oudwwijk
Digitaal erfgoed

Woensdag 21 februari 1945

In den avond van den 21sten Februari 1945, te plm. 10 uur, werd er geweldig druk gevlogen. De vliegtuigen bevonden zich op zeer geringe hoogte en waren in het nu en dan doorbrekende maanlicht zelfs te zien. Plotseling gierde een Duitse nachtjager door de lucht en klonk het geratel van een machinegeweer. 

Een Engelse bommenwerper werd getroffen, vloog in brand en sloeg neer in de omgeving van de voormalige fabriek van de fa.Zwanenberg, bij de boerderij van J.H. Damkot, K 21. Een der inzittenden bleek, wonder boven wonder nog in leven, ofschoon aan het been gewond. Hij werd door de Duitschers als krijgsgevangene meegenomen.

Van de andere leden van de bemanning vond men niet veel meer dan enkele kledingstukken, waaraan nog twee als vliegers geidentificeerd konden worden, t.w.:H.R. Piper en P.I. Green.

Frederick Edwards (Air-Gunner)

Peter I.Green (pilot)

Harry Piper (Flight Engineer)

Gegevens:
Vliegtuig: Lancaster PB666
Basis: Balderton
Bestemming: Duisburg (Dld)
Crash: Winterswijk
Bemanning: 7 ( 3 overleden)



27 Februari 1985

VEERTIG JAAR GELEDEN: BRITSE LANCASTER STORT NEER IN HET WOOLD

Het lag in het voornemen in het tweede artikel, in een serie van zeven, de propaganda-oorlog te beschrijven; echter het was op 21 februari precies 40 jaar geleden dat in de buurtschap Het Woold een vliegtuig neerstorte waarbij drie Britse vliegers om het leven kwamen. Daarom hier een beschrijving van de crash van deze Lancaster, gezien vanuit twee standpunten, namelijk zoals dit geval door de schrijver werd ervaren, en een reconstructie gezien vanaf vliegerskant. 



Het was woensdagavond 21 februari 1945, en we hadden thuis een kaartje gelegd, toen omstreeks negen uur weer eens, zoals vaak die tijd gebeurde, veel luchtactiviteit was waar te nemen, door het enorme gedreun van de motoren van vliegtuigen die over Winterswijk vlogen. 

Het zal omstreeks half tien zijn geweest, toen, nadat we naar buiten waren gaan kijken, opeens hoog in de lucht een vuurverschijnsel viel waar te nemen, dat een in brand staand vliegtuig bleek te zijn. 

Het toestel vloog een westelijke koers, maar veranderd ineens van richting in een zuidelijke koers, en begon hoe langer hoe erger te branden. Gezien vanaf de plaats, in dit geval de Berkenstraat, vloog het richting het Woold, wat later inderdaad bleek juist te zijn, want het stortte neer nabij de boerderij waar destijds de heer Damkot woonde. 

In een rapport van de Duitse Feldgendarme, na de oorlog achterhaald, bleek dat de boerderij genaamd werd Dikke Boschhof, hetgeen Diekebos moet zijn. Bekendheid met de eigenaar van de weide, deed mij besluiten om de andere dag de crash te bekijken. Een enorm gat, met daaromheen verspreid allerlei vliegtuigonderdelen, was de aanblik. 

Zo lag er onder andere de filmrol, die op de fotocamera had gezeten die in elke bommenwerper aanwezig is. Een zware olielucht hing in de omgeving. De Duitse bewaking hield aanvankelijk ieder op een afstand, maar nadien mocht men er dichter bij komen. 

Contacten met de Koninklijke Luchtmacht na de oorlog, waar alle vliegtuigcrashes zijn bijeen gebracht, brachten verdere gegevens aan het licht, omtrent het soort vliegtuig enzovoort. 

Het bleek een Lancaster te zijn, van het 227 Squadron Royal Air Force, die was opgestegen vanaf de vliegbasis Balderton in Zuid Engeland. Het had codenummer PB 666.

Bemanning van Lancaster PB 666 van 227 Squadron RAF.
Neergeschoten op 21 februari 1945 door Heinz Wolfgang Schnaufer.
Drie vliegeniers kwamen om het leven. Pilot Peter Green, flight Engineer Harry Piper (niet op de foto, verving Sgt. John Ling) en Mid-upper gunner Frederick Edwards. De overige 4 konden nog op tijd uit het toestel springen.

Van de zeven inzittenden werden drie man gedood, terwijl de andere vier werden gearresteerd. 

Het rapport spreekt van twee zeer zwaar gewonden, maar er waren uiteindelijk drie doden te betreuren.


In het nu volgende deel uit deze beschrijving komen de namen aan de orde.

Op een vliegbasis in Zuid-Engeland zitten de piloten, de luchtschutters de navigators en al de ander bemanningsleden aan de tafel voor de avondmaaltijd. De zon schijnt nog over de velden, maar het zal niet lang meer duren of de dag is ten einde. Na de maaltijd moeten al de vliegers in de missieroom komen om nadere gegevens te krijgen over het doel dat vannacht op het programma staat. Het is het laatste oorlogsjaar, maar niemand weet dit, op dat moment omdat de oorlog voor Engeland al vanaf 1939 gaande is.

De vliegers gaan op hun gemak naar de kamer, waar ze zich neerzetten in afwachting van hetgeen zal komen. De een rookt nog op zijn gemak een pijp, de ander een Wild Woodbine sigaret of een Palyer van de NAAFI (een legervoorzieningsdienst op het gebied van de persoonlijke verzorging). 

Als allen binnen zijn, komt de missieofficier, om de wachtenden niet langer in de spanning te laten zitten, vertellen wat of het doel zal zijn. Het blijkt de grote industriestad Duisburg te worden in het Ruhrgebied.

De officier beschrijft de te vliegen route over de Noordzee, richting Ameland, dan op de Zuiderzee aan, vandaar verder over Gelderland oostelijk tot de grens, en dan zuidelijk naar het Ruhrgebied. Sommige der vliegers kennen deze route, en ze weten dat het een gevaarlijke reis zal worden. 

Duisburg behoort tot een der zwaarst verdedigde steden in Duitsland, op het gebied van luchtafweer. Menige vriend van de toehoorders liet reeds het leven op deze weg. 

De weerkundig officier geeft de toestand van de te verwachten weersomstandigheden weer, het zal half bewolkt weer zijn met opkomende maan. 

Na de instructies aangehoord te hebben gaan de vliegers naar hun missiehutten om nog even een korte slaap te houden. Om zeven uur in de avond zullen ze dan paraat moeten staan, om tussen half acht en acht uur op te stijgen voor de raid. 

Sommige vliegers die slapen overbodig vinden schrijven nog even een brief naar ouders of verloofdes, of zitten maar zo wat bij elkaar en praten over het een en ander. 

Tegen de tijd dat men aanwezig moet zijn gaan allen naar de afdeling waar de parachutes worden verstrekt alsmede enige versnaperingen in de vorm van chocolade en sinaasappels voor onderweg. Zelf hadden de meesten een thermosfles met koffie of thee meegebracht. Men is tijden zo’n raid al gauw enige uren onderweg, en dan is een drankje wel welkom. 

TAKE OFF

Bij het moment van opstijgen, gaan een minuut of tien van te voren de bemanningsleden de toestellen in, en ieder gaat zijn gang om datgene door te nemen waar hij voor staat. 

Zo gaat bijvoorbeeld de boordwerktuigkundige alle meters en schakelaars uittesten voor de laatste check. Ook de motoren worden gestart en warm gedraaid, alles blijkt goed te werken. 

Het wachten is nu op het commando “Take off”. 

Het is enige minuten over half acht, als vanaf de commandotoren via de radiotelefoon het commando opstijgen komt. 

De eerste  piloot duwt de hendels naar voren en de motoren gaan over op vol gas. 

De Lancasterbommenwerper gaat langzaam naar voren en voegt zich in de rij, welke reeds is gevormd op de vliegbasis door de andere toestellen.

Een voor een gaat men dan de lucht in met op volle kracht draaiende motoren. Nadat men de goede hoogte heeft aangenomen, vliegt men naar het orientatiepunt in de buurt van Dover om daar in formaties te gaan vliegen. 

De Engelse kust gaat onder hen voorbij en men bevindt zich reeds na een korte tijd boven de Noordzee. Het is reeds donker en er treedt nu een korte pauze in voor de vliegers, behalve de boordwerktuigkundige, en men neemt het er even van. 

De boordschutters proberen even de kanonnen en alles verloopt naar wens. Na een korte tijd geeft de eerste piloot door dat men zich boven de Nederlandse kust bevindt in de buurt van Ameland. Zuid-westelijk van de formatie zien de vliegers afweergeschut van de Duitser in werking. De navigator zegt tegen de eerste piloot dat hij de koers iets zuidelijker moet houden. Na een korte tijd komen ze weer boven water: Het is de Zuiderzee. Toch wordt geleidelijk het afweervuur heviger. Overal ziet men nu in de lucht het lichtspoor. 

GOODLUCK

Als men boven de Veluwe vliegt breekt de bewolking en de vliegers zien een maanovergoten landschap van Nederland, waarvan ze weten dat de bevolking hen welgezind is, zo zelfs, dat een schutter iemand vanaf de grond ziet seinen met een lamp “Good Luck”. Het geeft de vliegers moed om verder te gaan. men vliegt thans in de buurt van Doetinchem en zet de koers iets oostelijker richting Borken in Duitsland. Boven Duitsland gekomen zien ze in de verte het opdoemen van een vuurzee, wat ongetwijfeld Duisburg zal zijn. De Mosquito doel-markeerders hadden hun werk reeds gedaan en menige bommenwerper had reeds de bommenlast geloosd. Nu werd het tijd om de voorbereiding te treffen om hun bommenlast af te werpen. Op dat moment neemt de bombaimer (bommenrichter) het commando van de lancaster over. de eerste piloot moet dan de aanwijzingen van de bommenrichter volgen, en het gaat dan: iets meer links, houden zo. Nu komt het er op aan het toestel in bedwang te houden, hetgeen niet gemakkelijk is. 

De lucht is totaal verlicht van het vuur en de schijnwerpers, zodat men een makkelijk doel is voor nachtjagers. De bomdeuren zijn nu geopend en na een halve minuut vliegen, drukt de bombaimer op zijn knop en daar vliegen de bommen uit het toestel naar beneden. De Lancaster krijgt een opwaartse druk en de piloot neemt nu weer bezit van het commando, maakt een draai van negentig graden Noord-oostelijk en begeeft zich op de terugweg. Voor hen is alles weer donker en enige vliegers nemen een slok uit hun thermosfles. 

WINTERSWIJK

Ze vliegen nu koers noord-west, richting Nederlandse grens in de buurt van het grensplaatsje Winterswijk. 

Alles verloopt naar wens en de piloot zegt tegen de bemanning via de boordtelefoon dat hij in Engeland op pils tracteert op de goede afloop. Het zal echter geheel anders verlopen dan men denkt. 

In de omgeving van de Duitse grens, het zal nabij Borken zijn, is opeens in de linker vleugel een enorme klap hoorbaar. Het toestel begint te steigeren en de piloot kon het nog in bedwang houden, Hij vraagt aan de boordwerktuigkundige hoe de toestand van de motoren is en deze ziet het zwaar in. De brand van het toestel neemt grotere vormen aan en er zit niets anders op dan uit het toestel te springen. Men bevindt zich thans boven de Nederlands-Duitse grens en het toestel vliegt van oost naar west. 

Op het moment dat men wil springen wordt het toestel ineens onbestuurbaar en gaat het in een duikvlucht. Er is nu geen tijd meer te verliezen. 

In het toestel bevinden zich zeven mensen die thans voor hun leven moeten vechten. De luiken die voor ontsnapping dienen, worden geopend en enige tijd daarna stijgen er vier uit en hangen aan hun parachute. Helaas kunnen de andere drie om de een of andere reden niet uit stijgen en ze gaan met de bommenwerper ten onder. 

De vliegers aan hun parachute zien met verbijstering hoe het toestel met hun medevliegers op de grond neerstort. Zelf landen ze met hun parachute op de grond en het blijkt dat ze in Nederland zijn neer gekomen in Het Woold bij Winterswijk. Voor hen was de raid achter de rug. Allen werden door de Duitsers in gevangenschap gebracht op die 2 februari 1945. Drie bemanningsleden brachten het er niet goed af; ze lieten het leven in Nederlandse grond. Het waren de vliegers Edwards, Piper en Green, thans begraven op het Algemeen kerkhof te Winterswijk.

Zij die het overleefden waren: Dales, Cassidy, Roberts en Lancaster. Cassidy, die na de oorlog in Canada woonde, in Vancouver, is nog eens terug geweest in Winterswijk bij de familie Riggelink in het Woold. Dezelfde plaats waar Cassidy gedurende de nacht verbleef. De andere dag, toen hij verder wilde lopen naar de linies waar de Britse troepen waren gearriveerd, werd hij gearresteerd door de Feldgendarme.

Foto: Zo zag van Albeslo het vanuit zijn huis aan de berkenstraat. 

Verhaal:B.W.C.van Albeslo, 1985


Gepubliceerd op: 18 augustus 2005

WINTERSWIJK – Op 21 februari 1945 zag Winterswijker Johan te Lintum een Britse bommenwerper neerstorten in de buurtschap Woold. In het vliegtuig zat piloot Peter Isaac Green. Hij overleefde het ongeluk niet. Brenda Green bezocht deze week de plek waar haar broer is omgekomen.

Ze was tien jaar jonger dan haar broer Peter Isaac Green. ‘Hij ging thuis weg toen hij achttien was geworden. Mijn ouders wilden niet dat hij het leger in ging, maar ze konden hem niet tegenhouden.’ 

Brenda Green weet ook zestig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog dat het haar ouders verdriet heeft gedaan toen broer Peter zich eind 1942 vrijwillig voor het Britse leger meldde. Dat verdriet werd nog veel groter toen de familie in februari 1945 een telegram kreeg. ‘Van het War Office, een telegram in een gele envelop’, herinnert zij zich. ‘Ik kwam net van school, mijn ouders huilden vreselijk.’ 

Ze weet niet waar het telegram is gebleven, haar ouders hebben daarna nauwelijks over het overlijden van broer Peter gesproken, het verdriet was te groot. Over de omstandigheden van Peters dood wist ze niets, alleen dat hij was neergestort. 

Brenda wist wel dat Peter op de algemene begraafplaats in Winterswijk lag. Het graf van de piloot werd na de oorlog geadopteerd door de familie Hoekstra. Zij stuurden de Engelse familie Green foto’s van het graf. Die heeft ze nog steeds in haar bezit. 

Bezoek 

Pas vorig jaar bracht de Engelse voor het eerst een bezoek aan Winterswijk. Deze week keerde ze terug. In Duitsland bekeek ze het doel van de Lancaster-bommenwerper. Ze werd begeleid door Peter Monasso van AVOG’s Crash-museum in Lievelde, die de laatste reis van de Engelse bommenwerper heeft gereconstrueerd. Monasso: ‘Bij Gravenhorst werd het Mittellandkanal gebombardeerd, op een plek waar een aquaduct is, een kruising met een ander kanaal. Dat was een strategisch doel.’ De Lancaster slaagde in de missie, maar werd op de terugweg aangevallen door de voor de Duitse Luftwaffe succesvolle Messerschmidt-piloot Heinz Wolfgang Schnaufer. Op diens grafsteen staat dat hij der beste und niebesiegte Nachtjäger des Zweiten Weltkrieges was. 

Knecht 

Johan te Lintum was in de oorlog knecht op boerderij Aarnink in de buurtschap Woold. De 25-jarige zag hoe de bommenwerper werd geraakt. ‘Ik heb het allemaal gezien, in de schijnwerpers. Het was ’s avonds om een uur of tien, half elf. Ik was bij mijn ouders in Ratum. Het vliegtuig kwam brandend naar beneden, het cirkelde en cirkelde.’ 

De volgende ochtend ging Te Lintum naar de boerderij in het Woold, daar bleek dat de Lancaster in het naastgelegen weiland was neergekomen. Vier bemanningsleden konden zich met een parachute redden, piloot Peter Green en twee van zijn maten hadden het niet gered. 

In 1982 werd het toestel door Monasso opgegraven, maar volgens landbouwer Henk te Lintum, nu boer op het Aarnink, herbergt het Wooldse weiland nog steeds resten. ‘Met het ploegen vind ik nog steeds stukken. En kogels liggen er ook nog bij bosjes.’ 

Voor Brenda Green en haar man is het een indrukwekkend bezoek, omdat alle sporen het verhaal van de jonge piloot Peter Green vertellen. Verbitterd is ze niet. ‘Het is zestig jaar geleden.’ 

Ze heeft ook het verhaal van Arnold Dales gelezen, de navigator van de bommenwerper die de crash overleefde. ‘Ik heb daardoor veel informatie gekregen, informatie over een verhaal dat ik nooit eerder had gehoord.’



Heinz Wolfgang Schnaufer
Geboren 16 februari 1922
Overleden 15 juli 1950

Heinz Wolfgang Schnaufer (16 februari 1922 in Calw in Württemberg – 15 juli 1950 in Bordeaux) was een Duitse piloot tijdens de Tweede Wereldoorlog

Heinz Wolfgang Schnaufer steeg 2.300 maal op, maakte hij 1.133 vlieguren en schoot hij op 164 missies niet minder dan 121 bommenwerpers neer. Zijn record was het neerschieten van 9 Lancaster-bommenwerpers op één dag. Een deel van de geallieerde vliegtuigen werd door Heinz Wolfgang Schnaufer boven Nederland en België afgeschoten.Majoor Schnaufer werd na de oorlog al snel weer uit Britse krijgsgevangenschap ontslagen. Hij ging in de wijnhandel van zijn familie, de Schlossbergkellerei in Calwwerken. In 1950 verongelukte hij in Frankrijk bij een verkeersongeval.

De verticale stabilisator van Heinz-Wolfgang Schnaufer’s Bf 110 nachtjager . Het toont al zijn 121 overwinningen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Getoond in het Imperial War Museum, Londen.

Daarmee was hij in Duitsland beloond. 

Ik laat u het gedeelte zien waar ook 21-2-1945 opstaat.

Dit was het laatste geallieerde vliegtuig, dat in onze gemeente verongelukte.



Lees verder

Zondag 4 februari 1945

4 Febr. 1945 kwam onder de gemeente Aalten een Mosquitovliegtuig neer, waarbij twee vlieger-officieren den heldendood vonden. 

Hun namen waren:

Mike Ewaschuk, off. bij de Canadese Luchtmacht (R.C.A.F.) (Piloot)

Robert M.M. Strattan, off. bij de Britse Luchtmacht (R.A.F.) (Navigator)

Robert Strattan
Foto: Peter Rhebergen

Gegevens:
Vliegtuig: Mosquito PZ235
Basis: Hartfordbridge (Hook)

Bestemming: Osnabruck: Crash: Haart Aalten (nabij boerderij H.Smees, Haart 69)
Bemanning: 2 (beide overleden)

Door bijzondere omstandigheden zijn de lijken van deze vliegers op het Alg. Kerkhof in onze gemeente ter aarde besteld. (05-02-1945)

Opgestegen: Hartford Bridge Engeland met 12 andere toestellen

Mike Ewaschuk
Foto: Peter Rhebergen
Zussen Elsie en Lizzy, Mike Ewaschuk, 25-06-1989
Foto: Peter Rhebergen

Mike Ewaschuk is geboren in 1920 in Canada, Edmonton.Hij was de oudste uit een gezin van 5 kinderen. In 1928, op achtjarige leeftijd verhuizen ze naar Vegreville (Canada), waar hij ook naar school gaat en later in Edmonton de opleiding onderwijzer volgt.Na 1 jaar onderwijzer, meld hij zich in 1941 bij de luchtmacht, aangezien zijn geboorteland Canada ook bij de oorlog betrokken raakt en hij een bijdrage wil leveren aan de beeindiging v.d. oorlog.

Na een twee-jarige opleiding vertrekt hij op 20 mei 1943 naar Engeland om zich bij No.418 Squadron v.d. Canadese luchtmacht te vervoegen.

Vanaf november 1944 beginnen de vluchten op Duitsland. Hij samen met Robert Strattan. Na verschillende geslaagde vluchten wederom op 4 februari 1945.Later op de dag, 04 februari 1945 staat in het vliegerslogboek:


NYT – NOT YET RETURN

Door een luchtgevecht of door luchtafweergeschut zijn ze neergestort op de Haart te Aalten. Beide verminkte lichamen lagen naast de resten van hun toestel. Door de Winterswijkse luchtbeschermingsdienst zijn Mike (24) en Robert (23) gekist en begraven op het geallieerde alg.kerkhof te Winterswijk

Op zijn grafsteen staat:
Rest in peace dear son may freedom prevail throughout the world.
Rust zacht lieve zoon, moge de vrijheid over de hele wereld heersen.

LATEN WIJ HEN IN ERE HOUDEN

Bron: Peter Rhebergen
AVOG crashmuseum Lievelde



Lees verder

Maandag 25 december 1944

Op 25 December ’44, 1e Kerstdag, kwam ‘s morgens 10.00-11.00 een “Jabo”, getroffen door het Duitse afweergeschut (het enigste succes van de “Flak” in ruim een half jaar)  brandend neer in een weiland, kort bij de nieuwe Boterfabriek. De piloot, de ond.off. Peter Charles Nightingale Green, geb. 15-03-’24, kwam hierbij om ’t leven. Het stoffelijk overschot werd bij dat van de reeds eerder gevallen vliegers op de Alg. Begraafplaats ter aarde besteld.

Peter Charles Nightingale Green



Gegevens:
Vliegtuig: Typhoon MN206
Basis: Deurne B70  (Belgie)
Bestemming: Dingden  (Germany)
Crash: Winterswijk
Bemanning: 1 (overleden)



Lees verder

Dinsdag 24 oktober 1944

In den nacht van 23 op 24 October 1944 kwamen de brokstukken van een geallieerde bommenwerper neer in Huppel nabij de Duitsche grens. Het was een met bommen geladen Engelsche machine van het Wellington type, welke was aangeschoten door een Duitse nachtjager, en daarna in de lucht is geexplodeerd. De lijken van de 7 inzittenden lagen op grote afstand verspreid, doch waren goed herkenbaar.

Hier volgen de namen van deze gevallen luchthelden:

Ian Hunter Fleming (Flight sergeant)

John Edmond J. Kelly. (Flight sergeant)

Arthur Llewellyn (Flight sergeant)

Douglas MacLean (Flying officer)

Frank Niblett (Sergeant)

John Philip (Warrant officer)

Kenneth Rowley (Flight sergeant)

Gegevens:
Vliegtuig: Lancaster PD331
Basis:
Bestemming: Essen (Dld)
Crash: Winterswijk
Bemanning: 7 (allen overleden)

Als bijzonderheid kan vermeld worden, dat de vader van de gesneuvelde sergeant Ian Hunter Fleming, een Australiër, die zelf bij de Engelsche troepen in Duitschland was ingedeeld, hier bij de Luchtbeschermingsdienst inlichtingen heeft ingewonnen omtrent de omstandigheden, waaronder zijn zoon gevallen was, waarna hij diens graf heeft bezocht.

Een broer van een andere gesneuvelde van deze groep vliegers ontdekte door een toeval, dat diens laatste rustplaats zich hier bevond. Diep onder den indruk bedekte hij zijn graf met bloemen.

Lees verder

Vrijdag 14 mei 1943

In den nacht van 13 op 14 Mei 1943 kwam om plm. 2 uur een Engelsch twee-motorige bommenwerper van het Wellingtontype neer in de buurtschap Huppel, in de omgeving van de boerderij van J.W.Kruisselbrink, F 20. Het toestel was door een Duitsche nachtjager neergeschoten. Tusschen de wrakstukken en daaromheen werden de lijken van de 5 inzittenden gevonden, waarvan er 3 geheel verkoold en onherkenbaar waren.

De namen van de twee geidentificeerde vliegers waren:T.H. Smith en L.I. Mobley ).

Andrew Cresswell (Sergeant)

Edward Gummer(Sergeant)

Innis Mobley (Sergeant)

Thomas Smith (Sergeant)

George Wood (Sergeant)




Gegevens:
Vliegtuig: Wellington HE440
Basis: YorkshireBestemming: Duisburg (Dld)
Crash: Winterswijk
Bemanning: 5 (allen overleden)

Lees verder

Zaterdag 1 Mei 1943

Op 1 Mei 1943, ’s nachts te plm. half drie, stortte een grote bommenwerper neer naast de boerderij van J. Prange, Woold K 163. Bij onderzoek bleek deze melding een Engelsch vliegtuig te betreffen, hetwelk door een Duitse Messerschnmitt-110 nachtjager, bestuurd door Hauptmann Wilhelm Dormann was neergeschoten. Bij het neerstorten explodeerde een brisantbom van zeer zwaar kaliber. Kilometers in de omtrek lagen onderdeelen van den bommenwerper verspreid. In de omgeving van het wrak werden te ongeveer 6 uur ’s morgens de lijken van zeven vliegers gevonden, die vermoedelijk getracht hebben, met behulp van hun parachute, het vliegtuig te verlaten, hetgeen hun waarschijnlijk door de te geringe hoogte, niet meer is gelukt.

Hierdoor zijn zij op een gruwelijke wijze te pletter gevallen.

De stoffelijke resten werden op Maandag 3 Mei ’43 op de Alg. Begraafplaats ter aarde besteld. 7 slachtoffers konden geidentificeerd worden. Het lichaam van Derek Sheldon is echter niet gevonden.
De volgende vliegers waren aan boord:

Leonard Gill (Sergeant)

Frank Gillan (Flight sergeant)

Kenneth Hall (Flight sergeant)

Jack Harris(Sergeant)

Ronald Martin (Sergeant)

James Potts (Flight Lieutenant)

Derek Sheldon (Flight Sergeant)

William Woodland (Sergeant)



Gegevens:
Vliegtuig: Lancaster W4925
Basis: Lincolnshire
Bestemming: Essen (Dld)
Crash: Winterswijk
Bemanning: 8 (allen overleden)



4 Mei 1943:
Winterswijkse Courant (Nieuwe Wint.Courant mocht niet uitkomen)

Gevallen Engelsche officieren de laatste eer bewezen.
Op de Algemeene Begraafplaats werd Maandagmorgen met militair eerbetoon het stoffelijk overschot van een 7-tal Engelsche offcieren, Vrijdagavond bij een luchtgevecht om het leven gekomen, aan den schoot der aarde toevertrouwd.
Namens het Duitsche Luftwaffen waren 7 kransen neergelegd. Bij de indrukwekkende plechtigheid waren tegenwoordig: Een vertegenwoordiger van de Duitse weermacht, Dr.W.P.C.Bos, Burgemeester onzer gemeente, Ds.E.Reeser als predikant, de heer Schaffeld, Ortsgruppenleiter der N.S.D.A.P., de gemeentesecretaris, de Inspecteur van Politie en het hoofd van den Luchtbeschermingsdienst.
Nadat de kisten waren neergelaten, sprak allereerst de vertegenwoordiger der Duitse weermacht een afscheidswoord. In den strijd, aldus deze, zijt gij gevallen en dan zwijgt het vijandschap. In Winterswijk hebt gij den dood gevonden, daar zult gij uw graf vinden.
Omdat een soldatendood een eeredood is, is een soldatengraf een eeregraf. het is de plicht van den Duitschen soldaat U een eeregraf te geven.
Daarvoor is deze plaats uitgekozen. In opdracht der Duitsche Weermachtofficieren breng ik U deze laatsten groet.
Daarop weerklonken van een vuurpeleton drie salvo’s , waarop de heer Reeser een kort woord sprak.

Nademale ’t den Alnachtigen God behaagd heeft, aldus Ds.Reeser, deze mannen uit de tijdelijkheid tot de Eeuwigheid te roepen. bevelen wij hen in Gods hand en bestellen hun lichaam in Gods akker.
Stof bij stof, asch bij asch, aarde bij aarde, in de zekere wetenschap van de opstanding uit de dooden. Hij eindigde met de voorlezing van het Onze vader.

De burgemeester, die daarna sprak, zeide, dat de gemeente Winterswijk de nagedachtenis van hen, die gevallen zijn in de uitoefening van hun hoogsten plicht, het meest treffend kan eeren door hen een laatste rustplaats te geven op een eerekerkhof.
Daarom is een deel der begraafplaats als zoodanig ingericht.
Allen die gevallen zijn bij de uitoefening van hun heiligsten plicht, zullen daar aan den schoot der aarde worden toevertrouwd.
Daarmede was deze treffende plechtigheid afgeloopen.


Verhaal Peter Rhebergen

De fatale vlucht van Derek Sheldon
De Britse sergeant Derek Sheldon werd op 13 maart 1920 in Londen geboren. Op vrijdag 30 april 1943 stapte hij laat in de avond op het vliegveld Wickenby in zijn Lancaster bommenwerper om bombardementen boven Duitsland uit te voeren. Aan deze missie kwam voortijdig een einde, want op 1 mei 1943 crashte de bommenwerper van Sheldon in het Woold. De 23-jarige flight sergeant kwam daarbij om het leven.

Sheldon maakte deel uit van een bemanning van in totaal acht vliegers. Zes van hen slaagden er nog wel in het brandende vliegtuig te verlaten, maar ook zij hebben de crash niet overleefd omdat hun parachutes zich niet meer tijdig konden openen. Hun lichamen werden in de directe nabijheid van het vliegtuigwrak gevonden. De zevende vlieger werd levenloos in de restanten van de bommenwerper aangetroffen. Zij liggen allen begraven op de Algemene Begraafplaats in Winterswijk en hebben een gedenksteen waar elk jaar op 4 mei bloemen worden gelegd om hen niet te vergeten.

Het lichaam van Derek Sheldon is nooit gevonden. De kracht van de explosie van de zeer zware bom aan boord van het vliegtuig was zo hevig dat er niets van hem is teruggevonden. De explosie sloeg een diepe krater op de plek van de crash. Derek Sheldon kon niet begraven worden en heeft daarom ook geen gedenksteen op de begraafplaats in Winterswijk. Zijn naam staat wel op het grote Runnymede Memorial in Engeland, waarop meer dan 20.000 vermiste vliegers staan vermeld. Om de herinnering aan Derek Sheldon levend te houden is op de begraafplaats momenteel tijdelijk een foto van hem geplaatst tussen zijn zeven collega-bemanningsleden.

Peter Rhebergen


Lees verder

Zaterdag 3 April 1943

Op 3 April 1943, ’s avonds plm. 23.00 uur, stortte een brandend Engels vliegtuig neer op een bouwland in de omgeving van de boerderij van J.B. Grevink, Dorpbuurt L 174. Bij den val van de machine explodeerden de brisantbommen waarmede deze geladen was. Wonder boven wonder kwamen ongelukken onder de burgerbevolking niet voor, maar de gehele bemanning, bestaande uit 7 man, kwam hierbij om ’t leven. Slechts twee lijken konden worden geidentificeerd. Het waren de vliegers: Southon en sergeant Flower

Clarence Coghill (Warrant officer)

Leslie Fieldhouse (Flight sergeant)

Frank Flower (squadron leader)

Douglas McEwen (Sergeant)

Frank Routledge (Flight sergeant)

Eric Shandley (Flight sergeant)

Frederick Southon (Flying officer)


Gegevens:
Vliegtuig: Lancaster ED334
Basis: Wyton (Engeland)
Bestemming: Essen (Germany)
Crash: Corle Winterswijk
Bemanning: 7 (allen overleden)

Op 3 april 1943 staat vermeldt in het rapport van de gemeentepolitie het neerstorten van het vliegtuig richting Corle. (22.59 uur)
Het vliegtuig was op de heenweg neergehaald door de bekende Duitse nachtjagerpiloot Herbert Lütje
Herbert Lütje heeft in totaal 50 geallieerde vliegtuigen neergehaald.
Hij overleed 18 januari 1967 op 48-jarige leeftijd.
Omdat het toestel de volledige bommenlading nog aan boord had, volgde een enorme explosie.
Alle bemanningsleden kwamen om het leven en werden begraven op zondag 4 april op de Algemeene Begraafplaats in Winterswijk.




Lees verder

Zondag 28 December 1941

Op 28 December 1941, ’s avonds te ongeveer kwart voor elf, verkeerde de Winterswijkse bevolking in angstige spanning, waar het brandende vliegtuig, dat als een vurig komeet boven het donkere dorp suisde, neer zou komen. 

Goddank geschiedde dit een einde buiten het dorp, en sloeg het in de omgeving van de Kottenseweg in het bouwland. In de nabijheid van het nog brandende toestel werden drie geheel verbrande lijken gevonden van leden van de bemanning. Een piloot, een Canadees, werd aangehouden en op transport gesteld naar Arnhem. De namen van de aan de kledingstukken geidentificeerde bevrijders waren:

R.P. Isaac, (Sergeant) 

D.W. Thane, (Flight sergeant)

D.T. Williams, (Sergeant)




Gegevens:
Vliegtuig: Hampden P1165
Basis: Balderton (Engeland)
Bestemming:Hüls (Germany)
Crash: Winterswijk
Bemanning: 5 (3 overleden)

Rond 22:40 uur stort een Hampden van No 408 Squadron neer in de buurtschap Oostdorpbuurt nabij de Kottenseweg, na neergeschoten te zijn door een Duitse nachtjager. Enkel de piloot overleeft deze crash.
Bron: SGLO, crash database, crashnummer T1368; Nederkoorn en Stork, Erop of eronder, 202

Lees verder

Donderdag 19 September 1940

Even later na middernacht 19 Sept. 1940 00.30 uur vond er wederom een tragische gebeurtenis plaats. Toen stortte namelijk een geallieerd vliegtuig in Mariënvelde  neer. Het was een grote bommenwerper. De 5 inzittenden vonden allen den dood, en waren onherkenbaar verminkt.
Neergehaald door de Duitse nachtjager Paul Gildner
3 werden er begraven te Ruurlo, 1 wordt  vermist en 1 P.O.Williams in Winterswijk (zie krant 27 september 1940)

Peter Owen Williams (Sub-lieutenant)

Gegevens:
Vliegtuig: Whitley N1425
Basis: Linton-on-Ouse (Engeland)
Bestemming: Soest (Germany)
Crash: Zieuwent
Bemanning: 5 (allen overleden)

19 september 1940
Op deze datum worden er rond 01:00 uur twee Britse vliegtuigen neergeschoten boven de gemeente Winterswijk.
Deze storten neer op weiland, waar ze volledig uitbranden.
Er zijn geen overlevenden. Wel is er sprake van blindgangers als het gevolg van deze crashes.
Bron: NIOD, toeg. nr. 077, inv. nr. 1328

Eén van de crashes betreft een Armstrong Withworth Whitley van No 58 Squadron, welke is neergeschoten door een Duitse nachtjager.
Bron: SGLO, crash database, crashnummer T0846

Lees verder

Woensdag 18 September 1940

Op 18 september 1940, vlak voor middernacht 22.30 uur stortte het eerste geallieerde vliegtuig neer in Winterswijk/Meddo.
Neergehaald door de Duitse nachtjager Paul Gildner
Hierbij kwamen 5 inzittenden om het leven.

Douglas William Austen (Sergeant)

Albert Alfred Ellis Crossland (Sergeant)

Eric Ford (Pilot officer)

Charles Frederick Marshall (Sergeant)

Robert Edward Salisbury (Sergeant)

Gegevens:
Vliegtuig: Whitley P5008
Basis:
Bestemming: Hamm (Dld)
Crash: Winterswijk/Meddo
Bemanning: 5 (allen overleden)

Op 19 september kwam P.O.Williams o.a. om bij een crash te Mariënvelde (zie crash 19 september). Hij werd als enige begraven met de slachtoffers van 18 september te Winterswijk.

Op 21 Sept. werden 3 gesneuvelden op het Alg. Kerkhof met militaire eer ter aarde besteld, en op 26 Sept. d.a.v. de overige 3.

23 september 1940 Winterswijkse Courant
BRITSE VLIEGERS VONDEN HUN LAATSTE RUSTPLAATS
AAN HET GRAF EINDIGT HET VIJANDSCHAP

Drie leden der Britse vliegtuigbemanning, die in den nacht van woensdag op donderdag met hun bommenwerper door een jager werden neergeschoten en daarbij jammerlijk om het leven kwamen, zijn zaterdagmiddag door den Duitsche Wehrmacht met militaire eer op de Algemeene begraafplaats te Winterswijk ter aarde besteld.
Het was een zeer indrukwekkende plechtigheid, waarbij uit den aard der zaak door het publiek veel belangstelling aan den dag werd gelegd.
Om twee uur had de eerewacht onder commando van Luitenant Iwens haar plaats aan weerszijden van het dubbele graf betrokken.
Links daarvan werd het vuurpeleton opgesteld, terwijl de militaire kapel de uiterst linkervleugel vormde.
Het geheel stond onder bevel van Oberleutnant Carl.
Onder de verdere aanwezige Duitsche officieren bevond zich ook Major Janik.
Het gemeentebestuur was vertegenwoordigd door Burgemeester J.Kneppelhout, vergezeld van zijn echtgenoote.
Gemeente- en Rijkspolitie zorgde voor de afzetting rond de groeve. Drie fraaie kransen van de Duitsche Wehrnacht dekten de baar. Even voor den aanvang der plechtigheid werd namens Winterswijkse arbeiders ook nog een passend bloemstuk gelegd.
Ds.Roobol trad, nadat de indrukwekkende koraalmuziek was verklonken, naar voren en las in het Duitsch voor uit Psalm 103, om vervolgens voor te gaan in gebed.
Oberleutnant Carl, stram groetend, bracht een hulde aan de gevallenen, die bij het vervullen van hun plicht in ridderlijken kamp ten onder waren gegaan.
Vervolgens legde hij de bloemen aan het graf.
En terwijl alle officieren salueerden. klonk tot drie malen toe het scherpe commando “Feuer”, gevolgd door een denderend salvo.
Diep onder den indruk verlieten allen de begraafplaats.

27 september 1940 Winterswijkse Courant
ENGELSE VLIEGERS TER AARDE BESTELD
In de loop van de vorige week zijn zoals bekend, boven Winterswijk en Achter-Zieuwent (gem.Lichtenvoorde) twee Engelsche vliegtuigen door een Duitsche jager naar beneden gehaald.
Een gedeelte der Britsche vliegtuigbemanningen is zaterdag j.l.begraven, terwijl de stoffelijke resten van de overige vliegers, waarvan er twee in Winterswijk en een in Achter-Zieuwent sneuvelden, gistermiddag ter aarde werden besteld; deze lijken konden met het oog op gevaar voor bomexplosie eerst geborgen worden, nadat een deskundige de niet ontplofte bommen onder de machine hadden weggehaald.
Tegen twee uur hadden zich zeer velen op de Nieuwe Algemeene begraafplaats verzameld.
Het gemeentebestuur was vertegenwoordigd door de heren J.Tenkink, wethouder en D.J.Zwagerman, secretaris.
(De burgemeester was verhinderd.)
Duitsche militairen= een afd.S.S.-artillerie was speciaal voor deze plechtigheid overgekomen- vormde onder commando van ‘n Hauptmann de eerewacht voor het graf, terwijl links een vuurpeleton onder bevel van een Wachtmeister stond opgesteld.
Ds.A.G.Kloots, las een tekst uit het oude en enkele teksten uit het Nieuwe Testament in de Duitsche taal en eindigde met het Onze Vader.
Terwijl de drie kisten werden neergelaten, brachten de Duitsche militairen het eere-saluut, aan de overwonnen tegenstanders; namens de Duitsche Wehrmacht werden drie kransen aan de groeve gelegd.
Hierna klonk tot driemaal toe het scherpe commando “Feuer”, gevolgd door een donderend salvo.
Ook nu zorgde marechaussee en gemeentepolitie voor de afzetting rond de groeve.
Vele belangstellenden brachten den gesneuvelden, die allen bij elkaar hun laatste rustplaats gevonden hebben, een laatsten groet, waarmee aan deze korte maar indrukwekkende plechtigheid een einde kwam. 



Verhaal Peter Rhebergen

In de avond van 18 september 1940 kreeg Winterswijk te maken met het eerste Geallieerde vliegtuig dat op haar grondgebied. neerstortte.

Dat gebeurde omstreeks 22.30 toen een tweemotorige Whitley bommenwerper werd neergeschoten door de Duitse nachtjagerpiloot Feldwebel Paul Gildner die daarvoor reeds een flink aantal Geallieerde vliegtuigen had neergehaald en daarin ook daarna nog succesvol zou blijken te zijn.

De Whitley was één van de vliegtuigen die de R.A.F vooral in het begin van de oorlog inzette om aanvallen uit te voeren op Duitse doelen. Naarmate de oorlog vorderde werd dit type al vrij snel teruggetrokken omdat het vanwege o.a zijn lage snelheid, beperkte actieradius en geringe klimvermogen eigenlijk niet voldeed aan de eisen die gesteld werden aan een goede bommenwerper.

De vliegers noemden het vliegtuig wel eens ‘de vliegende schuurdeuren’ dat zegt wel iets over de kwaliteiten die ze eraan toedichten. 

De Winterswijkse Whitley met Serienummer P-5008 en Squadroncode GE-N nam samen met andere vliegtuigen deel aan een aanval op het grote spoorwegemplacement bij de stad Hamm en was om 20.10 uur opgestegen van het vliegveld Linton- on-Ouse in Engeland. Het behoorde toe aan het Nr. 58 Squadron.

Aan boord waren 5 bemanningsleden te weten: Pilot-Officer Ford ( piloot), Sergeant Crossland, Sergeant Marshall, Sergeant Salisbury en Sergeant Austen.

Maar, zoals eerder vermeld, kwam het toestel boven Winterswijk voor de lopen van de Messerschmitt BF-110 van Paul Gilder die het in brand schoot waardoor het tenslotte neerstortte in een bosgebiedje tussen Winterswijk en Groenlo niet ver van het Meddoseveen.

Bij de crash kwamen alle 5 bemanningsleden om het leven . 

Opmerkelijk is dat dezelfde Paul Gildner een aantal uren later nog een Whitley neerschoot die neerstortte bij Achter-Zieuwent nu genaamd Mariënvelde waarbij ook de gehele bemanning van 5 personen om het leven kwam.

De gesneuvelde vliegers werden een aantal dagen na de crash met militaire eer begraven op de Algemene begraafplaats in Winterswijk. Dat gebeurde in de beginjaren van de oorlog nog. Later was hiervan geen sprake meer.

Bijzonder is echter dat er in Winterswijk totaal 6 vliegers van de crash van 18 september 1940 liggen begraven in plaats van 5.

Dat is er dus iets niet goed en dat is ook zo.

De verklaring hiervoor is dat Sub-Lieutenant Peter Williams, die een marineman was en behoorde tot het onderdeel HMS Daedalus en waarschijnlijk was gedetacheerd bij de RAF zich niet aan boord bevond van de Winterswijkse Withley maar van de andere die bij Mariënvelde neerstortte, ook in Winterswijk is begraven.

Waarom hij hier is begraven is tot op heden nog een mysterie.

Het zou kunnen zijn dat hij wat later is gevonden en dichter bij het Meddoseveen dan bij de crashplek van zijn toestel in Mariënvelde en men toen gedacht heeft dat hij behoorde tot de bemanning van de Winterswijkse Whitley.

Tevens zou er ook een getuige zijn die beweerd zou hebben dat hij dood aangetroffen is in het Aaltense Goor.

We zullen het nooit te weten komen.

LATEN WE DEZE JONGEMANNEN DIE HUN LEVEN VERLOREN IN EEN VREEMD LAND EN BEGRAVEN LIGGEN OP DE ALGEMENE BEGRAAFPLAATS IN WINTERSWIJK IN ERE HOUDEN!

“When you go home, tell them of us and say

For your tomorrow, we gave our today”.

Daar word je toch best wel even heel stil van.

Peter Rhebergen.



Lees verder