oudwwijk
Digitaal erfgoed

Joodse vluchtelingen in de krant




1933

Comité voor hulp aan Joodsche vluchtelingen

21-04-1933: Moet dit 21 maart zijn? (Dr.Bos.blz.140)
Comité voor Joodsche vluchtelingen uit Duitschland.
Op verzoek van het hoofd-comité in Amsterdam is alhier een comité gevormd voor heit inzamelen van gelden voor Joodsche vluchtelingen.
Deze gelden worden voor een groot gedeelte aan het hoofd-comité afgedragen, omdat dit het meest om hulp wordt aangezocht. Een klein deel blijft onder berusting van het plaatselijk comité, om, zoo noodig, hier steun te kunnen verleenen. Bij de geloofsgenooten h. t. p. zal een lijst ter inteekening worden aangeboden.
Voorts verzoekt de commissie aan hen die voor dit doel iets offeren willen, dit aan een der leden ter hand te willen stellen.

De Commissie bestaat uit de heeren:
A. de Leeuw Jzn., Gasthuisstr., voorz
D, Schielaar, Spoorstraat, Secretaris.
M. S. Kan, Weurden 44, penningm.
B. Philips, Goudvinkensitraat.
I. Hemelrijk, Wooldstraat.
Jac. Menco, Tuunterstraat.
K. Njhom, Spoorstraat.
A. A. van Gelder, Meddoschestr. 3

De ontrechtlng der Joden in Duitschland

23-05-1933
Onder auspiciën van het comité voor de bijzondere Joodsche belangen te Amsterdam, is een brochure verschenen getiteld „De ontrechting der Joden in Duitschland”.
Deze brochure geeft aan de hand van documenten een overzicht van de voornaamste gebeurtenissen en van belangrijke beschouwingen, in binnen- en buitenlandsche bladen verschenen.
De brochure is tegen 10 cent verkrijgbaar bij de heeren M. S. Kan en D. Schielaar, resp. penningmeester en secretaris van het comité voor Joodsche vluchtelingen alhier, en in Albrecht’s Boekhandel.




1934

Weldadigheidsavond ten bate der Joodsche vluchtelingen

Nieuw Israelietisch Weekblad, 16-11-1934

Zondagavond werd onder buitengewone belangstelling van de zijde van het opgekomen publiek in Excelsior een feestavond gehouden ten bate van bovenstaand doel. Binnen veertien dagen waren alle voorbereidselen getroffen om het werk van het Amsterdamsche steuncomité voor Joodsche vluchtelingen financieel te kunnen steunen. Zoowel het niet-Joodsche als het Joodsche publiek van Winterswijk en vele fabrikanten van elders hadden in elke mogelijke vorm consumptie-artikelen en kunstvoorwerpen vrijgevig geschonken, om het plaatselijk comité alhier gelegenheid te geven met de minste onkosten een maximum ontvangst te bereiken. In het bijzonder memoreeren wij dat het strijkje Schepel belangloos voor muziek zorgde. Met dankbaarheid gewaagden dan ook de voorz., de heer A. de Leeuw, en de eerw.heer Schielaar in hun toespraken van deze daden van mildheid ten bate van hen, die door een regime, dat nu juist niet bijzonder de instemming der wereld oogst, gedwongen waren, vaak met achterlating hunner bezittingen, een goed heenkomen te zoeken. De traditie getrouw, heeft onze regeering voor dezen, zooals dit geschiedde in de 16e en 17e eeuw voor réfugiés van een niet-gedulde godsdienst, haar poorten geopend om hier vrij te kunnen ademen.
Deze berooiden te helpen, was een vanzelfsprekende gedachte, en zoo dit feest, dat onder zang, dans en voordrachten tot laat in den nacht werd voortgezet, deze gedachte in de daad omgezet.
Vele dames en heeren droegen elk op haar of zijn wijze tot het succes ervan bij, zoodat een belangrijk bedrag aan het Steunfonds te Amsterdam kan worden afgedragen.

Aan het slot sprak de heer J. Menco een warm woord van dank tot de aanwezigen, in het bijzonder tot alle medewerkenden en bracht hulde aan ons Vorstenhuis en onze Regeering, die met alle kracht het hunne doen, om een der hoofdgedachten van waren godsdienstzin, verdraagzaamheid, op Neerlands bodem te handhaven. (Wintersw. Crt.).




1938

Romann

13-01-1938:
Paul Romann als vluchteling naar Winterswijk.
Wil logeren bij zwager David Meijler en zus
Na Kristallnacht meer Romans

Anschluss Oostenrijk

12 maart 1938 – Joodse Oostenrijkse vluchtelingen.
Minister van Justitie Goseling – vluchtelingen ongewenst.
09 juni plm.25.000 Joodse vluchtelingen in Nederland

Vluchtelingenleed

27-09-1938
Als een speelbal heen en weer geworpen
Zoo men weet, laat onze regeering gelijk vrijwel alle andere landen geen vreemdelingen toe, die zonder voldoende middelen van bestaan zijn.
Dit vraagstuk is zeer actueel geworden tengevolge van de massa-vlucht van Joden uit Duitschland en Oostenrijk.
Af en toe geeft dit aanleiding tot erbarmelijke grenstooneelen.

Uit den trein gesprongen.
Zoo sprong Zaterdagavond j.l. een vluchteling, die te Winterswijk aankwam, doch weer op den eerstvolgenden trein naar Duitschland gezet werd, uit den trein, toen deze goed en wel het station alhier verlaten had.
Onmiddellijk werd de marechaussee gealarmeerd, die er in slaagde den man terug te vinden. Hij werd voorloopig opgesloten en later op transport gesteld naar Arnhem, omdat de man kon aantoonen, dat zijn leven gevaar liep, als hij weer in Duitschland terug kwam.
De autoriteiten moeten thans nog een beslissing over het lot van dezen man nemen.

Heftige scène bij de douane.
Zondag j.l. kwamen uit Weenen twee echtparen hier aan, Joden, getrouwd met R.K. vrouwen en een 18-jarige zoon van een der echtparen.
Zij waren in het bezit vaneen spoorkaartje naar Amsterdam en zeiden op doorreis te zijn naar België vanwaar zij resp. Engeland en Zweden wilden bereiken.
Waar ook deze vluchtelingen zonder middelen van bestaan waren, werd hun de z.g. „doorreis’ door ons land geweigerd en moesten zij per volgenden trein naar Duitschland terug. Dit gaf aanleiding tot bewogen tooneelen. De vrouwen wierpen zich op den grond, pakten den agent van politie, die hen in den trein moest zetten, om de knieën en smeekten, om te mogen blijven.
Doch wet is wet: de huidige voorschriften laten vreemdelingen-zonder- bestaan in ons land niet toe, zoodat de douanen, geassisteerd door politie en marechaussée, den harden plicht hadden deze verstootelingen terug te sturen naar Duitschland.
Door hun heftig misbaar lukte het niet deze 5 vluchtelingen in den eerst- volgenden trein te plaatsen, en gingen ze met den trein van kwart voor zes Zondagmiddag terug.

Opnieuw geprobeerd de grens te overschrijden.
Maandag werd een autohouder alhier opgebeld met de boodschap dat in Vreden een 5-tal menschen om een taxi verzochten, om hen naar Zutphen te brengen.
Op de vraag van den auto-verhuurder, wie er vervoerd wenschten te worden, kwam als antwoord: gaat u maar naar Vreden, naar het opgegeven adres, het is in orde.
Hier vond de Winterswijksche taxi-chauffeur dezelfde 5 vluchtelingen, die Zondag naar Borken waren terug gezonden.
De chauffeur wist evenwel niet met vluchtelingen te doen te hebben; bij de Hollandsche douane gekomen, werden de 3 mannen en 2 vrouwen evenwel opnieuw aangehouden en terug gezonden.
Zij zullen hun pogingen wel niet nalaten, om Holland in te dringen, daar deze menschen zeggen in Duitschland geen bestaan en geen leven te hebben.
Van Joodsche zijde in Winterswijk trok het geval vanzelfsprekend veel belangstelling. Ook de Burgemeester toonde belangstelling voor dit vluchtelingenleed; Den Haag is nog opgebeld, doch de instructie luidde onverbiddelijk: terug naar Duitschland.
Ons land kan nu eenmaal al deze menschen zonder bestaan niet toelaten.


KRISTALLNACHT

van 9 op 10 november 1938

Uit het grensgebied gezet

14-10-1938
Naar we vernemen, is de heer S. alhier uit het grensgebied verwijderd, omdat hij zijn medewerking heeft verleend vluchtelingen over de Nederlandsche grens te helpen.

Dit zal Dhr.Schielaar betreffen. Ook Nihom, Klaas Schepel en nog een Winterswijker (ombekend) kregen dit verbod. – Hans

Joodsche vluchtelingen.

16-11-1938:
Gedurende eenige dagen, sinds de uitbarsting tegen het Duitsche Jodendom, hebben een 7-tal vluchtelingen op het politie-bureau alhier verblijf gehouden. Het was een gezin van 6 personen en een familielid, terwijl 1 vluchteling in de marechaussee-kazerne vertoefde.
Nadat familie-leden en geloofsgenooten zich garant hadden gesteld voor het levensonderhoud dezer vluchtelingen, is door de hoogere autoriteiten beslist, dat zij niet naar Duitschland behoefden terug te keeren. Daarna zijn ze in vrijheid gesteld.

Alle Duitsche treinen worden grondig geïnspecteerd.

18-11-1938
De groote invasie van Joodsche vluchtelingen, waarop de autoriteiten blijkbaar gerekend hadden na de Duische uitbarsting tegen het aldaar wonende Jodendom, is achterwege gebleven.
Via de officieele toegangswegen zijn b.v. gister 10, vandaag slechts 3 Joodsche vluchtelingen Winterswijk binnen ekomen.
Voor bewaking en controle zijn ca. 60 man militaire politie gearriveerd, die elke uit Duitschland binnenkomende trein (ook goederen treinend omsingelen en ïnspecteeren.
Terwijl marechaussees en militaire politie op de treeplanken springen en het uitstappen der passagiers beletten, gaan andere manschappen de compartimenten binnen en onderzoeken grondig wie en wat ons land binnenkomt.
Nog steeds geldt het parool: armlastigen worden niet toegelaten.
Om redenen van zelfbehoud kan ons land geen massa-intocht van Joodsche vluchtelingen toelaten. Voor ieder persoon wordt dan ook nog steeds machtiging gevraagd van het departement van justitie, of de betrokken vluchteling in ons land mag blijven.
Waar intusschen zoowel de plaatselijke joodsche bevolking als nationale joodsche hulp-comité’s veel voor deze vluchtelingen doen, is de praktijk der laatste dagen geweest, dat de vluchtelingen permissie kregen in ons land te blijven.
Natuurlijk vertellen deze vluchtelingen veel van het hun overkomen leed; wij hoorden echte „gruwelverhalen”, doch waar deze ten eenenmale, oncontroleerbaar zijn, lijkt ons publicatie daarvan uit den booze.
In Borken of althans in de omgeving daarvan schijnt blijkens de verhalen van Duitsche passagiers een trein vol joodsche vluchtelingen klaar gestaan te hebben, waarvan men aanvankelijk aannam, dat deze naar Holland zou komen. De trein had evenwel als bestemming een concentratiekamp. Vanzelfsprekend duurt het eenigen tijd, alvorens de vereischte vergunning voor de vluchtelingen, om in Holland te mogen blijven, verkregen
is. Tot zoo lang blijven zij onder bewaking. De Joodsche bevolking alhier voorziet hem van brood en koffie.
Naar wij vernemen, zijn verschillende Joodsche vluchtelingen, die aan de grens-doorlaatposten toegang tot Holland verzochten, terug gewezen.

Joodsche vluchtelingen aan de grens

Het Vaderland, 19-11-1938

Naar wij in Het Volk (s.d.) lezen, bevonden zich Donderdag veertien joodsche vluchtelingen op het station te Winterswijk. Douane en marechaussee hadden order gekregen dat niemand mocht passeeren, behalve in zeer dringende gevallen een paar kinderen.
Toen de vluchtelingen hoorden dat zij zouden worden teruggestuurd, smeekten zij de ambtenaren hen dood te schieten, opdat hun een nieuwe marteling zou worden bespaard.
De ambtenaren belden Den Haag op, maar zonder resultaat. De wanhoop onder de vluchtelingen steeg. Het oogenblik. waarop de trein, waarmee zij terug zouden moeten gaan, naderde. Tenslotte deden de ambtenaren nog een poging in Den Haag en ditmaal met succes.
Bij wjjze van uitzondering mochten de vluchtelingen voorloopig blijven.
Er bevinden zich thans dertig vluchtelingen te Winterswijk, die onder de hoede van de Israelietische gemeente zijn geplaatst

De Joodsche vluchtelingen.

22-11-1938,N.W.C.
Dank zij vermoedelük het feit dat de grensautoriteiten terstond een doortastende houding hebben aangenomen waardoor men in Duitschland besefte, dat een massavlucht van Duitsche Joden naar ons land ónmogelijk was. zijn betrekkelijk weinig vluchtelingen naar ons land gekomen.
Zaterdag en Zondag zijn via het station ca. 10 vluchtelingen gearriveerd., waarvan plm. de helft mocht blijven; gister kwamen er drie op ’t station alhier aan, waarvan er één mocht blijven.
Bij dit aantal komt. nog een getal vluchtelingen, dat via de doorlaatposten aan de grens toegang tot ons land verkreeg.

Comité voor hulp aan Joodsche vluchtelingen

november 1938:
Voorlopig Comité :
Pastoor J.B.J.Kaeter, Ds.A.G.Kloots, Ds.C.C.de Maar, Ds.J.W.Roobol, Pastoor A.M.J.Vink, Ds.A.Wartena, Ds.F.C.Zwaal

ASYLRECHT AAN JOODSCHE VLUCHTELINGEN.

23-11-1938, De Graafschapper

Adres aan den Raad van Ministers van de Kerkeraden van Aalten, Borculo, Bredevoort, Eibergen, Groenlo, Haarlo, Rekken, Lichtenvoorde en Winterswijk inzake verleening van asylrecht aan Joodsche vluchtelingen.

Het volgende adres is aan den Raad van Ministers te Den Haag gericht :
Geven met verschuldigden eerbied te kennen, ondergeteekenden, J. W. Roobol, predikant te Winterswijk en E. Jansen Schoonhoven, predikant te Lichtenvoorde ten dezen vertegenwoordigende de Kerkeraden van de Ned. Herv. Gemeenten te Aalten, Borculo, Bredevoort (in meerderheid), Eibergen, Groenlo, Haarlo, Lichtenvoorde, Rekken en Winterswijk ; dat genoemde Kerkeraden de berichten uit de grensplaatsen betreffende het terugzenden van wanhopige slachtoffers der Jodenvervolging in Duitschland door Nederlandsche beambten met droefheid vernomen hebben ;
dat zij de aarzeling van de Regeering om tot verruiming van het asylrecht over te gaan, gezien de economische omstandigheden binnenslands volkomen begrijpen ;
dat God echter zijn zegen belooft aan degenen, die aan Zijn bevelen denken om die te doen (Psalm 103 : 18), zoodat het opvolgen van het gebod tot barmhartigheid (Lucas 10 : 25 —37) ook voor het volk geen schadelijke weg kan zijn ;
dat het bovendien in dit speciale geval gaat om nakomelingen van Abraham en het oude Bondsvolk, waaruit onze Zaligmaker is voortgekomen en dat naar de Schrift een bijzondere plaats vervult in Gods Raad met de wereld ;
redenen, waarom zij Uwen Raad eerbiedig verzoeken tot tijdelijke verleening van asylrecht aan Joodsche vluchtelingen te willen besluiten en daardoor voor de in breede kringen van het Nederlandsche volk levende wil tot hulpverleening de gelegenheid te openen om tot de daad te komen.

’t Welk doende, enz., namens de voornoemde Kerkeraden,
(w.g.) E. JANSEN SCHOONHOVEN,
(w.g.) J. W. ROOBOL.
Winterswijk, 21 Nov. 1938.
Lichtenvoorde, 21 Nov. 1938.

Wat er te doen is

Donderdag 24 november 1938:
8.00 uur:
Bijeenkomst tot oprichting van een comité uit de geheele burgerij voor „hulp aan Joodsche vluchtelingen” in sociëteit „De Eendracht”.

Een milde gift

Graafschapbode,23-11-1938

Door de ‘N.V. Kon. Tricot fabriek alhier is f 1000 geschonken voor de ondersteuning van Joodsche vluchtelingen.
Ook heeft genoemde Tricotfabrick gratis onderkleeding toegezegd aan de vluchtelingen, die in Winterswijk zijn ondergebracht.
Van genoemde f 1000 komt de helft ter beschikking van het plaatselijk comité, terwijl de andere helft wordt gestort in het Prof.Cohen-fonds.

Vergadering Joodsche vluchtelingen-comité

25-11-1938:
Donderdagavond kwam op uitnoodiging van een voorloopig comité, in sociëteit „De Eendracht” een aantal ingezetenen bijeen om maatregelen te beramen voor hulp en steun aan Joodsche vluchtelingen uit Duitschland, die door regeeringsmaatregelen binnenkort op ruimere schaal in ons land zouden kunnen worden toegelaten.
Als voorzitter fungeerde Ds. A. Wartena, wien verzocht was als predikant van de grootste kerkelijke gemeente, hier ter plaatse den avond te willen leiden. Spr. deelde mede, dat Ds. Kloots, Ds. Roobol en Ds. Zwaai bericht van verhindering hadden gezonden.
In zijn openingswoord riep spr. het gebeurde der laatste weken nog even in herinnering terug en zette daarna het doel der bijeenkomst uiteen: wat kunnen wij doen om de Joodsche vluchtelingen te helpen?
Voor hen, die reeds in ons land zijn, wordt reeds van verschillende zijden gelden bijeengebracht, doch tevens moet in overweging genomen worden, welke plannen er moeten worden beraamd, wanneer een groote stroom vluchtelingen ons land binnenkomt.
Spr. kan zich aansluiten bij de actie tot steun verleening, georganiseerd door alle jeugdorganisaties in ons land, die Zaterdag 3 December a.s. een groote collecte houden.
Hierbij zou ook Winterswijk zich kunnen aansluiten.
Ds. De Maar deelde mede, dat het Nederlandsche Jeugdleiders-instituut, op verzoek van het: protestantsch christelijk, ’t roomsch-katholiek en het joodsche comité voor vluchtelingen wegens geloof en ras, met instemming en aanbeveling der regeering, het initiatiefgenomen heeft tot het organiseeren van een nationale collecte op 3 December a.s., over het geheele land, ten bate van de vluchtelingen.
De actie zal worden gevoerd met medewerking van Nederlandsche jeugdigen van alle gezindten.
Uit de uitvoerige besprekingen bleek de noodzakelijkheid om in Winterswiik te komen tot oprichting van een Comité van Aanbeveling en een Comité van Actie en Controle voor den collectedag en daarnaast een Huisvestings-Comité, dat zich ten doel stelt onderdak te verschaffen aan vluchtelingen, die eventueel op doorreis of voor langer verblijf zich in Winterswijk ‘zouden ophouden.
Indien noodig, zal getracht worden de vluchtelingen onder te brengen in het oude Postkantoor, voormalige Diaconie Gasthuis, Hermanshoeve en Feestgebouwen in dorp en buurtschappen.
Het Huisvestingscomité zal zich nader in verbinding stellen met de afd. Winterswijk van het Ned. Roode Kruis.
Uit naam der menschelijkheid doet het Comité een beroep op ieder om het streven van het Comité te steunen.
In het Comité van Aanbeveling voor de te houden collecte werden benoemd:
Burgemeester J. Kneppelhout,
PastoorJ. B. J. Kaeter
Ds. A. G. Kloots
Ds. C.de Maar
Ds. J. W. Roobol
Ds. A Wartena
Pastoor A. M. J. Vink, Meddo
Ds. F. C. Zwaal
Het Comité

Het Comité van Actie en Controle voor genoemde collecte werd als volgt samengesteld:
H. Th. J. C. Bekker
A.Kluppels
H. Nuys,
C. C. Th. Rietberg
F. Ritsema
B. Stegeman
H. Wilten.

In het Huisvestingscomité werden gekozen
mevr. Brittijn
mevr. Commandeur
mevr. Ter Haar
mevr. Kneppelhout
mevr. H. Menco
mevr. Thiel;
Dhr.P. Brittijn
B. Th. J. Grimmelt,
terwijl de directeur van Sociale Zaken alhier ambtshalve als secretaris aan dit Comité is toegevoegd.

Besloten werd a.s. Maandagavond 28 November, ’s avonds half acht in café Kraaijenbrink een vergadering te beleggen ter regeling der collecte, waarvoor alle jeugdvereenigingen, zoowel uit het dorp als uit de buurtschappen worden verzocht twee afgevaardigden te zenden.

De voorzitter sprak een slotwoord, waarna de heer Ph. Boers namens dé Joodsche Gemeente ds. Wartena dank bracht voor de leiding van deze vergaring en tenslotte allen, die wat voor de vluchtelingen hebben gedaan en nog zullen doen, in zijn dankwoord betrok.

Smokkelaars van vluchtelingen betrapt

29-11-1938,N.W.C. (in regionaal bericht)
In dit kan nog worden gemeld, dat een Joodsche inwoners* van Winterswijk wegens het smokkelen van vluchtelingen uit het bewakingsgebied is gewezen, binnen 24 uur nadat hij betrapt was.
De betrokkene deed dit echter niet om geldelijk gewin.

COLLECTE TEN BATE DER DUITSCHE VLUCHTELINGEN.

29-11-1938,N.W.C.
Zaterdag a.s. inzameling.
Naar men weet, zal op Zaterdag 3 Decemjber a.s. ook in Winterswijk (in dorp en buurtschappen) de collecte gehouden worden ten bate van hen, die terzake van geloof of ras vervolgd worden, waartoe het initiatief is uitgegaan van het Nederl. Jeugdleiders-Instituut. .
Door het Comité waren gisteravond, in café Kraaijenbrink de vertegenwoordigers van alle plaatselijke jeugdyereenigingen bijeengeroepen ter regeling van de collecte.
Niet minder dan een 20-tal ieugd- organisaties van alle gezindten waren vertegenwoordigd, die allen gaarne hun medewerking toezegden voor de te houden huis-aan-huis-collecte.
Nadat de voorzitter van het Werkcomité voor de collecte de totstandkoming van het plaatselijk comité en zijn doelstelling nader toegelicht had, gaven zich spontaan een meer dan voldoend aantal collectanten voor een deel der buurtschappen en het dorp op. Voor de overige buurten zal nog contact gezocht worden met de hoofden van scholen om zich met de leiding van een praktische verdeeling. aldaar te willen belasten
De secretaris-penningmeester, de heer’ Ritsema, had de oorganisatie reeds prachtig voorbereid, zoodat in weinige oogenblikken de rollen uitgedeeld konden worden.
Dat bij deze collecte een beroep wordt gedaan op alle ingezetenen van Winterswijk, behoeft geen nader betoog.

Steunt de Vluchtelingen.

02-12-1938

„’t Kan geen langer uitstel dulden”,
Sprak het Vlucht’ling-Comité;
’t Stoomde aanstonds op het doel af.
Op z’n Hollandsch: Recht door Zee.

Menigeen is thans in actie,
Maakt zich bovendien gereed,
Om de vluchtende personen,
Bij te staan in al hun leed.

Bij het lezen, zien of hooren.
Van hun leed en angst en smart,
Wordt het ons het kan niet anders —,
Koud en wee aan ’t menschenhart.

Komen hier de vluchtelingen,
Zeer beangst en zeer ontdaan,
Dan zijn wij als medemenschen,
Met hun aller lot begaan.

’t Zeer groot aantal vluchtelingen,
Voelt zich hier op hun gemak,
Want het weet: in gastvrij Holland,
Geeft men gaarne onderdak.

Doch— dit kost de noodige offers,
Oók voor gastvrij WINTERSWIJK;
Geeft dus voor die medemenschen
Van Uw groote mildheid blijk!

Morgen gaat men collecteeren,
Voor het reeds bekende doel;
Laat hierbij eens duid’lijk spreken,
Uw récht menschelijk gevoel.

Wie in staat is om te helpen,
Helpe! ’t Is Uw naastenplicht,
Zéér veel zorg van hen, die vluchten,
Wordt er ruimschoots door verlicht.

VAN DIJK.

JOODSCHE VLUCHTELINGEN AANGEHOUDEN.

Tubantia,06-12-1938

Heden zijn hier acht Joodsche vluchtelingen aangehouden, die over een z.g. smokkelpaadje over de grens waren gekomen. In den Haag is de vereischte vergunning aangevraagd voor een tijdelijk verblijf in ons land. De vluchtelingen zeiden uit een concentratiekamp in vrijheid te zijn gesteld.
De laatste dagen is er een 15-tal, dat niet toegelaten kon worden, naar Duitschland teruggewezen.

Weer méér vluchtelingen.

06-12-1938:
Naar wij uit goede bron vernemen, is ’t getal Joodsche vluchtelingen, dat via sluipwegen de grens passeert (en onze gemeente binnenkomt, de laatste dagen wederom grooter. Er zijn ook vluchtelingen uit de concentratiekampen bij, die erbarmelijke verhalen vertellen van hetgeen zij als gevangenen te verduren hadden.
Was het voorheen zoo, dat men „voldoende middelen van bestaan” moest hebben om tot ons land te worden toegelaten, thans schijnt vooral gelet te worden op de omstandigheid, of de vluchtelingen in lijfsgevaar komen te verkeeren, wanneer zij naar Duitschland terug moeten.
De beoordeeling blijft intusschen zoo streng mogelijk en dagelijks nog worden vluchtelingen teruggestuurd, omdat ons land een overstrooming van Joodsche vluchtelingen niet zou kunnen verwerken.
Een vrij groot aantal voorloopig toegelaten vluchtelingen moet zich iederen morgen komen melden, in afwachting van de beslissing over hun lot door hoogere autoriteiten.
Onze 42 K.M. lange grens met Duitschland blijft dag en nacht stevig bewaakt door de 90 man sterke marechaussee en militaire politie. Voor deze menschen, in het weer der laatste dagen min of meer wat de , volksmond noemt: een „hondenbaantje”.

OPBRENGST COLLECTE VOOR DE VLUCHTELINGEN.




1939

Joodsche vluchtelingen naar een kamp gebracht.

13-01-1939, N.W.C.
Op last van hoogerhand zijn de alhier z.g. „illegaal” vertoevende mannelijke Joodsche vluchtelingen gistermorgen naar een vluchtelingenkamp te Reuver gebracht; naar wij vernamen 22 personen.
Bovendien zijn deze week een 3-tal kinderen van vluchtelingen naar het mooi gelegen kinderherstellings- en vacantieoord „’t Noorderhuis” te Hoogeveen gebracht.

Joodsche vluchtelingen

De Tijd, 11-03-1939

Vrijdagmiddag arriveerde te Winterswijk met den Duitschen trein van 16.57 een 40-tal Joodsche vluchtelingen, meest jongemannen. Ze waren Donderdagavond uit een concentratiekamp bij Berlijn vrijgelaten en waren nu op doorreis naar Engeland.
Na visitatie begaven zij zich naar de wachtkamer, waar het Joodsche Vluchtelingencomité hun brood met koffie aanbood.
Met den trein van 17.59 vertrok het gezelschap naar Hoek van Holland.

Gift van f 10

18-01-1939,N.W.C.
De heer Schielaar alhier ontving f 10.- voor de Joodsche vluchtelingen.
Deze f 10.- is afkomstig uit de collecte tijdens de „Week der Gebeden” der Evan. en Ger. kerk.
Langs dezen weg wordt hartelijk dank gebracht voor deze gift.

Toelating vluchtelingen.

25-09-1939,N.W.C.
De Minister van Justitie brengt met verwijzing laatstelijk naar zijn bekendmaking, opgenomen in het Buitengewoon Politieblad d.d. 29 Augustus 1939, No. 19, nader het navolgende ter kennis van alle organen, belast met het toezicht op de politiaire grensbewaking en van de hoofden van plaatselijke politie.
In verband met den tusschen eenige Europeesche Mogendheden ontstanen oorlogstoestand, welke er toe geleid heeft, dat allerwegen de grenzen voor vreemdelingen worden gesloten, ziet de Nederlandsche Regeering zich tot haar leedwezen genoopt, de toelating van vluchtelingen (Joodsche emigranten enz.) voor duurzaam of tijdelijk verblijf in ons land stop te zetten.
Het volgende wordt terzake nader bepaald:
le. Nieuwe toestemmingen voor de toelating van vluchtelingen (Joodsche emigranten enz.) ook al behooren dezen tot de allernaaste familie van hier te lande wonende personen, kunnen, een enkel zeer bijzonder uitzonderingsgeval daargelaten, niet meer worden verleend

2e Reeds gegeven toestemmingen voor toelating van vluchtelingen, waaronder met intrekking van het bepaalde onder1 in de bovengenoemde circulaire, ook begrepen worden de na 1 Juli j.l. verleende waarop nog geen binnenkomst heeft plaats gehad, moeten als vervallen worden beschouwd.

3e. Voor zoover verzoeken om toelating van vluchtelingen zijn ingediend en daarop nog geen beslissing is gegeven, moeten zij als afgewezen worden beschouwd.

4e. In gevallen, bedoeld onder 2 en 3, zullen nieuwe verzoeken alleen dan in overweging kunnen worden genomen, wanneer blijkt, dat een buitengewoon geval van dringende noodzaak aanwezig is.


Volledigheidshalve wordt er nog op gewezen, dat de transitregeling voor vluchtelingen (Joodsche emigranten, enz.) bedoeld onder punt 2 van de bekendmaking d.d. 24 Augustus 1939, opgenomen in het Buitengewoon Politieblad van dien datum en afgedrukt in de circulaire aan de procureurs-generaal fgd. Directeuren van politie, opgenomen in het Buitengewoon Politieblad van 26 Aug. j.1., No. 18, gehandhaafd blijft voor zoover de noodige reisgelegenheid blijft bestaan.

Vier personen

Verboden zich in grensstreek te begeven, vanaf 10 november 1939 (ca. 35 km.)
Karel Nihom
Schielaar
Klaas Schepel ‘
Nog een Winterswijker (Nihom jr. meld dit)

en hoe zit het met Mozes Kan?