink, zoon van den overblijvenden directeur, in de directie.
Als wij denken aan de enorme ontwikkeling van de verfindustrie, aan namen als I.G. Farben en Defa, dan beseffen we, welke hooge eischen werden gesteld aan een bontweverij, die met haar collecties up-to-date wenschte te blijven. Een vergelijking tusschen de Nederlandsche en de Engelsche bontweverij toont duidelijk aan, dat het vaderlandsche product ongenaakbaar was voor de Britsche concurrentie, zélfs op de modieuze Burma-markt. Het Nederlandsche bedrijf is een geheel, d.w.z. het verft zelf zijn garens, finisht,- kalandert en verpakt.
Het Engelsche daarentegen is een zuiver weefbedrijf, laat het verven, finishen en opmaken over aan derden.

In nouveauté’s en kleurenvariaties won de Nederlandsche industrie het met glans. Haar zwakke zijde was evenwel het beduidend hoogere risico, groote. ongedekte kosten in geval- van slapte.
“De Batavier” heeft dat moeten” ondervinden.”
Gelijk andere .sarongwevers heeft men tijden gekend van voorspoed en van tegenslag. Toen de Japansche concurrentie eensklaps losbarstte, wankelde onze bontweverij even op haar grondvesten. Het was toen, dat van de 4 Hengelosche sarongwevers er slechts één overbleef. Op de binnenlandsche markt kreeg.men bovendien een zware concurrent aan het steeds beter wordende bontgedrukte goed en het tricotgeweven ondergoed. In die periode hebben de bontwevers met den rug tegen den muur voor hun bestaan moeten vechten en „De Batavier” heeft het gehaald.

Sedert 1936 bleek de inzinking overwonnen. In 1921 trad de heer J. H. Willink als directeur af.
Nieuwe mutaties volgden in 1931 ten tijde der groote moeilijkheden. De heer J. G. Korteling trad in de directie en wijlen de heer H. G. Dalenoord werd als bedrijfschef opgevolgd door den heer H. J. Voogd. Er is welhaast geen plaatsgenoot. of hij herinnert zich nog één der grootste branden, welke Winterswijk ooit teisterden.
In den nacht van 3 op 4 December 1937 was de hemel rossig gekleurd door een enorme vlammenzee, die met verbijsterende snelheid het verleden van „De Batavier” uitwischte. Van de oude fabriek restten slechts rookende puinhoopen. 

Als een Phoenix uit de asch herrees een nieuwe fabriek onder een verjongde directie. De heer J. Willink Azn. is overeenkomstig zijn wensch wegens gezondheidsredenen afgetreden. Zijn plaats werd ingenomen door A.Willink Jzn., terwijl de heer H. J. Voogd als onderdirecteur tevens een directieplaats innam. De heer Korteling trok zich eveneens om gezondheidsredenen uit de directie terug, doch blijft als gedelegeerd
commissaris voor „De Batavier” werkzaam. De onderlinge verhouding in het bedrijf mag goed genoemd worden. En wat zijn zakenrelaties aangaat: ter illustratie zij hier vermeld, dat er nog afnemers zijn, die 75 jaar geleden voor het eerst een order plaatsten.
Het jubileum valt in een moeilijken tijd, maar men vertrouwt ook ditmaal, de dreigende gevaren te’boven te zullen komen.

De eigenlijke herdenking zal een sober karakter dragen. In de ochtenduren van 1 Juli hopen directie en personeel een feestelijke bijeenkomst te organiseeren; des middags vindt een receptie plaats ten kantore.

Brand Batavier

03 MAART 1914
WINTERSWIJK,
Hedenmorgen brak brand uit in de droogkamer der bontweverij „de Batavier” te Winterswijk. De brand liet zich aanvankelijk ernstig aanzien. Binnen ren half uur was men echter het vuur meester.
Een groote hoeveelheid garens zijn verloren.

Kortsluiting

04 FEBRUARI 1926
WINTERSWIJK, 2 Febr.
Hedennacht zag een dienstdoende agent van politie vuur in de fabriek „de Batavier” alhier. Hij waarschuwde onmiddellijk den directeur van de
fabriek.
Het bleek dat er kortsluiting was ontstaan bij de electrische geleiding.
Met eigen krachten kon het vuur worden gebluscht.
Door het spoedige ontdekken is de fabriek voor een grooten brand vrij gebleven.

J.Willink Azn. overleden

10 AUGUSTUS 1959
Oud-directeur van „De Batavier”
Vrijdag 7 augustus j.l. is in het Algemeen Ziekenhuis te Winterswijk op 77-jarige leeftijd overleden de heer Jan Willink Azn, oud-directeur van de NV. Bontweverij „De Batavier” v.h. J. Willink en Paschen aldaar.
Vandaag heeft te Dieren de crematie van het stoffelijk overschot in alle stilte plaats gehad
De thans overledene genoot zijn opleiding aan de H.T.S. te Enschede en was van 1913 tot 1939 directeur van genoemde N.V.
Bij zijn aftreden als directeur werd de heer Willink tot commissaris van „De Batavier” benoemd. In het openbare leven van Winterswijk heeft de thans overledene vooral grote belangstelling aan de dag gelegd voor sociale vraagstukken en voor het verenigingsleven ter plaatse
Zo was hij van 1918 af eerst bestuurslid, later administrateur van de Nutsspaarbank, die door zijn grootvader Jan Willink (o.a. medestichter van de Geldersch-Overijsselsche Lokaal Spoorwegmaatschappij) was opgericht.
De heer Willink was voorts van 1919 tot 1931 lid van de gemeenteraad van Winterswijk en had in de twintiger jaren ook zitting in de Provinciale Staten van Gelderland.

Benoemingen bij De Batavier

10 MEI 1966
WINTERSWIJK —
Tot directeur van de NV Bontweverij „De Batavier” is benoemd de heer A. J. Borren, tot onderdirecteur de heer K.J. Stroes en tot procuratiehouder de heer W. B. Thomasson.

100 jaar Batavier

N.V. Bontweverij „DE BATAVIER” v/h J. Willink & Paschen Winterswijk
Op 1 juli a.s. bestaat onze vennootschap 100 jaar.
Belangstellenden zullen wij gaarne ontvangen op zaterdag 2 juli a.s. van
14.00—16.00 uur in Sociëteit „De Eendracht,” Zonnebrink alhier.
De direktie

Oud-directeur Batavier A. J. Willink (81 jaar) vandaag gecremeerd

13 JUNI 1969
WINTERSWIJK –
Vanmorgen is in Dieren het stoffelijk overschot gecremeerd van de heer A. J. Willink, oud-directeur van de N.V. Koninklijke Weverij de Batavier v/h J. Willink en Paschen te Winterswijk. De heer Willink is maandag op 81-jarige leeftijd in het Algemeen Ziekenhuis in Winterswijk overleden.
In 1913 werd hij benoemd tot directeur van de Batavier. Deze functie heeft hij gedurende veertig jaar vervuld, totdat hij in 1953 met pensioen ging.
Ook in het maatschappelijk leven van Winterswijk, waar de overledene zijn leven lang heeft gewoond, heeft de heer Willink een belangrijke rol vervuld.

Oud-directeur A.Willink overleden

20 MAART 1974
WINTERSWIJK —
In het Wilhelmina ziekenhuis in Doetinchem is vannacht plotseling overleden de heer A.Willink Jzn, oud-directeur de Koninklijke Weverij De Batavier v.h. J. Willink en Paschen in Winterswijk.
De heer Willink is ruim 40 jaar directeur van het bedrijf geweest,
Enkele jaren geleden, op 60-jarige leeftijd nam hij als zodanig afscheid.
Hij werd toen benoemd tot commissaris van het bedrijf.

Textielfabriek ontslaat 50 man

04 DECEMBER 1974
WINTERSWIJK —
De textielfabriek De Batavier in het Gelderse Winterswijk gaat 50 van de 370 personeelsleden ontslaan.
Deze maatregel, die los zou staan van een al lopende werktijdverkorting, moet het bedrijf uit de rode cijfers halen. De ontslagen zijn gebaseerd op een advies van het raadgevend bureau Berenschot en treffen alle sectoren van het bedrijf.
De directie van De Batavier is nog in overleg gewikkeld met de vakbonden.

De Batavier Textiel in Winterswijk sluit

18 SEPTEMBER 1980
WINTERSWIJK (ANP) —
De Koninklijke Textielfabrieken De Batavier in Winterswijk gaat dicht. De circa 240 medewerkers moeten worden ontslagen. Deze week zal de rechtbank waarschijnlijk al het faillissement uitspreken. Dit blijkt uit een gisteren door de raad van commissarissen en de directie uitgegeven verklaring

Lees verder