oudwwijk
Digitaal erfgoed

Jean François Velle

DE “PERIODE VELLE”

Jean Francois Velle
Geboren: 04-03-1904 te Hoorn
Getr.02-06-1927 Johanna van Veen Beusichem (05-01-1901 Beusichem- ovl.04-02-1954 Haarlem)
Gescheiden in ………………..
Overleden: 25-04-1970 Amsterdam

Wonende Onderlangs 75HS, Amsterdam.
Gestapo-agent. Is agent van politie te Amsterdam. Schuilnaam: Visser.
14-08-1941 PB 514915.
Heeft na de oorlog in diverse gevangenissen gezeten.

Woonadres Winterswijk Weurden 55

Bij zijn installatie in Winterswijk


Installatie J.F.Velle 1944


Op 1 maart 1944 maakte de 39 jarige opperluitenant Jean Francois Velle zijn opwachting als de nieuwe korpscommandant. Hij kreeg een maand de tijd om zich, naast Feberwee, in te werken als korpscommandant.
Feberwee trad een maand later, op 1 april 1944, in dienst van de gemeentepolitie te Almelo. Het is niet duidelijk geworden in hoeveree burgemeester Bos zich van Feberwee heeft willen ontdoen. Zelf veronderstelde Feberwee dit wel, zo bleek uit een naoorlogse brief van Feberwee aan de burgemeester van Winterswijk.

De komst van J.F.Velle luidde een nieuw tijdperk in. Hij was gehuwd en afkomstig van de staatspolitie Amsterdam, waar hij als 23-jarige zijn carriere bij de politie begon. Als rechercheur 1e klasse was hij werkzaam geweest bij de recherche-centrale. Hij volgde tijdens de bezetting de officiersopleiding aan de P.O.S. (Politie Officiers School) te Apeldoorn, waar men verplicht was de Hitlergroet te brengen. Zijn staat van dienst vermeldde tevens het lidmaatschap van de SS.
Hij ging er prat op, dat hij op een afstand van 20 meter een jonge onderduiker, die probeerde te vluchten, met zijn pistool had doodgeschoten. Velle voegde aan elke ploeg een aantal NSB-ers toe om zo meer controle over de politiemensen te krijgen.

Amper drie weken in Winterswijk in dienst, boekte hij op 22 maart 1944, samen met de op het punt van vertrek staande Feberwee, succes in het onderzoek naar de inbraak bij radiohandelaar G.J.Woordes. Hier werden op 3 januari 1944 twee versterkers met een waarde van circa f 2500,- vermist.
Deze diefstal stond waarschijnlijk in verband met verzetsactiviteiten. Een tweede “succes” betrof de oplossing van de inbraak met brandstichting in de bioscoop door de 23-jarige electrotechnicus W.J.Koenen, een illegaal werker. Koenen had helaas zijn fiets bij de bioscoop achtergelaten. De fiets werd in beslag genomen en in het politiebureau bewaard. Koenen maakte enige tijd later de fout door op het politiebureau te informeren naar zijn fiets. Hij werd gearresteerd en opgesloten in het huis van bewaring te Zutphen. Op 28 maart 1944 volgde de aanhouding van Koenens 20-jarige vriendin uit Nijmegen. Zij werd door de SD onder druk gezet; men gaf haar een revolver, die zij, uit naam van de verzetsgroep waarin Koenen actief was, aan de verzetsman H.J.Baarschers moest geven. Dezelfde dag nog werd zij, in het bezit van de revolver, in vrijheid gesteld.

Velle was bang voor zijn vervangend korpscommandant Klaas Gunnink. Gunnink, de 39-jarige hoofdwachtmeester, werd op 2 mei 1944 door Velle belast met het overbrengen van een arrestant naar de Sicherheitspolizei te Arnhem. Gunnink werd daar bij aankomst meteen in hechtenis genomen. Blijkens een brief van Velle aan de SIPO was Gunnink “politiek onbetrouwbaar” en schuldig aan samenspanning met arrestanten. Gunnink zou een arrestante namelijk hebben ingefluisterd, dat Velle haar niets zou kunnen maken, als zij in het betreffende onderzoek zou blijven ontkennen. Tevens zou Gunnink enkele, bij dit onderzoek betrokken, nog niet gearresteerde personen hebben gewaarschuwd. Ook zou Gunnink het contact tussen de arrestante en het verzet hebben bewerkstelligd.

De 24-jarige Baarschers werd op 23 mei 1944 tesamen met vijf andere verzetsmensen onder wie W.Lelieveld, gearresteerd. Bij de hierop volgende huiszoeking bij Baarschers werden, behalve revolver, ook vervalste bonkaarten aangetroffen. Baarschers werd in het politiebureau door Velle ernstig mishandeld. In de kamer van Velle werd na het verhoor van Baarschers een bloedplas aangetroffen.

Het was de bedoeling van Velle op 24 mei 1944 eveneens het echtpaar Kuipers-Rietberg, actief in de Landelijke organisatie voor Hulp aan Onderduikers (L.O.), te arresteren. Tante Riek (mevr.Kuipers) en haar man waren echter getipt, echter niet door K.Gunnink, zoals wel beweerd wordt. Terwijl zij met de trein onderweg waren naar een schuiladres, liet Velle de achtergebleven zonen van het echtpaar Kuipers, de tweeling Piet en Helmer arresteren. Velle probeerde daarna tevergeefs “tante Riek” en haar man naar Winterswijk te lokken. Na enige tijd werden de twee jongens in vrijheid gesteld.

Gunnink werd op 6 juni 1944, na ruim een maand te hebben vastgezeten, in vrijheid gesteld. Velle toonde zich niet ingenomen met verlof en berichtte de Duitse autoriteiten dat hij Gunnink “wegens politieke onbetrouwbaarheid” niet langer in het korps wilde handhaven. Gunnink werd op 17 juli overgeplaatst naar Velp, waar hij echter nimmer dienst deed. De hoofdwachtmeester C.P.Wijn werd van Velp overgeplaatst naar Winterswijk om de plaats van Gunnink op te vullen.

Op zondagavond 11 juni 1944 werd Wim Koenen door vijf personen op fietsen, leden van een knokploeg, op spectaculaire wijze uit het huis van bewaring in Zutphen bevrijd. Deze actie kwam juist op tijd, want Koenen zou een dag later overgebracht worden naar de SIPO te Arnhem. Blijkens het verspreide politiebericht verzocht de gemeentepolitie te Zutphen na deze bevrijding om een huiszoeking bij Koenen aan de Zonnebrink te Winterswijk. Koenen was spoorloos. Later bleek, dat hij zich had schuilgehouden in het Korenburgerveen. Enkele weken na zijn bevrijding werd Koenen opnieuw aangehouden. Zowel Koenen, Baarschers als Lelieveld werden op transport gesteld naar het ’Polizeidurchgangslager” te Vught. Koenen en Baarschers werden daar op 5 september 1944 geexecuteerd; W.Lelieveld belandde in een concentratiekamp en overleefde de oorlog.

MOORDZAAK

Op 12 juni 1944 werd bij de politie de verdwijning gemeld van de 43-jarige Duitse vrouw Romers (zie hieronder). Die morgen zou zij met de 60-jarige O. zijn meegegaan naar het Woold. Een week later werd zij daar dood aangetroffen. Na intensief onderzoek, geleid door Velle, volgde enkele weken later door de gestapo in Duitsland de arrestatie van de Winterswijkse O. Hij bekende het slachtoffer in het Woold met de scherpe kant van een schop om het leven te hebben gebracht. Nadien had Velle de schedel van die Duitse vrouw op zijn bureau staan. In de kaak bevonden zich gouden tanden. Velle had het hoofd meegenomen, het uitgekookt en daarna op zijn bureau geplaatst. Hij begroette het iedere morgen met een opgewekt “Goede morgen, Malina”; velen ergerden zich daaraan, Velle zei destijds zelf over die schedel; “Deze schedel is van het slachtoffer en binnenkort staat de schedel van de dader ernaast.” Toen deze zaak bekendheid kreeg, wekte dit de nodige opschudding, waarna de schedel in beslag werd genomen en bijgezet in het graf van de vermoorde op het R.K.Kerkhof.

ZELFDODING

Op 7 juli 1944 was het de opperluitenant Velle zelf die politieassistentie nodig had. Hoofdwachtmeester Renshof werd door rechercheur Odding verzocht om zich zo spoedig mogelijk naar de woning van Velle te begeven op het Weurden 55. Hij trof daar rechercheur Odding, Velle en de zwaar gewonde, 29 jaar oude huishoudster (zie hieronder) van Velle aan, die zich, volgens Velle en Odding, met het dienstpistool van Velle, dat toevallig op het bureau lag, door het hoofd had geschoten. Aanleiding tot deze zelfmoord; angst en onzekerheid omtrent de afloop van de oorlog en het feit dat Velle haar de deur had gewezen. 
Enige dagen daarvoor had de vrouw van Velle Winterswijk verlaten ,omdat Velle een verhouding had met die huishoudster. Velle had wroeging over het vertrek van zijn vrouw. Hij verzocht zijn huishoudster de woning te verlaten; hij wilde zijn buitenechtelijke verhouding met haar beeindigen, omdat hij zijn vrouw weer thuis wilde hebben. Ze zei: “Nou, Jean, ik ga vanavond nog weg.” Hierop liep ze naar het bureau, greep het dienstpistool en schoot zich door de rechterslaap. Diezelfde avond overleed de huishoudster, zonder nog bij kennis geweest te zijn. Van deze zelfdoding werd door de Winterswijkse gemeenschap met gemengde gevoelens kennis genomen. Velle verzuimde de autoriteiten van dit voorval in kennis te stellen en tekende daarmee in feite voor zijn eigen gedwongen overplaatsing.

Enkele dagen voor zijn onvrijwillige vertrek als korpscommandant van de politie Winterswijk liet Velle op 16 augustus 1944, ’s morgens om 03.15 uur, zijn hoofdwachtmeester (brigadier) K.Gunnink, van bed lichten.  
Het rapportenboek vermeldde geen reden van deze arrestatie, maar die liet zich wel raden. Ruim 47 1/2 jaar later, op 30 oktober 1992, vertelde de weduwe Gunnink (Ine Gunnink te Bilthoven) dat Velle zich met zijn politiemacht rond het huis in de Eelinkstraat had geposteerd. Een van de collega’s van Gunnink, Renshof, duwde de loop van zijn pistool in de rug van Gunnink. De kleine Klaas, het zoontje van Gunnink, zat buiten op straat en schreeuwde: “Papa, ze schieten je dood.” Gunnink werd op transport gesteld naar de SIPO te Arnhem, maar vrij snel daarna in vrijheid gesteld, mede dank zij de tussenkomst van burgemeester Bos.

Het echtpaar Gunnink kreeg op 31 augustus 1944 een dochter; vader Gunnink kon echter niet lang van zijn kleine spruit genieten. Twee dagen later, op 2 september 1944, dook hij onder bij de familie Geurkink op boerderij “Krosenbrink’ te Miste.
Een van de dochters daar, de inmiddels 68-jarige Hanna Geurkink te aalten, herinnerde zich nog goed hoe de politieman Klaas Gunnink, in overall en op z’n mooie gele klompen, bij de boerderij aankwam.

Behalve Klaas Gunnink waren er op “Krosenbrink” meer onderduikers, waaronder de zonen Gerrit en Bernard Geurkink, die zich hadden onttrokken aan de “Arbeidseinsatz”, de spoorman (opzichter) Harkema en Reinders (raad van Arbeid). Onder vele balen stro was  een hol gemaakt, waarin de vijf mannen zich schuilhielden.
Een groot deel van “Krosenbrink” was door de Duitsers gevorderd. Wehrmacht en onderduikers bevonden zich daar, aldus Hanna Geurkink, onder een dak. De officieren bewoonden het voorhuis, de soldaten de deel, terwijl voor het gezin Geurkink de varkensstal restte.

Velle werd met ingang van 1 augustus 1944 ontslagen als korpschef van de politie te Winterswijk. Met ingang van 21 augustus 1944 werd hij door de overste Feenstra, voormalig Gewestelijk Politiepresident en op dat moment Commandant van de Staatspolitie (marechaussee), overgeplaatst naar Arnhem en aan zijn staf toegevoegd, waarschijnlijk omdat Velle hier na de affaire met zijn huishoudster niet meer te handhaven was.

Velle heeft zich in Winterswijk doen kennen als een vrouwenjager en een zuiplap, die zich als korpscommandant op een zeer minderwaardige wijze heeft gedragen. Aan de leiding van het korps deed hij weinig. Hij bemoeide zich zeer veel met de politieke aangelegenheden en het opsporen van onderduikers en illegale werkers.

Op 16 april 1945 werd Velle overgeplaatst naar Harderwijk. In zijn boek  “Politierapport 1940-1945; dagboek van een politie-officier” schrijft H. Kraaijenbrink, korpschef van Harderwijk, over velle:

“Hem gaat de slechte naam vooruit die hij zich in de loop van de tijd verworven heeft en het gerucht wijst hem als trouw vazal van Feenstra en S.S.- verrader aan. Met dit heerschap zullen wij opgeknapt worden. Hij zal zeer, zeer voorzichtig moeten zijn. Maandag 16 april 1945 doet Velle officeel zijn intrede aan het bureau. Hij is al een week hier en heeft zich de woning van de Protestantenbond aan de Verkeersweg aangemeten en in orde gemaakt. Hij vertoont zich bij ons in gezelschap van zijn “vrouw”; in elk geval is het iemand die hij als zodanig betitelt. Natuurlijk kan hij niet dadelijk aan het werk gaan, hij kent hier niets en valt midden in een hem volkomen vijandige troep mannen, in het zicht van het einde! Velle werd op donderdag 19 april 1945 gevangen genomen. Hij zat thuis de bevrijding te vieren met een paar Canadezen. Toen het misliep nam hij de benen; maar in de gemeente-weide heb je niet veel kans tegen politiemannen met geweren en soldaten met machinepistolen.Sedert maandag heb ik hem niet meer gezien en gemist heb ik hem ook niet direct.’

Tot zover Kraaijenbrink.

Velle werd in Winterswijk in het kamp “Vosseveld” geinterneerd. Hij werd daar ook nog ondervraagd in verband met de diefstal van rijwielmotoren. Die waren in de bezettingstijd bij de boeren onder het stro verborgen. Velle zou weten waar die motoren gebleven waren. Van Winterswijk werd Velle overgebracht naar de gevangenis “De Koepel” in Arnhem. Hij wist te ontvluchten, maar werd weer opgepakt. Later werd hij overgeplaatst naar het kamp “Beugelen” bij Staphorst, waaruit hij ook wist te ontvluchten, maar hij werd opnieuw gepakt en uiteindelijk tewerkgesteld in de mijnen in Limburg. Hij trouwde met een gevangenisbewaardster van “De Koepel” in Arnhem en vestigde zich in Amsterdam, waar hij een schildersbedrijf begon. In 1949 was Velle nog steeds niet berecht; het onderzoek was toen nog gaande. Hij overleed op 68-jarige leeftijd.

Toen korpschef Klaas Gunnink na de bevrijding “arrestant” Velle in de Winterswijkse politiecel aantrof, gaf Velle te kennen: “De rollen zijn nu omgedraaid, Gunnink!”
Gunnink ging daar niet op in, maar liet zijn hart spreken. Hij vroeg Velle, die er haveloos uitzag, of hij honger had. Dit bleek zo te zijn, waarna Gunnink naar zijn vrouw ging om brood te halen voor Velle……… zijn voormalige chef en achterbuur.
Ine Gunnink bakte eieren (zij hield zelf kippen) en gaf een stevig pak brood voor Velle mee
(Uit: De Winterswijkse Politie, Ru Wever,1994)



Roemers-Malina, Maria Magdalena 43 Jaar – Moordzaak

Geb.:08-10-1900 Feld (Dld)
Echtg.: Peter Josef Roemers geb:25(22)-01-1896 Charneuse (Belgie)
Wonende later Vorden, ovl.te Zutphen 13-12-1958
Kinderen:
Katharina (1921)
Joseph (05-03-1922- 01-12-2010)
Peter (1924)
Karl (27-03(04)-1926-18-03-1997)
Allen geboren te Gladbeck
Zie ook Slachtoffers-Diverse slachtoffers.

Trompetter,Gesiena  29 Jaar -Huishoudster-Moord?

Geb: plm.1915 te Amsterdam
Ovl: 07-07-1943 Winterswijk
Echtg: 1934 – Antonius Hendrik Bakker (12-06-1909 Amsterdam )
Zie ook Slachtoffers-Diverse slachtoffers.



19-04-1945:
Velle wordt gearresteerd in Harderwijk en komt terecht in kamp Vosseveld.
Daar onderneemt hij een vluchtpoging maar wordt enkele uren later weer gearresteerd.

09-11-1945:
Velle was overgebracht naar de kruisberg in Doetinchem en weet hier op gemakkelijke wijze te ontsnappen, maar wordt door alerte buurtbewoners uit Ruurlo s’avonds weer opgepakt.

02-09-1946:
Velle, overgeplaatst bij Staphorst weet met ‘de auto v.d. kampcommandant’ te ontsnappen uit kamp Beugelen bij Staphorst en kreeg het nu wel voor elkaar.

14-10-1946:
Velle blijft nog steeds onvindbaar

11-07-1947:
Eindelijk wordt Velle weer gearresteerd. Hoe, wanneer en waar wordt niet bekend gemaakt, maar de geruchten gingen dat hij in Duitsland verbleef.

29 december 1948

VELLE KOMT 5 APRIL VOOR

Beruchte politie-inspecteur van Winterswijk

25 MAART 1949

Op Dinsdag, 5 April a.s. zal de vroegere korpschef van politie te Winterswijk, Jean Francois Velle, thans gedetineerd in de strafgevangenis te Arnhem door het Bijzonder Gerechtshof te Zutphen berecht worden.
Velle, die na zijn arrestatie na de bevrijding meerdere malen wist te ontvluchten uit zijn gevangenschap, heeft in de bezettingstijd ontzaggelijk veel kwaad gesticht, niet alleen in de geheel achterhoek. doch zelfs in het gehele land. waartoe hij volop gelegenheid kreeg door dat hij enige tijd bij de Politie te Amsterdam werd gedetacheerd bij de afdeling Opsporing en Documentatie. Zijn functie als Duitse dienstknecht wist hij ten volle te botvieren.
Velle’s misdragingen, welke in hoofdzaak bestaan uit het arresteren of laten arresteren van een groot aantal Joden, Jehova’s getuigen, communisten, kortom allen die de Duitse zaak in mindere of meerdere mate saboteren of als Duits-vijandig werden beschouwd. zijn door de Procureur-Fiscaal in de breedte omschreven in een dagvaarding, welke de respectabele lengte van ongeveer een meter heeft.
Velle bediende zich van de gemeenste methoden en wist o.m. een illegale werkster, die gepakt was. zover te krijgen. dat zij zich in zijn dienst onder dwang ging lenen voor verraad. Dat Velle zich bij de verhoren aan mishandeling schuldig maakte. behoeft geen nadere beschrijving.
Velle wist bovendien op listige wijze grote sommen gelds los te krijgen van zijn arrestanten, onder belofte, dat hij weer zou zorgen, dat ze vrijgelaten zouden worden, om ze dan later toch weer in de handen van zijn Duitse meesters te spelen.
Niet minder dan 18 getuigen zullen een verklaring voor het Hof afleggen over Velle’s doen en laten in de bezettingstijd.
Als toegevoegd verdediger zal optreden Mr. Nolet te Arnhem.


Tegen Velle 20 jaar geëist.

De dood van velen op zijn geweten

05 APRIL 1949

Het Bijzonder Gerechtshof te Zutphen had Dinsdag slechts één zaak te behandelen. Doch de omvang van deze ene zaak was ook zodanig, dat kwalijk meerdere zaken behandeld hadden kunnen worden.
Niet minder dan achttien getuigen omringden de verdachte in dit geval, de voormalige politiechef Jean Francois Velle uit Winterswijk, thans gedetineerd in de Strafgevangenis te Arnhem, wiens wandaden tijdens de bezetting waren opgesomd in een dagvaarding. welke de lengte had van ongeveer een meter.

Degenen, die Velle in de bezetting kenden in zijn glinsterende uniform, de hoge laarzen en Duitse uitmonstering, konden zich thans niet voorstellen, dat deze zelftde man hier thans poseerde in de verdachtenbank van het Gerechtsgebouw te Zutphen.
Thans zag men een volkomen onttroonde Duitse dienstknecht, geen klikkende hakken, geen Duitse groet, doch een onderdanige verdachte, van wie men niet had durven verwachten, dat hij zoveel leed heeft uitgestort over zo menig gezin in den lande.
Want Veile opereerde met de zijnen niet alleen in de Gelderse Achterhoek, doch ook in het Westen van ons land en zelfs in andere delen, toen hij in Amsterdam gestationneerd was bij de Amsterdamse politie, afdeling Documentatie.

Groot is het aantal arrestaties dat hij verrichtte, groot het aantal hulszoekingen dat hij met de zijnen deed, en groot het aantal goede Nederlanders, dat eenmaal door Velle gevangen, de dood vond in de Duitse concentratiekampen, waarbij nog niet wordt gesproken over de vele, zeer vele personen, die door Velle’s toedoen in de gevangenissen of concentratiekampen geraakten en daar geruime tijd onder de moeilijkste omstandigheden hadden te verblijven.

Velle was een geslepen man, een man met politie-ervaring, die zeer listig een of andere zaak in elkaar wist te zetten, om dan zijn slag te kunnen slaan. Hierbij liet hij zich bedienen van V-mannen of -vrouwen.
In Amsterdam en omgeving waren het velen die gegrepen werden als onderduiker, als bezitter van een vals persoonsbewijs, als communist en wat dies meer zij, in Winterswijk en omgeving leverde Velle een aantal personen uit aan de S.D., nadat ze door de Landwacht gearresteerd waren en in een ander geval door hem zelf gearresteerd waren, nadat hij tevoren had gezorgd, dat de illegale werker Baarschers te Winterswijk in het bezit was gekomen van een vuurwapen, zodat hij „vat” had gekregen.
De dagvaarding geeft slechts een dorre opsomming van een aantal feiten, doch hoelang had de dagvaarding niet moeten zijn. als al zijn wandaden ten laste gelegd zouden worden.
Het betekende dan ook slechts een bloemlezing uit dit vele!
Vrij onverschillig hoort Velle de voorlezing der dagvaarding door de Procureur-Fiscaal, Mr. Kalff aan.
En dan begint Mr. van der Kun, de President, met een kort verhoor van verdachte zelve. ,
„U was bij de Amsterdamse Politie werkzaam in dienst van de bezetter”?


VELE GETUIGEN.

En als verdachte dan tracht aan te tonen, dat zijn dienst niet een Duitse Dienst was, fulmineert de Procureur-Fiscaal, dat hij dit liegt, omdat het zuiver een Duitse Dienst was. zoals uit deze zaak verder zal blijken.
Verdachte erkent vervolgens de talrijke arrestaties, welke in de dagvaarding genoemd worden en heeft hierop over het algemeen weinig af te dingen. Achtereenvolgens verschijnen dan de grote schare getuigen voor het hekje, die allemaal vertellen van het contact met Velle, waaruit blijk hoe sluw hij tal van gevallen in scène heeft gezet, om zich later te ontpoppen als de S.D. man.
De meeste gevallen speelden zich af in het Westen van het land, doch als de getuige, juffrouw Baarschers verschijnt, vertelt zij spontaan, hoe zij haar broer heeft zien arresteren en later kreupel wegvoeren, welke arrestatie ook geheel tevoren in scène was gezet.
De getuige, mejuffrouw Jacobs, die illegaal werkster was geweest en nadien volkomen onder de druk van Velle V-vrouw was geworden, was niet als getuige opgekomen, doch haar verklaring werd in hoofdtrekken voorgelezen.

HET REQUISITOIR.

De Procureur-Fiscaal, Mr- Kalff, hield hierna zijn requisitoir. Spreker schildert hierin de persoon van verdachte, die als ervaren politieman zeer listig en louche te werk ging en daarbij op geen leugen keek. Verdachte heeft het onderzoek zeer bemoeilijkt, door enkele malen te vluchten.
Velle mag zich gelukkig prijzen, dat men hem niet kon vinden, anders had ook hij daar zeker gehoord tot de Amsterdamse S.D.ers van het Bureau Doelenstraat, die zonder vorm van proces werden geliquideerd.
Wij weten niet alles van Velle, aldus spreker. Velen kunnen niet meer tegen hem getuigen, omdat zij niet in leven zijn, waarbij spreker denkt aan de Joden.
In het dagboek van de beruchte Douwe Bakker komt de naam Velle regelmatig voor. Hij had een beruchte naam in Amsterdam.
Verdachte is geslepen. Hij bekent slechts, wat men hem kan bewijzen, hij weet dit als politieman. Maar daarbij werpt hij in zijn gemeenheid de schuld vaak op zijn ex-collega’s, die reeds dood zijn.
Uitvoering gaat spreker dan in op de laffe manier, waarop hij het meisje Jacobs uit Nijmegen, die als illegaal werkster werd gearresteerd, onder een soort hypnose wist te brengen en onder bedreiging me’ de walgelijkste methoden tot V-vrouw wist te maken.
Dit heeft fatale gevolgen gehad, onder andere de overval bij Baarschers te Winterswijk, met dodelijk gevolg, de arrestatie van zekere Koenen, die de bioscoop te Winterswijk in brand wist te steken en die daarop gepakt en geëxecuteerd werd.
Voorts ziet hij Velle als de adviseur van de landwacht te Aalten.


De Proc.-fiscaal eiste tenslotte een straf, welke een lange periode van uitbanning uit de maatschappij waarborgt, nJ. twintig jaar gevangenisstraf zonder aftrek.

Velle uit Winterswijk krijgt 20 jaar.


16 APRIL 1949

Het bijzondere gerechtshof te Zutphen heeft de gewezen corpschef van politie te Winterswijk J. F. Velle, wegens opzettelijke hulpverlening aan de vijand en het blootstellen van landgenoten aan vervolging, overeenkomstig het requisitoir van de procureur fiscaal, veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf zonder aftrek van voorarrest, zulks in verband met V.’s herhaalde pogingen om te vluchten en met ontzetting uit de kiesrechten en uit het recht om bij de politie te dienen.

Velle arresteerde vele Joodse Nederlanders

05 OKTOBER 1950

Ook illegale werkers overgeleverd aan de Sicherheitsdienst

Jean Frangois VeJle, rechercheur, later tevens plaatsvervangend chef van de vroegere Documentatiedienst der Amsterdamse politie (nu: bureau Inlichtingendienst) stond heden voor de Bijzondere Strafkamer te Utrecht terecht beschuldigd van „activiteit en handelingen’’ in het belang van de Duitsers.
Velle heeft in 1949 terecht gestaan voor het Bijzonder Gerechtshof te Arnhem, dat hem veroordeelde tot twintig jaar gevangenisstraf.
De Bijzondere Raad van Cassatie vernietigde dit vonnis en verwees de zaak naar de Utrechtse Strafkamer.

Zestien getuigen voor de Bijzondere Strafkamer

De dagvaarding roept een stoet van schimmen op, schimmen van tientallen Nederlanders, veelal van Joodsen bloede, die Velle in verschillende plaatsen van ons land heeft gearresteerd of in arrest laten stellen.
Ook illegale werkers zijn er onder, „vervalsers” van persoonsbewijzen, mensen die wapens verborgen hielden enz.
Het toenmalige documentatie-bureau van het hoofdbureau van politie te Amsterdam was feitelijk een verlengstuk van de Sicherheitspolizei.
Heel wat „vuile” zaakjes heeft het voor de Duitsers opgeknapt. Velle had hierin, volgens de dagvaarding, een belangrijk aandeel.
Tijdens zijn verhoor beweert Velle. dat hem niets bekend is van arrestaties van grote groepen Joodse Nederlanders in het voorjaar van 1941.
Dat deze slachtoffers van de nazi-waanzin reeds enkele maanden na hun arrestatie in Buchenwald en Mauthausen waren omgekomen, Velle zegt dat nooit te hebben geweten, hetgeen zowel de rechters als de officier kennelijk in grote verbazing brengt.

Niet geweten

Mr. Drabbe, de officier: „Wist u ook niet. dat in 1942 de Hollandse Schouwburg werd gebruikt als verzamelplaats van Joodse Nederlanders, die naar Polen werden doorgestuurd?”
Velle (ietwat, aarzelend): „Neen, Edelachtbare”.
Nog meer is Velle ten laste gelegd: Samen met Maarten Kuyper heeft hij de heer Salomon Brandeis gearresteerd.
Toen de arrestant hun ƒ 13.000 aanbood als hij vrij kwam hebben Velle en Kuyper dit geld in hun zak gestoken en de heer Brandeis vrij gelaten.
Duidelijk blijkt ook, dat Velle in 1943 heeft samengewerkt of contact heeft gehad met de beruchte V-man Johnny de Droog, waardoor ook al weer enkele Joodse Nederlanders werden gearresteerd.
Velle beweert, dat het zijn bedoeling was de mensen een beter onderduikadres te bezorgen.
Bij het transport zijn Velle en zijn metgezellen gearresteerd.
Velle was diezelfde avond al weer vrij….
Later werd hij lid van de Germaanse-SS!

Het getuigenverhoor duurde uren; niet minder dan zestien getuigen-vier a décharge-verschenen voor de president prof. mr. Scholten.
De eerste is de vroegere Amsterdamse hoofdinspecteur van politie, D.Bakker, die thans ook gedetineerd is.
Deze verklaarde o.m., dat Velle wel eens critiek heeft geuit op de handelingen van Lages en zijn staf.
Samen met een aantal Joodse Amsterdammers waaronder de illegale werker Max Werkendam, die wapens in zijn bezit had is in December 1942 in de hoofdstad gearresteerd de heer C. F. van Wi11es, die later in vrijheid is gesteld.
De heer Van Willes herkende na de bevrijding, tijdens een zorgvuldig voorbereide confrontatie in het interneringskamp Vught, zonder aarzelen Velle als een der politie-mannen, die de groep gevangen nam.
Hij bevestigde, als getuige gehoord, met grote stelligheid zijn vroeger afgelegde verklaring. Velle trachtte het voor te stellen dat de heer Van Willes hem moet hebben herkend tijdens een inval bij een vergadering van de Nederlandse Unie.
De heer Van Willes zei nooit lid te zijn geweest van de Ned. Unie en ook nooit een vergadering daarvan te hebben bijgewoond.
„Velle heeft mij, Werkendam en de anderen gearresteerd”. hield hij strak vol.
(De zitting duurt voort).

Eis tegen Velle achttien jaar

06 OKTOBER 1950
(Vaneen onZer verslaggevers)

Achttien jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest eiste donderdagmiddag mr Drabbe, officier van Justitie ij de Utrechtse Bijzondere Strafkamer, tegen Jean Francois Velle, die beschuldigd was van arrestatie van vele Joodse Nederlanders en illegale werkers.
Velle, die aanvankelijk rechercheur was bij de Amsterdamse politie, klom onder het Duitse regime op tot inspecteur, chef van de Winterswijkse politie.
Mr Drabbe voerde in zijn requisitoir aan. dat zijns inziens Veile meest gewerkt heeft in opdracht van zijn superieuren, maar dat hij het van harte heeft gedaan. Uitvoerig ging mr Drabbe nog eens na de tenlastelegging waarvan wij donderdag melding maakten in ons verslag van het eerste deel der rechtszitting en hij uitte zijn stellige zekerheid, dat Velle een werkzaam aandeel heeft gehad in de arrestatie van de groep-Werkendam.
Ook het overgrote deel van de andere beschuldigingen achtte mr Drabbe onomstotelijk bewezen.
Velles raadsman, mr F, P. van Ravenswaay. bestreed omstandig de bewijslast t.a.v. de arrestatie der groep-Werkendam.
Ten aanzien van twee punten vroeg mr Van Ravenswaay vrijspraak. t.a.v. de andere een aanzienlijk mildere straf dan het Arnhemse Bijzonder Gerechtshof in eerste instantie oplegde. nl. twintig laar.
Uitspraak over twee weken.

Velle voor Raad van Cassatie


05 MAART 1951

ZESTIEN JAAR GEëIST.
De procureur-fiscaal bij de Bijzondere Raad van Cassatie heeft tegen J. F. Velle tot zestien jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest geconcludeerd. V. werd te Utrecht tot achttien jaar veroordeeld.
Hij heeft tijdens de oorlog twee jaar dienst gedaan bij ’t bureau Inlichtingendienst en de zogenaamde documentatiedienst te Amsterdam, eerst als rechercheur, later als plaatsvervangend chef Voor de „Sicherheitspolizei” nam hij deel aan het opsporen, arresteren en verhoren van personen van wie velen van hun vrijheid beroofd werden of de dood vonden.
Voorts heeft hij geld aangenomen voor vrijlating van een gevangene arresteerde hij enige Joodse landgenoten te Ede en had hij als corpschef van de politie te Winterswijk de hand in de arrestatie van een drietal personen. van wie een jongeman uit Winterswijk werd gefusilleerd. (ONJUIST-HANS)
De Bijzondere Raad van Cassatie doet op 17 Maart uitspraak.


Verzwaarde straf voor Velle


WINTERSWIJK, 21-03-1951

De Bijzondere Raad van Cassatie heeft de gevangenisstraf van J. F. Velle, die werkzaam was voor de Sicherheitsdienst te Amsterdam en op 1 Maart 1943 tot opperluitenant van politie te Winterswijk werd benoemd, verhoogd van 16 tot 18 jaar. zonder aftrek van voorarrest.





Jean Francois Velle (‘Jaarsma’) – Wolfheze -Johnny de Droog – Neeltje Root -1943
Razzia van Wolfheze 23 juli 1943

https://nl.wikipedia.org/wiki/Johnny_de_Droog

Lees verder