oudwwijk
Digitaal erfgoed

Jan Buisman 19 jaar

BUISMAN                                          19 jaar
Roepnaam: Jan 
Voornamen: 
Geboren:16-12-1922 te Winterswijk
Overleden: 01-07-1942 te Mühlheim a/d Ruhr
Begraven: Nationaal Ereveld Loenen Vak E 1440
Herbegraven: Alg.begraafplaats Winterswijk
Ouders: Pier Buisman (10-12-1891 te Spanga-overl.18-02-1967 te Winterswijk) en (getr.17-06-1921 te Winterswijk)  Gesiena Sluiskes (06-01-1897 te Winterswijk-overl.06-06-1968 te Winterswijk)
Beroep:Smid/bankwerker
Woonadres: Wamelinkweg 4 te Winterswijk
Groep: Strafkamp 

Het zal je als jongen van een jaar of tien, twaalf maar overkomen als ze niet zo ver bij je uit de buurt een groot strandbad maken. Als je dan ook nog liefhebber bent van zwemmen is het allemaal geweldig. Trouwens voor heel sportief Winterswijk was de komst van het strandbad een geweldige opsteker. Nou ja, je kon wel zwemmen in de beek en bij Den Helder was weliswaar een officiële zwemgelegenheid gemaakt, maar al met al stelde het niet veel voor. Maar de komst van het nieuwe zwembad gaf de zwemsport een nieuw elan. De Winterswijkse watersportvereniging was sterk in opkomst en de jongens van de WWV waren erg populair. Een van hen was Jan Buisman.



Het was in 1942. Nederland was al wel twee jaar bezet maar de maatregelen van de bezetter maakten de bevolking nog niet erg bang. De Wilhelminastraat moest in het vervolg Tricotstraat heten.Talrijke verenigingen werden opgeheven en men moest lid worden van de organisaties op Nationaal socialistische grondslag als men georganiseerd wilde zijn. De vakverenigingen werden opgenomen in het Nederlands Arbeidsfront, de landbouworganisaties kwamen in de Landstand. Maar al die organisaties hieven zichzelf op en de Landstand werd een lege huls. Al die maatregelen drukten niet erg zwaar en men was eerder geneigd ze belachelijk te maken omdat ze vaak kleingeestig en ondoeltreffend waren. ook de haast ludieke propaganda om in Duitsland te gaan werken: Grote aanplakbiljetten met een lachende arbeider er op en het opschrift: “Hij lacht, hij is tevreden, hij werkt in Duitsland”, hielpen niet echt. Men bleef toch maar liever dicht bij huis.

Maar Duitsland zat te springen om arbeiders en men ging over op hardere maatregelen. De ondernemers kregen opdracht een zeker percentage van hun personeel naar Duitsland te sturen. In overleg werden daarvoor natuurlijk de jonge, ongetrouwde werkers voor uitgezocht die er in sommige gevallen ook nog een avontuur in zagen. Ook de baas van Jan Buisman moest personeel leveren en Jan werd als 19 jarige ook uitgekozen. Hij probeerde nog wel zich af te laten keuren maar voor zo’n sportieveling was dat natuurlijk een lachertje, hij probeerde het dan ook vooral om z’n moeder gerust te stellen.

Jan deed op 17 mei nog even examen voor landmachinist en vertrok met de anderen op 19 mei naar Duitsland. Hij kwam in Hannover terecht. Het werken stelde eerst nog niet zo veel voor maar het leven in het kamp viel vies tegen en het eten wat ze kregen leek helemaal nergens op, een beetje koolsoep en gelijksoortige kost.

De jonge jongens leden gewoon honger en al gauw kwam men op het idee er vandoor te gaan. Ze waren überhaupt gewoon gek geweest om te gaan, maar ja, van onderduiken had men nog niet veel gehoord en de mogelijkheid daartoe was dan ook nog zeer beperkt.

Maar na een verblijf van een paar weken wist men hoe laat het was en ze gingen.Het reizen was hun verboden maar al lopend en gedeeltelijk met een kolentrein waarin men zich verstopt had kwam men toch dicht bij de grens. De kans om gepakt te worden was natuurlijk groot maar daar bij Ratum moest het toch lukken om de grens over te komen. Bovendien kenden ze daar nog jongens in de buurt en die zouden hen zeker helpen.

Vlakbij de grens vroeg men nog een boer naar de weg. Die was naar de markt geweest en had een goed borreltje op maar hij hielp hen toch op weg. Het duurde dan ook niet lang of men stapt de grens over en kwam bij Bollen achter in Ratum terecht waar men hartelijk werd ontvangen. Men belde naar Winterswijk om de familie op de hoogte te brengen dat men terug was. Men kreeg in afwachting van de familie die hen zou afhalen, in de eerste plaats flink wat te eten, wat natuurlijk zeer op prijs werd gesteld. Maar tijdens de gezellige, ontspannen maaltijd ging plotseling de deur open en stapte de Feldgendarmerie binnen die hen gevangen nam. De boer die hun ook de weg naar de grens had gewezen had de Feldgendarmerie gewaarschuwd.

Ze werden naar Vreden gebracht waar vader Buisman hen nog heeft opgezocht. Z’n (postboden) uniform bracht zoveel respect op dat hij toegelaten werd. Maar ze kregen in Vreden ook goed wat te eten.

Na enige tijd in Munster gevangen gezeten te hebben werden ze overgebracht naar de straflager in Essen-Mühlheim. Daar moesten ze graafwerk verrichten.

Ze hadden het er niet best. Volgens de andere jongens kreeg Jan Buisman daar buikklachten. Het werd steeds erger. Maar buikpijn hebben in een Duits straflager maakte niet zoveel indruk. 
“Bauchschmerzen? Ach wass; blöd’sinn. Arbeiten!!
Maar de andere dag was Jan dood.

Het was voor z’n vrienden natuurlijk ook iets verschrikkelijks, al werden ze al gauw weer teruggebracht naar Hannover.Ze schreven gezamenlijk naar hun vroegere baas dat ze weer in Hannover zaten en dat Jan was overleden. Die stapte met het kaartje naar Jans vroegere huisarts, die, via een tante van Jan, de familie op de hoogte bracht. Bijna vijf weken na zijn overlijden kregen de ouders van Jan officieel bericht van z’n overlijden. Een vreselijke boodschap natuurlijk.

Hij was het eerste slachtoffer van de arbeidsinzet. Het was een grote schok voor Winterswijk. Het bleek opeens dat de oorlog menens begon te worden. Een gezonde sportieve jongen bleek binnen twee maanden na z’n vertrek naar Duitsland al te zijn overleden en van toen af aan wist iedereen dat werken in Duitsland geen sinecure was.

De boer over de grens die hem had aangegeven vertelde later dat hij in de verlopen kerels (de jongens zagen er natuurlijk na de lange tocht van Hannover naar de grens allesbehalve keurig uit), de daders had gezien die de beruchte Heydrich misschien wel hadden vermoord. Hij betoonde erge spijt van z’n gedoe en beloofde hen de beste koe uit z’n stal als de Winterswijkers hem vergeven wilden. Maar daar dacht natuurlijk niemand over. Na de oorlog heeft men hem over de grens gehaald en heeft hij hier een poos vastgezeten.

Na het bericht van Jans overlijden kwamen er nog brieven van hem binnen. En ook het bericht dat hij geslaagd was voor z’n examen als landmachinist. Hij heeft het zelf nooit geweten. Z’n stoffelijk overschot werd later met hulp van het oorlogsgraven-comite naar hier gehaald en op de Algemene begraafplaats herbegraven.

Zijn nagedachtenis zal bij ons in dankbare herinnering blijven voortleven, schreef de WWV in haar advertentie.
Uit:  De verhalen van Willem:Willem Wilterdink, NWC,1990

Overlijdensadvertentie 1942
Foto: Rina ten Dolle