oudwwijk
Digitaal erfgoed

Gerrit Prinsen 48 jaar

PRINSEN                                48 jaar
Roepnaam: Gerrit
Voornamen: Gerrit Jan
Geboren:  27-10-1894 te Winterswijk
Overleden: 19-11-1942 te Soesterberg (vliegveld)
Begraven:Gem.Begraafplaats te Almelo Vak D9, rij 2 , nr.871
Ouders: Jan Hendrik Prinsen (07-03-1866 te Winterswijk-overl.12-03-1928 te Winterswijk)  en (getr.01-08-1890 te Winterswijk) Hendrika Wilhelmina Nuijs (08-09-1861 te Winterswijk-overl.15-03-1946 te Winterswijk)
Partner: Clara Franciska Bakker  (14-03-1901 te Doesburg-overleden 20-02-1999 te Almelo)  1 kind
Trouwdatum::27-09-1926 te Leiden
Beroep: Banketbakker
Woonadres: Ze wonen eerst in Delft en vanaf 19-03-1930 in Almelo, Grootestraat 77 
Groep:Verzet
Erelijst van Gevallenen 1940-1945,pag.651. no.4

Erelijst van Gevallenen, blz.651

Gerrit-Jan Prinsen
Verzetsman van het eerste uur, Gerrit-Jan Prinsen geboren in Winterswijk, banketbakker aan de Grotestraat 77 te Almelo. Samen met Hendrik Gerritsen uit Hengelo was hij de leidende figuur van de Verzetsgroep Het Oranjevendel

Zij hielden zich o.a. bezig met spionage, het terugbrengen van Engelse militairen en het verplaatsen van Joden.
Door samenwerking in oktober 1941 met een in Nijmegen werkzame verzetsgroep o.l.v. M.C. Cavalje ging echter alles fout. Via infiltratie en het daarop volgende verraad door Willy Kramer en Sophie Maschkov-Menso, bij het overbrengen van militairen naar Engeland, kwam een einde aan het verzetswerk en worden velen gearresteerd in het voorjaar 1942.  Deze twee verraders bestelen samen met Untersturmführer Blaese ook alle militairen en Joden van hun bezittingen.

In Almelo worden velen gearresteerd welke werkzaamheden verrichten voor Het Oranjevendel. O.a.familie Braam, dokter Silvergieter Hoogstad, dokter de Gruyter, familie van der Aa, familie W. Nauta, familie J. Meesters en familie Hermelink.
26 februari 1942 wordt Gerrit Jan Prinsen door SD’ers opgepakt. Samen met o.a.Gerritsen, Meesters, Hermelink, Braam, de Gruyter en Silvergieter Hoogstad worden zij opgesloten in “Oranje Hotel”, de beruchte gevangenis in Scheveningen, en daar veroordeeld  op 5 oktober 1942 tot de doodstraf.
Velen zullen later gratie krijgen, voor vier leidinggevenden geldt dit niet. Gerrit Jan Prinsen is op 19 november 1942 te Soesterberg gefusilleerd samen met M.C. Cavalje, C.W.R. Wilmink en H.M. Moquette.

Vele anderen werden gezonden naar kampen in Duitsland. Jan Meesters uit Almelo overlijdt op 15 oktober 1943 te Neuengamme. Albert Hermelink uit Almelo overlijdt in de nacht van 5 op 6 september 1944 tijdens transport van kamp Natzweiler naar Dachau. Dokter W.A. de Gruyter uit Almelo overlijdt op 11 december 1944 in Siegburg. Gerard Hemmer uit Geesteren overlijdt op 5 februari 1945 in Dachau W. Nauta maakt de bevrijding mee, maar overlijdt op 2 mei 1945 in Dachau. Hij was zeer verzwakt door de typhus en had hongeroedeem. Op 3 september 1960 is hij op het ereveld in Loenen herbegraven. De heer Silvergieter-Hoogstad is een van de weinigen die het gevangenschap overleefden.

De vier gefusilleerden van Oranjevendel, waaronder Gerrit Jan Prinsen werden pas na de oorlog gevonden in een massagraf in Soesterberg.
De slachtoffers lagen in een Engelse bomkrater van 10 -12 meter diep. Het graf was overdekt met bomen en andere materialen. Na het openen van het massagraf zijn 33 stoffelijke overschotten gevonden van verzetsstrijders, welke later onder de naam ‘De 33 van  Soesterberg’ bekend werden.

Fietsplaatje G.J.Prinsen, gevonden in 2017 in Almelo

VERZETSGROEP ORANJEVENDEL

MARTINUS CORNELIS CAVALJÉ

HENRI HERMAN MOQUETTE

GERRIT JAN PRINSEN

GERRIT WILLEM EDUARD WILMINK


DE 33 VAN SOESTERBERG

‘HIER WERDEN VELE VADERLANDERS DOOR DUITSE HAND GEFUSILLEERD 1940-1945’

Kort na de tweede wereldoorlog werd een onderzoek gedaan naar de stille fusillade tijdens de bezetting door de Duitsers op 19 november 1942. Onderzoek naar het massagraf is uitgevoerd door majoor W.J.  Siedenburg, Hoofd Dienst Identificatie en Berging Massagraven. De slachtoffers lagen in een Engelse bomkrater van 10 -12 meter diep. Het graf was overdekt met bomen en andere materialen. Het graf lag niet precies op de locatie van het kruis. Het graf is gevonden in augustus/september 1945. De slachtoffers zijn op diverse begraafplaatsen herbegraven. In het najaar van 1945 is een eenvoudig houten kruis bij de heuvel ter hoogte van de Duitse inschietbaan geplaatst op initiatief van de heer Pasman van de gemeente Soest in samenwerking met de Vereniging van Oud-Illegale Werkers te Soest. De herdenkingen hebben vanaf 1946, op initiatief van de Politie-inspecteur Scholtmeijer uit Soest, met onderbrekingen plaatsgevonden De vliegbasis Soesterberg is in 1951 opnieuw operationeel geworden.

De 33 van Soesterberg die jaarlijks op 19 november worden herdacht zijn door de bezetter uit diverse plaatsen in Nederland naar Soesterberg gebracht om daar te worden gefusilleerd omdat zij zich verzetten tegen de schending van vrijheid en verdraagzaamheid. Zij kwamen niet uit Soest of Soesterberg. De meeste waren voornamelijk afkomstig uit Amsterdam, Hengelo en Deventer. De meeste hadden beroepen als metaalbewerker, stukadoor, los arbeider, schilder, monteur, elektricien, landarbeider, stratenmaker, banketbakker en een gemeentewerkman.

Zonder meer landgenoten die opkwamen voor de vrijheid van hun medemens en hun vaderland en dit door een laffe daad van de bezetter met de dood hebben moeten bekopen.Naast het houten kruis is in een later stadium nog een stalen bordje met opschrift geplaatst 

Clara hertrouwd: 23-04-1946
Hendrik Smaling
Geb: 16-03-1903 Apeldoorn
Ovl: 01-04-1992 Almelo


Lees verder

Hendrik Plekenpol 40 jaar

PLEKENPOL                                40 jaar
Roepnaam: Hendrik
Voornamen: Hendrik
Geboren:  18-08-1902 te Winterswijk
Overleden: 11-04-1943 te Oberndorf am Neckar
Begraven: Ned.Ereveld te Frankfurt Vak/rij/nummer F2 17 
Ouders: Barts Plekenpol (22-08-1863 te Winterswijk-overl.19-02-1940 te Winterswijk) en (getr.09-05-1890 te Winterswijk) Antonia Antonetta Aalbers (21-11-1866 te Aalten-overl.21-05-1952 te Winterswijk)
Partner: Frieda Filip (16-11-1905 te Buer (Dld)-overl…-..-..)  
Trouwdatum: 29-01-1927 te Winterswijk 
Kinderen:
Beroep: fabrieksarbeider
Woonadres: (1920 Vredenseweg 29)  te Winterswijk
Groep:Arbeidsinzet

De stad Oberndorf am Neckar besloot in 2005 een gedenkteken te bouwen als herinnering aan de vele buitenlandse dwangarbeiders die hier tijdens de oorlog 1940-1945 zijn omgekomen.

Uit Winterswijk zijn hier omgekomen:
Johan Fintelman en Hendrik Plekenpol
Ook wordt door Dhr.Willemsen gesproken over Berenschot.

H.J.W.Willemsen (Roelvinkstraat) verteld:

De heer Willemsen weet zich nog te herinneren dat op 17 november 1942 ‘s ochtends de Duitsers bij de directie van Meijerink en zonen kwamen en te kennen gaven dat ze meer arbeiders naar Duitsland wilden hebben en mannen van 18 tot 45 jaar vorderden.
‘De directie heeft nog van alles geprobeerd om ons te houden, maar dat lukte helaas niet.
We moesten binnen een week naar Oberndorf am Neckar in Duitsland om daar oorlogsmateriaal te maken. op 24 november 1942 ‘s middags werden wij met 24 personen met de trein naar Oberndorf am neckar gebracht. Dat ging met de Nederlandse trein naar Arnhem en vervolgens met de Duitse trein over Keulen naar Stuttgart.
In de ochtend van 25 november kwamen wij in Stuttgart aan. De groep van 24 personen werd verspreid over verschillende plaatsen in een grote fabriek, die de naam Manser Werke had.
Toen wij er een week werkten, constateerden we, dat er nog achte personen van Willink-Blijdenstein en nog een aantal Winterswijkse bouwarbeiders in die fabriek werkten. 
Alles bij elkaar waren wij met een groep van 45 tot 50 Winterswijkers.
Er werkten wel tien-tot twaalfduizende mensen. Van alle nationaliteiten. Russen, Italianen, Fransen, Polen en Hollanders.
Als we na het werk uit de fabriek kwamen, moesten we wel een half uur lopen een berg op, naar een cafe-restaurant, dat leijenhof heette.Daar was een aardig meisje en die zorgde voor het eten. Dat was toen nog wel aardig goed. Daar was ook een slaapvertrek. 

We sliepen met vijftien personen op één vertrek. De één boven, de ander onder.
We waren daar toen een maand of zes en het eten werd er niet beter op. Zodat er geleidelijk aan wat van onze vrienden ziek werden. Ze werden dan opgenomen. Rechts van die fabriek was een groot gebouw met vooraan de kantine en achteraan kamers voor zieken. 
Kan mij nog goed herinneren hoe Johan Fintelman, die was opgenomen er aan toe was.
Deze is daar ook overleden. Ook mijn vriend de Winterswijker Berenschot is er gestorven. 
‘We waren daar een goed half jaar’, toen die vreselijke ziekte typhus uitbrak. Het werd steeds erger met de zieke mensen. Het gebeurde wel dat er in één week acht personen overleden. Het eten werd ook steeds slechter. Een beetje koolsoep met ongeschilde aardappelen , daar moest je de hele dag op werken. 
Op zekere dag werden we overgeplaatst naar de barakken, die nog maar een kwartier weg lagen van de fabriek.
In de tijd dat de barakken werden opgezet, zijn wij één keer met verlof geweest in Winterswijk, voor een periode van negen dagen. 
We moesten weer terug naar Oberndorf. Daar aangekomen kwamen wij in die barakken en daar was het eten nog slechter geworden. Als we in de nacht moesten werken, kregen we ‘s avonds in de kantine een klein bordje pap.Daar moest je de hele nacht op werken.
We waren zo’n drie maanden in de barakken, toen we zo’n last kregen van ongedierte. de wandluizen liepen ons
‘s nachts over de lichamen. Het werd één vieze troep. 
In Februari 1945 gooiden van die grote Engelse bommenwerpers de hele machinekamer en het ketelhuis kapot. Nadien zijn we niet veel meer in de fabriek geweest. Onze Winterswijkse vriend Jan Wieskamp lag in maart 1945 in het ziekenhuis, daar in Oberndorf, met een vreselijke ziekte en hij is daar begin april 1945 overleden.
Een half uur lopen van het stadje Oberndorf was ook een straflager, concentratiekamp. 
Daar stierven wel tientallen mensen.
We hebben daar in Oberndorf veel met angst en verdriet moeten leven en veel ondervonden en meegemaakt. Wat waren we blij toen we op de twintigste april 1945 door de Fransen werden bevrijd.


Lees verder

Jan Albert Pillen 55 jaar

PILLEN                                55 jaar
Roepnaam: Jan
Voornamen: Jan Albert
Geboren:  18-12-1889 te Winterswijk
Overleden: 21-03-1945 te Varsseveld
Begraven:
Ouders: Fredrik Jan Pillen (15-02-1836 te Winterswijk-overl.02-02-1923 te Winterswijk).en (getr.25-08-1882 te Winterswijk)  Anna Sophia Blekkink (24-11-1864 te Winterswijk-overl.03-02-1915 te Winterswijk)
Partner: Janna Harmina Vriesen (03-02-1893-overl.16-03-1974)
Trouwdatum: 25-10-1912 te Winterswijk
Kinderen:
Beroep: fabrieksarbeider/inpakker
Woonadres: Iepenstraat 41 Winterswijk
Groep:Burgerslachtoffers

Beschieting bij Algemene begraafplaats  in Varsseveld

Ook voor de spitters was het een zware dag. Zeer begrijpelijk hadden velen den laatsten tijd het spitten gelaten voor wat het was, ondanks alle dreigementen en fulminaties van O.T.- en Arbeidsinzet-,  “autoriteiten”. Zoo langzamerhand werd men fatalistisch en ging men van de stelling uit: de mensch kan maar 1 dood sterven! Een groep was echter dien morgen naar Varsseveld vertrokken, welke plaats dezen dag ook door bommen werd getroffen. Helaas vielen hierbij weer slachtoffers te betreuren, waartoe ook een aantal Winterswijksche mannen behoorden. Er vielen vijf dooden, n.l.:
J.F. Deunk                          R. Veldhuis
B.Geurink                           G.J. Vriesen
J.A.Pillen

J.A.Pillen en G.J.Vriesen waren zwagers

Aangifte overlijden gem.Winterswijk 04 juni 1945


Lees verder

Jan Albert Peters 34 jaar

Peters           34 jaar
Roepnaam: Jan
Voornamen:Jan Albert
Geb:09-04-1906 te Winterswijk
Overl:10-05-1940 te Dordrecht Mijlweg
Begraven: Graf geruimd Alg.Begraafplaats Winterswijk, vernoemd op Monument Ereveld Grebbeberg
Ouders:Jan Derk Peters (30-07-1884 te Winterswijk-overl.17-07-1972 te Winterswijk) en (getr.24-11-1905 te Winterswijk) Gesiena Berendina Oonk (25-01-1888 te Winterswijk-overl.11-06-1949 te Winterswijk)
Verloofd: Truus Knoop
Beroep :Losarbeider
Woonadres: (1920 Misterstraat 54) te Winterswijk
Groep: Koninklijke Landmacht  Soldaat 2-II-28R.I.
Erelijst Gevallenen 1940-1945, pag.1390 no.1 als Jan Abert Peters.

Sneuvelde vlak na de vuuroverval op de kopgroep van het bataljon Ravelli, toen Duitse parachutisten nadrongen en diverse Nederlandse militairen gevangen namen en uitschakelden rond het kruispunt Mijlweg/Zuidendijk.

Jan Albert Peters was verloofd met Truus Knoop

Jan Albert Peters. Tweede rechts.
Erelijst van Gevallenen, blz.1390
02 augustus 1940, G.B.
02 augustus 1940,Tubantie, Delpher
Lees verder

Lambertus Peper 28 jaar

Peper, Lambertus Gerard              28 jaar
Roepnaam: Lambertus
Voornamen:Lambertus Gerard
Geb:22-08-1911 te Winterswijk
Overl:10-05-1940 te Rhenen, Grebbeberg
Begraven:Militair Ereveld Grebbeberg, rij 1 graf 63
Ouders:Pieter Julius Johannes Peper (11-08-1873 te Amsterdam-overl.26-01-1961 te) en (getr.18-01-1907 te Winterswijk) Stiena Aalbers (01-07-1874 te Aalten-overl.27-02-1935 te Winterswijk)
Beroep:spoorwegarbeider
Woonadres: Jan Tooropstraat 31(21?) te Winterswijk , later Leiden
Groep: Koninklijke Landmacht  dpl. Soldaat, 8eCompagnie Mortier en van 8 
Erelijst Gevallenen 1940-1945, pag.1389 no.8

Op 8 juni 1940 gevonden in de kelder van het garagebedrijf gelegen ten oosten van het viaduct langs (noord van) de straatweg Rhenen- Wageningen. Lag tot 8 april 1941 als onbekende militair begraven. 
Had zich verscholen in een kelder van een garage. 
Mogelijk en zelfs waarschijnlijk gevlucht vanaf ( het nog steeds bestaande ) Huize Wilhelmina aan de Grebbeweg, waar een aantal van zijn kameraden door de Duitsers is neergeschoten. 
Deze kelder raakte tgv een (eigen/Nederlandse) artillerievoltreffer onder water waardoor hij verdronk. Wordt op 08 juni  door werklieden gevonden. 
Bron: Rapport van begravingen van Sgt.Sellies

Erelijst van Gevallenen blz.1389

Website: OudLeiden.ml 
LEIDENAREN, GESNEUVELD IN DE MEIDAGEN
Lambertus Gerard Peper, geb. 22 Aug.1911 te Winterswijk, ongehuwd, spoorweg-arbeider, Rhenen.

Aangifte overlijden gem.Rhenen 23 mei 1941


Lees verder