oudwwijk
Digitaal erfgoed

Johan Wijnand Baretta

Geboren: 24 maart 1897 te Woerden
Overleden: 20 juli 1966 te Winterswijk
Prins Hendrikstraat 26
Echtg: (14-04-1921 R’dam)
Maria Anna Kuipers (1896-1976- echtscheiding:12-02-1948)
Echtg:
E.H.Baretta-Wullink

Per 01 Januari 1931 benoemd tot hoofd o.l.school O

9 mei 1945
Nieuwe Winterswijkse Courant
20 juli 1966, Tubantia

Maart 1946
Interview Nieuwe Winterswijkse Courant

Wanneer begonnen de Ned. Binnenlandse Strijdkrachten hun taak?

„Dat was”, aldus de heer Baretta, ,,in de tweede helft van 1944, toen uit de diverse illegale groepen, zoals O.D., Raad van Verzet en K.P.’s, de N.B.S. gevormd werd.
Deze N.B.S. bestond uit een strijdend gedeelte (aan de fronten) en een niet strijdend gedeelte; bij dit niet-strijdend gedeelte waren voorts de z.g. verzetsgroepen ingedeeld, die bereid waren de wapens te dragen en zo nodig te gebruiken. In winterswijk hadden we onder mijn leiding vijf van zulke verzetsgroepen. Onder het oog van de Duitsers en de N.S.B.ers werden de leden voor deze groepen aangeworven. Een zeer belangrijk deel van het personeel van de oorspronkelijke O.D. was door den heer H. Stroes ingewijd. Ook na zijn verblijf te „Scheveningen” ging hij rustig verder met het illegale werk op verschillend terrein.
Voorts werd Winterswijk, toen we het tijdstip van de bevrijding in aantocht zagen in rayons verdeeld en in elk rayon hadden enige leden der N.B.S.
opdracht om een lijst samen te stellen van de aldaar vertoevende N.S.B.ers en andere anti-vaderlandse elementen, die na de bevrijding voorlopig gearresteerd moesten worden.
En zo brak de grote dag van de bevrijding aan.”

Wat waren uw eerste indrukken tijdens en vlak na de bevrijding?

,,Mijn eerste indrukken?
Och, in de voornacht, tijdens het artillerie-duel, was er het gevoel van spijt, dat de aan onze verzetsgroepen beloofde wapens nog niet gekomen waren. Hadden we toen de beschikking gehad over wat mitrailleurs en andere goede wapenen, dan hadden we, we waren vijftig man sterk, nog aardig wat verwarring in den rug van den vijand kunnen stichten! ’s Morgens vroeg, toen de eerste Tommies het dorp binnen reden, besefte ik onmiddellijk, dat het toch wel goed was, dat de z.g. ,,Ordedienst” geformeerd was, want er werd al dadelijk geplunderd, o.a.
in een pakhuis aan de Wooldse weg en op andere punten. Er kon nog wel wat achterhaald worden door een groepje O.D.ers, dat dadelijk aan het werk trok, maar lang niet alles.”

Waren er voldoende helpers ter beschikking?

„Neen, niet onmiddellijk. Uit de aard der zaak was het aantal ingewijden beperkt en helaas hadden enkelen, die aangewezen waren als leiders van een groep, nog geen eigen groep gevormd. Gelukkig kwamen er spoedig vele vrijwilligers en u begrijpt hoe zeer ik het gewaardeerd heb, dat deze mannen er niet aan dachten om het Paasfeest te vieren door er vrije dagen van te maken, doch dat zij dag en nacht ter beschikking stonden. Ja, er waren ook vele anderen, die toeschouwers bleven.
Die moeten er ook zijn, niet waar? Wie zou anders critiek kunnen leveren?”

Waar was u tijdens de bevrijding?

Ik was weer in Winterswijk, natuurlijk niet thuis, want daar zochten ze me, daar was het te gevaarlijk voor me. Toen op Zaterdagmorgen de eerste Tommies zich in onze straten vertoonden, toog ik direct naar het Gemeentehuis, het afgesproken centrale punt, en daar stond ik er de eerste paar uur alléén voor om te regelen wat er te regelen viel. Gelukkig kwam al spoedig mr. Voorink opdagen, om als waarnemend burgemeester de regeling van de burgerlijke bestuurszaken op zich te nemen. Ook de gemeente-secretaris, de heer Zwagerman, was ras weer te voorschijn gedoken, om zijn houders onder het werk der gemeente te zetten.
Die eerste paar dagen was het net een gekkenhuis; iedereen en alles stormde op je los. Die moest een fiets hebben, daar moest bewaking zijn, voor kinderen, die alleen thuis bleven omdat vader en moeder waren opgehaald, moest direct een tehuis, voeding en toezicht zijn, de Engelse militaire macht kwam voortdurend om inlichtingen en voorzieningen vragen — die eerste paar nachten heb ik zelfs niet ongestoord kunnen slapen, want elk moment ratelde de telefoon nog.
Intussen was de kerngroep van onze N.B.S. aangevuld met de zich allengs aanmeldende vrijwilligers, haar taak begonnen”.

Wat was die taak?

Ons eerste werk was de onvaderlandse ingezetenen te arresteren, goederen en gebouwen, voor zo ver mogelijk, te bewaken en verder in het algemeen een ordelijk verloop der dingen te bevorderen.
„Bijltjesdag” moest voorkomen worden.
Wij wilden geen dingen, waarover ons volk later spijt zou kunnen hebben- wij wilden recht en gerechtigheid.
De eerste arrestanten gingen naar de Leeszaal, boven het Postkantoor. Spoedig daarna werd het kamp Vosseveld als verblijfplaats voor de mannelijke gevangenen ingericht. De heer J. van den Berg heeft hier, als kampcommandant, uitnemend werk tot stand gebracht. Later werd hij bijgestaan door den tegenwoordigen commandant van dit kamp, den heer P. A. de Wolf De vrouwelijke arrestanten bleven boven het postkantoor.
Na enige dagen kwam er een grote commissie, onder leiding van den districtscommandant den N.B.S., den heer Ir. de Hoogh; de heer de Hoogh besliste gehoord het advies van deze commissie, of iemand in arrest moest blijven, huis-arrest of meldingsplicht kreeg.
Natuurlijk waren de eerste dagen alle verkeerde elementen nog niet opgepakt.
De meeste gevluchten hebben we moeten ophalen uit het hoge Noorden, in Friesland en Groningen; verder konden ze niet!”

Zijn er ook fouten gemaakt bij dit ophalen van arrestanten ?

Bij het ophalen van personen is er, voor zo ver ik mij herriner maar één vergissing begaan.
Het is wellicht goed dit nog opènlijk te zeggen, heer Wevers werd opgehaald naar spoedig bleek op een onware aanklacht, waarna zijn invrijheidsstelling natuurlijk onmiddellijk volgde.
En verder is in het werk der P.O.D een pseudo-dokter geslopen, daar aangesteld door het Militair Gezag, die onder valse naam èen tijd lang heeft kunnen deelnemen aan het opsporingswerk. Gelukkig werd hij spoedig ontmaskerd, maar het is niet onmogelijk, dat enkele N.S.B.ers of collaborateurs van zijn optreden geprofiteerd hebben en bewijsmateriaal konden laten verdwijnen.
Het spreekt vanzelf, dat in de eerste moeilijke en wanordelijke dagen wel eens fouten gemaakt zijn. doch daar staat tegenover, dat door een massa werkers in die dagen na de bevrijding ook een massa zeer goed en hoogst noodzakelijk werk verricht is.
Enkele dagen na de bevrijding deed ook het Militair Gezag zijn intrede in Winterswijk en nam van veel de touwtjes in handen; ik kan niet zeggen dat het er toen beter door ging!”

Hoe sterk was de N.B.S. na de bevrijding?”

Na ongeveer 14 dagen hadden we rond 750 man, verdeeld in 3 compagnieën. En hiervoor was werk genoeg aan de winkel, want dag en nacht moesten er bewakingstroepen geleverd worden voor Vosseveld en
. . . . . . . . . . moest er geleide meegegeven worden voor de aan ’t werk gezette N.S.B.ers, waren er arrestatieploegen nodig. die naar de gevluchte N.S.B.ers zochten. enz..
Jammer is het, dat in die eerste dagen door het publiek nog al gestolen is uit de huizen der N.S.B.ers.
Maar we hadden geen mensen genoeg, om bij elk huis een wacht te zetten.
Omstreeks Juli 1945 ging ik over naar de Gezagstroepen, die inmiddels waren opgericht, en nam da heer H. Th. J. C. B e k k e r de leiding als PI. Commandant der N.B.S. van mij over.
1 November 1945 werd de N.B.S. opgeheven en werd haar taak, voor zo ver nog nodig geheel overgenomen door de Gezagstroepen.”

Lees verder