oudwwijk
Digitaal erfgoed

Kranten voor 1940

BERICHTEN 1940-1945 GERELATEERD.

27 JUNI 1930, Nieuw Israelietisch weekblad

WINTERSWIJK.
Ten bate van het Tehuis voor Joodsche Kinderen, de Bergstichting te Laren, had de afdeeling Winterswijk van de Vereeniging met denzelfden naam Woensdagavond in het feestgebouw een samenkomst georganiseerd.
De bedoeling van deze samenkomst was ook de harten der Winterswijkers warmer te doen kloppen voor het misdeelde Joodsche kind.
Daartoe hebben de heeren Schielaar en Ds. Reeser door hun warme, krachtige toespraken veel bijgedragen.
Circa 8 uur heette de heer Menco de vrij talrijke bezoekers welkom en bracht dank aan allen, die er toe hadden meegewerkt om den avond te doen slagen.
Daarna hield de heer Schielaar een korte inleiding tot den avond, waarbij hij aan de hand van een uitvoerigen brief van den Directeur van de Bergstichting een overzicht gaf van het ontstaan, het doel en streven der Vereeniging.
De Regelingscommissie verdient een extra woord van hulde voor het buitengewone werk, door haar verricht, de dames G. de Leeuw—Hoek,
E. Schielaar—Meijer en de heeren K. Nihom, J. Menco, M. Bamberg,
S.Philips en I. Cohen.
Ds. Reeser, daarna het woord verkrijgende, zegt met genoegen de uitnoodiging om een enkel woord te spreken, te hebben aangenomen, omdat de Christenen veel te danken hebben aan de Joden.
Hij wilde een kort woord zeggen naar aanleiding van het woord door God tot Abraham gesproken: Wees een zegen. Voordat we een zegen kunnen zijn, is het noodig, dat we zelf eerst gezegend worden. Laten allen dus eerst hun hart openstellen voor den rijken zegen, dien God schenkt en dan dien zegen uitdragen. Óm iets te kunnen doen, is noodig, dat we iets zijn.
’t Zijn is een kwestie van het hart.

[Van verschillende zijden bericht men ons met spijt, dat de leden der Winterswijksche Joodsche gemeente op dezen avond slechts in geringen getale aanwezig waren. Zij kunnen dit verzuim alsnog goedmaken, door lid te worden van de Berg-Stichting, de instelling die reeds zooveel goeds heeft gedaan en met aller medewerking nog zooveel goeds zal doen.
Red. N.I.W.].

Woningtoestanden in Winterswijk

MAANDAG 20 APRIL 1931, De Tribune
Sociaal democratisch weekblad

WONINGTOESTANDEN IN WINTERSWIJK

(Arcor) Met arbeiders kan je alles doen, zoo redeneert men blijkbaar op het gemeentehuis, Wat is het geval? Door de Gemeente zijn voor eenige jaren een aantal noodwoningen gebouwd. Een halvesteen met een bimcementplaat er tegen, een laag teeren dak, klaar is Kees. Kosten per woning f 7,50. De “inrichting” is in overeenstemming hiermede. De W.C. bevindt zich naast de broodkast. Een bergplaats moet door de menschen zelf gebouwd worden. De huur bedraagt echter – schrik niet lezer – f 2,- per week, zoodat de gemeente de kapitale rente trekt van 14 procent. Daarentegen zijn de heeren er wel bij , als er voordeeltjes te behalen zijn. Zoo was bij een der bewoners een klein brandje ontstaan, dat schade toebracht aan het houtwerk. Geen nood echter, een kwast verf over het verbrande hout en klaar is Kees. Of neen, eigenlijk  niet; de Gemeente deed nog iets, zij streek namelijk de brandassurantie-gelden op. Dergelijke toestanden zijn er in het democratisch en liberaal regeerde dorp Winterswijk. 
Kameraden, geef deze “heeren” het juist antwoord. Treedt toe tot de Communistische Partij. En kies Woensdag 22 April Communisten  –  Nr.1 van LIJST 1. Bezoekt de openbare vergadering op Maandag a.s., om 8 uur, in cafe Scheffer, Ratumschestraat. Spreker is G.Kobus, de lijstaanvoerder van lijst 1 en andere sprekers. De S.D.A.P.is voor debat uitgenoodigd. Debat is gewenscht. Alle burgelijke partijen poetsen in verkiezingstijd hun arbeidsvijandige daden zoo mooi op, met woorden van gemeenschapszin, dat een doodgewoon arbeider er met zijn hersens niet meer bij kan. De S.D.A.P. nam het kwalijk, dat de communisten met een eigen lijst in Winterswijk zijn uitgekomen. Dit is juist een bewijs, dat het klassenbewustzijn van de arbeiders groeit. Geen eerlijk arbeider kan in de verburgelijkte S.D.A.P. meer vertrouwen stellen. Vraag het maar aan de werkloozen met hun 30 cent per uur en die een krant thuis krijgt van de S.D.A.P., waarin gevraagd wordt aandeelen van 100 en 1000 gulden te koopen.

Een prachtige vergadering in Winterswijk

MAANDAG 27 APRIL 1931, De Tribune
Sociaal democratisch weekblad

EEN PRACHTIGE VERGADERING IN WINTERSWIJK
Voor een stampvolle zaal van 150 arbeiders spraken Maandag 20 April de pgten Schalker en Kobus. Kameraad Kobus besprak  meer de plaatselijke toestanden, terwijl kd.Schalker de internationale politiek behandelde. Er was  eenig debat van een soc.dem.arbeider, die echter ten genoege der vergadering, werd beantwoord. Het was een mooien avond, welke zeker haar vruchten voor het communisme  zal afwerpen. De collecte bracht f 4,29 op, terwijl er voor f 2,75 lectuur werd verkocht.

Ingekomen Brief V.D.

10 JULI 1931,Graafschap-bode

Winterswijk, 4 Juli 1931
Den Heer Voorzitter der S.D.A.P.
Raadsfractié, alhier.
WelEd. Heer, 

Namens de Vrijz. Dem. raadsfractie hebben ondergeteekenden de eér U mede te deelen, dat de V.D. raadsfractie bereid is met het College van B. en W. samen te werken met de S.D.A.P.
Het aanwijzen van een persoon laat zij over aan de S.D.A.P. Mocht echter de heer Van Dam worden aangewezen, dan vreest de V.D.-raadsfractie dat van behoorlijke samenwerking niet veel terecht zal komen, gezien zijn uitlatingen over de wethouder Bent en .fractie-voorzitter Dr. Bos.
Wanneer blijkt dat, ingeval de heer Van Dam wordt aangewezen, door persoonlijke antipathie tegenover onzen wethouder of fractie-voorzitter, de gemeentebelangen geschaad worden, dit zal komen voor rekening der S. D. A. P.

Het werkprogram der V. D. is als volgtsamengesteld:
1e. Het geheele streven zal er op gerichtzijn om onze begrootingen sluitend te houden, langs den democratischen weg, als in verband
met de finantieele toestand der gemeente wettigd is.
2e. Herziening Personeele belasting,
3e. Instelling van een Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon.
4e. Reorganisatie van weg en werken.
5e. Bevordering van landbouw, veeteelt en industrie.
6e. Doelmatige bebouwing der kom.

De V. D. fractie zou het ten zeerste op prijs stellen, indien zij voor 12 Juli a.s. van de S. D. A. P. fractie mocht vernemen of zij accoord gaat met een samenwerking in het college van B&W en met het door de V. D.-fractie vastgestelde werkprogram.

Van bovenstaande is afschrift gezonden aan alle S. D. A. P. raadsleden.

Inmiddels,

Met hoogachting,
Namens de V. D. raadsfractie:
w.g. Dr. BOS, voorz.
w.g. B. TOEBES, secr..

Communistische propagandisten

ZATERDAG 25 FEBRUARI 1933, Utrechts Nieuwsblad

Gisternacht zijn twee groote fabrieksschoorstenen te Winterswijk  van boven tot onder van communistische leuzen voorzien. Vermoedelijk komen de daders van over de grens, daar ze het woord ” Kommunismus” hebben gebruikt.

Oprichting N.S.B.Winterswijk

DINSDAG 6 JUNI 1933 

Krant 09 Juni 1933

De N.S.B. in Nederland had In Winterswijk dinsdagavond op uitnoodiging van enkele ingezetenen, een vergadering belegd in café Beskers, met de bedoeling om hier te komen tot oprichting van een afdeeling van deze Beweging. Als sprekers traden op de heeren v.d. Voort van Zijp uit Utrecht en Overwijn uit Rotterdam. 
De afdeelingsbesturen van de Communistische Partij Holland en de O.S.P. hadden vooraf  in een pamflet, dat huis aan huis bezorgd werd, de menschen opgeroepen om in massa te protesteeren tegen het fascisme. 
Reeds lang voor den aanvang van de bijeenkomst had zich een groot aantal personen verzameld in de omgeving van Cafe Beskers. De politie hield de nieuwsgierigen op een flinken afstand van den ingang van het vergaderlokaal.
Mede in verband met de incidenten die zich bij vergaderingen van de N.S.B. in andere plaatsen wel eens voordeden, had de politie uitgebreide maatregelen genomen. 
Zoowel op de Wooldsche- als Kottenscheweg stonden agenten geposteerd. Ook waren marechaussees gerequireerd om eventueel in te grijpen. 
Voor den aanvang der vergadering deden zich geen ongeregeldheden voor, ook in de zaal verliep alles rustig, doch na afloop was dat op straat niet het geval. 

In de zaal, welke zich langzamerhand met belangstellenden vulde, waaronder eenige Communisten en O.S.P.-ers, vertoonden zich reeds eenige personen in het zwarte hemd der N.S.B. 
Informeerende naar het fascistische idee, welke in ons land op zeer vele volksgenoten vat gekregen heeft, vernamen wij, dat als leidend beginsel het programma der N.S.B. aangeeft: 
Voor het zedelijk en lichamelijk welzijn van een volk is het noodig een krachtig Staatsbestuur, zelfrespect van de natie; tucht, orde, solidariteit van alle bevolkingsklassen en het voorgaan van het algemeen (nationaal) belang boven het groepsbelang en van het groepsbelang boven het persoonlijk belang. 
Het programma is naar het beginsel opgezet, dat men hoopt te verwezelijken, teneinde den Nederl. Staat en daarbij de Nederl. Natie zich zoo krachtig en gezond mogelijk te doen handhaven. De Nat.soc. beweging vormt tevens een politieke partij, die de beste krachten uit alle lagen der bevolking wil bereiken en tot zich wil trekken. 
De N.S.B. imiteert niet het Duitsche Nationaal-Socialisme (de N.S.B. is niet anti-semitisch), evenmin wordt het Italiaansche fascisme kant en klaar geimporteerd, doch zij streeft er naar de groote beginselen en de hervormingsgedachten, die beide bewegingen gemeen hebben, voorzoover deze kunnen leiden tot een krachtigen Nederlandschen Staat, in haar eigen nationalen geest te verwerkelijken. 

Inmiddels nam de vergadering een aanvang. 
Na een inleidend woord van den heer F.W.Wessels uit Utrecht, bij wie de leiding der vergadering berustte en die de aanwezigen begroette met de woorden: “Mijne volksgenooten”,  was het woord aan een der sprekers. 

De heer Overwijn begint met te zeggen, dat hij in verband met de nieuwe stroming in Nederland de vraag wil stellen: Hoe komen we hier? 
Deze vraag kan spr.gauw beantwoorden. Het nationaal-socialisme is hier opgekomen uit den nood der tijden, zooals ook elders in west-Europa en Italië. 
Het Nationaal-socialisme in Nederland is allerminst een filiaal van Hitler, het heeft wel den naam gemeen met de nieuwe richting in Duitschland, doch het is uit het eigen Nederl. Volk voortgekomen en is dus een product van eigen bodem.
Het  zal ons brengen de uitkomst, waarnaar allen zoo verlangend uitzien.De toestand wordt van jaar tot jaar slechter, de bedrijven gaan stuk voor stuk achteruit. De inkomsten verminderen op allerlei manieren. Het nationaal vermogen is van 5000 millioen gulden achteruit gegaan tot 1348 millioen, zoodar meer dan twee-derde ervan zoek is. De toestand wordt nog steeds onzekerder, ons bedrijfsleven is ondermijnd, terwijl de verhouding tusschen werkgever en werknemer steeds meer gespannen wordt.
Wil het bedrijf goed werken, dan moet er samenwerking zijn en die ontbreekt thans ten eenenmale. De klassenstrijd is funest voor allen. 
We zullen ons moeten aansluiten, aanpassen en kunnen niet blijven leven als in den tijd, die achter ons ligt. 
Zoolang een sterk wantrouwen stelselmatig gepredikt wordt, zoolang er wordt doorgegaan met het stelselmatig opruiën zal er geen verandering komen.
Wij zullen dus eendrachtig moeten samenwerken, elkaar de hand moeten reiken, ongeacht rang of stand, om Nederland te behoeden voor den val. Onze beweging streeft naar geestelijke eenheid der natie; het nationale besef heeft onze daden te beheerschen: wij willen een ware volksgemeenschap. Inplaats van den klassenstrijd, die aan de klassen zelf onberekenbare schade toebrengt en den staat vernielt, willen wij een zoo hoog mogelijk opgevoerde samenwerking van alle burgers, alle bevolkingsgroepen, krachtige onderlinge solidariteit van alle organen van ons nationale, sociale leven.
Onze moreele kracht moeten we terughebben. het Nederl.volk is wel meerdere crisissen te boven gekomen, omdat het moreel niet geknakt was. Als we onze nationale eenheid voelen, dan komen ook de nationale deugden weer op den voorgrond. Ons staatslichaam is ziek, dat moet eerst gezond gemaakt worden. Door hier en daar een pleistertje op de wond te leggen, wordt het lichaam niet gezond. Datgene wat ons over de crisis heen moet helpen is  de innerlijke geestelijke kracht. 

Het fascisme of nat.soc.is voortgekomen uit den sterken drang om de Nederl, volkskracht terug te krijgen voor de weder-opbloei van ons land. Dit kan niet door het internationalisme, hetwelk een grove leugen gebleken is. Alleen de zeer rijken kunnen de wereld rondgaan; geen arbeider kan over de grens arbeid vinden. 
We moeten verlost worden van de partij groepen, waarvan er bij de laatste verkiezingen niet minder dan 53 waren. 
Hierdoor kan ons land onmogelijk weer op de been gebracht worden, alleen van eenheid kan kracht uitgaan, waardoor ons volk gered wordt van ondergang. 
De voortdurende strijd onde ’t volk brengt ons meer naar den afgrond. Partij-politiek moeten we laten varen, ons nationaal gevoel zal er ons weer bovenop helpen. 
De bakens zullen verzet moeten worden, vasthouden aan verouderde ideeen is verkeerd, men kan aan Italië en Duitscland zien wat de N.S.B. kan doen. Onder het stokpaardje vrijhandel is onze industrie ten gronde gegaan. Wij moeten maling hebben aan het internationalisme, wij moeten ons beperken tot eigen land, de eigen welvaart en eigen opbloei bevorderen. 
Spr. eindigt met den wensch, dat we het verloren terrein langzaam maar zeker terugwinnen en dat het de N.S.B. gelukken zal Nederland weer groot te maken. 

Hierna werd eenigen tijd gepauzeerd, waarna de heer v.d. Voort van Zijp het woord verkreeg. 

Spr, begint met te zeggen, dat de N.S.B. niet komt met beloften. Zij belooft niets. Dit heeft men bij de laatste verkiezingen aan den lijve ondervonden.
Spr. wijst op den abnormalen tijd en er is niet veel hoop, dat er verandering in zal komen. men zal uit deze chaos niet loskomen, tenzij men zich er met een ruk van los maakt. Bij de laatste verkiezingen kwam geen enkele politieke partij met nieuwe gedachten, allen zijn gekomen met oude leuzen. de bittere strijd, die tegen elkaar gevoerd wordt, moet eindelijk maar eens ophouden. de tijd van den klassenstrijd is er geweest. De S.D.A.P. heeft veel bereikt, doch haar tijd is voorbij, ook de liberale partij en de rechterzijde hebben afgedaan. Van het internationale gedoe komt niets terecht en daarom doet de N.S.B.niet mee. 
Daarna behandelt spr. de verhouding tusschen ons land en zijn koloniën, de verrichtingen der rechtsche regeeringen in de laatste jaren (verdrag met België) en de verdeeldheid van ons volk. 
Eerbied voor den staat, voor de overheid en haar organen, gevoel van nationale eer en vaderlandsliefde dreigen geheel te loor te gaan. Wij, nationaal-socialisten, willen dezen eerbied herstellen en het staatsleven verheffen door den staat in zijn zelfstandige waarde te erkennen. 

Sprekende over het gezag, zegt de hr.v.d.Voort van Zijp, dat de N.S.B. het gezag hoog houdt, wanneer dit zoek is, gaat een volk ten gronde. 
het is dus ook gevaarlijk maar door te gaan met het stellen van eischen, die niet ingewilligd kunnen worden. Wij allen moeten met elkaar de handen in elkaar slaan. Met en voor elkaar te arbeiden, dat is de weg. Eendrachtig aan den opbouw werken en ons stellen in den dienst der samenleving.
Tenslotte roept spr.allen op, zich bij de N.S.B. aan te sluiten om hieraan met alle kracht deel te nemen tot heil van land en volk. 
Zijn rede werd af en toe door applaus doch ook door interrupties, onderbroken. Een der aanwezigen werd de zaal uitgezet. Naar verklaard wordt, zou deze persoon niet hinderlijk zijn geweest.
Hierna wordt gelegenheid gegeven tot het stellen van vragen, waarvan o.m. door de heeren Dr.Bos, Eikmans, Lentink en Kobus gebruik werd gemaakt. De vragen werden door de sprekers beantwoord.
Na afloop werd gezamelijk met opgeheven hand het Wilhelmus gezongen, waarbij degenen, die niet mee wilden zingen of zich niet van hun zetels wilden verheffen, gelegenheid werd gegeven de zaal te verlaten. 
Eenige personen verlieten hierbij op rustige wijze de zaal. 

Toen de vergadering uiteenging hadden enkele politieke tegenstanders zich langs het trottoir opgesteld, zoodat de politie tot doorloopen moest manen. Er werd geschreeuwd en gejoeld, waardoor de politie zich genoodzaakt zag een charge uit te voeren. De politie sloeg er met getrokken sabels op in, waarbij eenige personen een slag kregen. Het publiek ging snel uiteen.

Na de openbare vergadering volgde een huishoudelijke bijeenkomst, waarin gelegenheid was zich als lid der N.S.B.te laten inschrijven.
Aan de pers werd meegedeeld dat een vrij sterke groep van de Nationaal-Socialistische Beweging was opgericht.

Off. N.S.B.Winterswijk

28 JULI 1933
Nationaal-Socialistische Beweging

Op de maandagavond gehouden vergadering van de reeds toegetreden leden en genoodigden is defnitief een Afdeeling Winterswijk, Groep 104 van de Nationaal-Socialitische Beweging opgericht. 
Na een woord van welkom hield de heer Wessels, propagandaleider, Utrecht, een bespreking, waarna gelegenheid tot vragen stellen werd gegeven, waarvan een druk gebruik gemaakt werd. Dit had aanleiding, dat weder 11 leden toe traden. 
De Afdeeling bestaat thans uit plm.100 leden, de geheime leden inbegrepen. Een groepsleider werd nog niet benoemd, terwijl de heeren Pecht en Joh.te Winkel, respectievelijk benoemd werden tot secretaris en penningmeester. 
Bij het sluiten der vergadering deelde de heer Wessels mede, dat de datum, waarop de heer Ir..A.A.Mussert, algemeen leider, alhier een propagandaavond zal houden is vastgesteld op Vrijdag 18 augustus. 

Vergadering N.S.B.in het Feestgebouw

22 AUGUSTUS 1933

Vergadering Nationaal Soc.Beweging in het Feestgebouw
Spreker: Ir.A.A.Mussert 

Donderdagavond had bovengenoemde vergadering voor een zoo goed als geheel gevuld feestgebouw plaats. Voor het podium stonden enkele leden der N.S.B. gekleed met het zwarte hemd.
De avond werd geopend door den heer F.W.Wessels uit Utrecht en de leider der N.S.B., Ir.A.A.Mussert betrad het tooneel. 
Deze sprak als volgt:

Mijne Volksgenoten! 
Wij Nat.Soc. in Nederland hebben op ons genomen een zending om u de boodschap te brengen van het Nationaal Socialisme. 
Het brengen van deze boodschap is niet altijd even aangenaam, vooral waar het gaat om het brengen der nieuwe gedachte. Wij worden door onze tegenstanders gehoond en bespot, maar dit is niets in vergelijking met het feit, dat duizenden reeds bij ons hooren. 
(Spreker haalt dan enkele voorbeelden aan, hoe het tot in alle lagen van ons volk reeds gevoeld wordt, dat het Nat.Soc.de redding kan brengen).
Boven persoonlijke belangen, staat het groote doel, de redding van het Vaderland. Een groote verantwoordelijkheid rust op ons en ’t is lang niet altijd gemakkelijk die verantwoordelijkheid te dragen. 
Als men bedenkt, dat er per week minstens twee van onze menschen in hospitalen moeten worden opgenomen omdat ze gewond of gekwetst zijn door ontevreden tegenstanders. Het wordt wel gezegd de politiek is een vuil zaakje. En dit is volkomen waar. In en door de politiek gebeuren er dingen, die niet door de beugel kunnen. Thans is het mogelijk dat door één regeeringsmaatregel een werk vernietigd wordt, waaraan 20 jaar of langer is gewerkt, maar ook is mogelijk dat zoo’n werk gesteund wordt en wordt omhoog gebracht met hulp der regeering, zoo moet het tenminste. Wij hebben het recht en de plicht, de welvaart van het volk te verzekeren. 

Het regeeringssysteem waarin wij nu leven is ontstaan tijdens de Fransche revolutie in 1789. Toen gold de leuze: Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap. Er zou komen het geluk voor ieder persoon. Maar wat is er van terecht gekomen? Er kwam al heel gauw een kleine bevolkingslaag, die de teugels in handen nam en de massa begon uit te buiten. Werkdagen van 13 a 14 uur waren geen zeldzaamheid. En is het nu niet merkwaardig, dat er nu ruim 100 jaar later nog een partij is die wanneer ze elkaar ontmoeten als groet, hun vuist opsteken en roepen “Vrijheid!”
Eindelijk zei men dan, de groote massa zou helpen bouwen aan ons regeeringssysteem en de democratie was geschapen. 
Maar toen die democratie geleidelijk omhoog kwam, begreep men, dat dit ook weer niet de manier was. er kwam als reactie; het Marxcisme met zijn verdervelijken klassenstrijd, een systeem dat haat en tweedracht zaait. Neen, welvaart is alleen mogelijk door samenwerking van iedereen. We moeten het tegenwoordige regeeringsstelsel bestrijden, hiervoor is onze beweging. 

Hoe gaat het thans? Wanneer de verkiezingen komen, worden de diverse politieke programma’s voor den dag gehaald en opgepoetst, maar na de verkiezing, hoort men van de uitvoering niets. Het ministerie zelf, is dat een regeerend lichaam? 

De leiding van de regeering is afhankelijk van het parlement. het parlementair-democratisch regeeringsstelsel heeft zijn hoogtepunt bereikt. Ons volk wordt blijkbaar beschouwd als hoenders, die in verschillende kippenhokken zitten met voor ieder hok een baas, die eens in de 4 jaar commandeert:  “leg een ei!”
De eieren (aantal stemmen) worden geteld en de baantjes verdeeld. ik geloof niet, dat er nog velen in ons land zijn, die nog gelooven in en heil verwachten van het parlementair-democratisch regeeringsstelsel. er zijn twee opvolgers hiervoor, het communisme en het fascisme. 
Rusland, Italië en Duitscland kozen reeds en nu zijn wij aan de beurt om te kiezen. 
Rusland koos het ciommunisme en heeft getoond, dat te kunnen uitvoeren, maar dan op de Aziatische manier, met roof, moord en hongersnood. Het is mogelijk, dat het communisme in Azië een blijvende positie zal innemen. En wat wisten wij 8 of 10 jaar geleden van het fascisme?  De pers verwees ons naar italië, het was een stelsel, dat niet deugde. Mussolini was iemand, die in staat was heel Europa in vuur en vlam te zetten, maar thans weten we, dat Italië een land is, waaraan men in geheel Europa een voorbeeld kan nemen. In Duitschland is eveneens een volk opgestaan, dat heeft gestreden voor zijn fascisme, 14 jaar lang, toen is daar gekomen de revolutie, langs legalen weg. 

Maar in de pers wordt weer zoodanig over Europa geschreven, alsof de barbaren over Europa worden losgelaten, maar noem mij een revolutie, die zoo onbloedig is verloopen als in Duitschland. Op onze generatie rust de taak, Europa weer op te heffen. 
wanneer de teekenen niet bedrigen zal de 20e eeuw staan in het teeken der natie’s. 
Onze taak is Nederland, met zijn overzeesche gebieden een toekomst te verzekeren. Wij moeten vormen één geheel, één onverbrekelijk geheel, waarin voor ieder van ons een plaats is. 

Als onze natie thans niet goed is, dan is dit, omdat wij niet goed zijn. Wij moeten ons herzien. Er leven in ons volk nog zulke goede eigenschappen, er zijn er nog zooveel, die werkelijk talent bezitten, ook menschen met geringe positie’s. 

Wij moeten willen en onze plicht tot het uiterste vervullen. Maar, de geest van ons volk is “verpest” door de sociale onrechtvaardigheid, door uitbuiting, door de geest van den haat, die er op uit is ons volk te versplinteren en kapot te slaan. 
De goede eigenschappen, die in ons volk leven, is het kapitaal wat ons volk noodig heeft. 
Ons volk moet zijn zijn zelfrespect terug krijgen. Wat hebben we al niet meegemaakt?  gedenk o.a. maar aan de “pleziervaart” van de “Zeven Provinciën”, jaar en dag kunnen we “Teun de Klepperman” hooren en wanneer een hoogere ambtenaar uitgezonden wordt naar het buitenland om over een of ander te onderhandelen, dan is het resultaat nihil en als ze wel wat bereiken is het nog erger. 
In materieelen zin gaat ons volk hollend achteruit. Tienduizenden kunnen geen werk meer vinden, tienduizenden is ontnomen, waar ze jaren lang, dag en nacht voor gewerkt hebben. 

Zien we weer het Marxisme. Wat heeft dat in Duitschland aan de arbeiders gebracht? Niets! En daarvoor hebben ze nu vanaf 1919 de tijd gehad. 
Wanneer wij een goede toekomst tegemoet willen gaan, moeten wij niet bij de pakken blijven neerzitten. Er moeten offers gebracht worden. Er moet gestreden worden. In deze staat zijn de werkelijke machtshebbers, de partijbonzen, zij verdeelen de macht, zij verdeelen de baantjes. 
Het parlementaire stelsel belet de eenheid van een volk en daarom moet hiertegen stelling worden genomen, maar de ophitsing van volksgenoot tegen volksgenoot gaat gerust zijn gang. de klassenstrijd, het stukslaan van ons volk gaat voort. 
6,5 Millioen gulden hebben de organisatieklassen uitgeperst van de arbeiders en ze hebben uitgekeerd 3,5 millioen. Wel voordeelig!
Maar de strijd tegen het Marxisme alleen is niet voldoende, want aan de andere kant staat de burgelijke arrogantie.
Hieronder zijn er, die meenen, dat, om reden ze geld hebben, ze dan geen plichten hebben.
De fascist moet zijn eenvoudig maar fier en indien het kan godsdienstig, zonder de godsdienst te gebruiken voor politieke doeleinden. 
Naast plichtsvervulling eerbied voor het particuliere initiatief. Er moet voorop staan, dat de machine den mensch niet mag breken. 
De machine is er voor den mensch en niet het tegenovergestelde.
Alleen in en door een volk is het mogelijk een bestaan te verwerven. 
De opbouw van een economisch leven moet ontstaan uit nationalen grondslag. Wij als fascisten hebben als eerste plicht de werkloosheid te bestrijden. Wij moeten doen wat in ons vermogen is en de bedrijven in stand te houden.
Tenslotte onze opvatting wat betreft de bedrijven. Wij zien deze als de bestaansbronnen van ons volk. Van den directeur tot den loopjongen, ze hebben samen te werken, omdat ze den plicht hebben te produceeren voor ons allen, voor den staat. Allen voor één en één voor allen, dat is ons socialisme!
Ons nationalisme is gericht op de vorming van een stevige natie. En dan wat betreft de verderfelijke leuze van het Communisme, n.l. Indië los van nederland.
Ziet eens naar Twente, hoe voor de arbeiders daar de markt in Indië al voor een groot deel is kapot gemaakt en wat zou er gebeuren, wanneer wij onze overzeesche gewesten moesten missen?
Het is te begrijpen, waarom het Communisme Indië zelfstandig wil maken, omdat ze via ontevredenheid en wantoestanden hun doel trachtten te bereiken.
Het nationaal socialisme is een twee-eenheid van hooger orde: het dienen van Volk en Vaderland.

Een krachtig applaus klonk na afloop van deze rede, waarna 20 minuten gepauzeerd werd.
Na de pauze werd gelegenheid gegeven schriftelijk of mondeling vragen te stellen. Hiervan werd een tamelijk druk gebruik gemaakt.
De vergadering, welke met het gezamelijk zingen van het “Wilhelmus” werd besloten, had een kalm en ordelijk verloop. In de zaal hingen op verschillende punten zwart-roode vlaggen met het embleem der beweging.

Ingezonden stuk J.R.Verwers

25 AUGUSTUS 1933, Winterswijkse Courant

Winterswijk, 25 Augustus, 1933

Mijnheer de Redacteur,

Gaarne zag ik onderstaande opgenomen, waarvoor mijn besten dank. 
Ter voorkoming van verkeerde veronderstellingen, die gemaakt worden naar aanleiding van mijn vertrek uit het feestgebouw bij de vergadering van Ir.Mussert voor het zingen van het Wilhelmus, zou ik gaarne mijn motieven uiteenzetten. 
Ik ben altijd de meening toegedaan, dat het onjuist is in openbare politieke vergaderingen het Wilhelmus te zingen. 
Ons volkslied moet niet in den partijstrijd betrokken worden. 
Geen enkele partij moet zelfs den schijn op zich willen laden, dit lied voor politieke doeleinden te gebruiken. Reeds uit dezen hoofde zou ik bezwaar gehad hebben aldaar het Wilhelmus te zingen. 
Daar komt bovendien nog bij, dat ik van meening ben, dat de fascistische partij, gesteld zij kreeg grooten aanhand, een groot gevaar beteekende voor ons Nederlandsche volk. Bedenkt men dan ook nog dat de heer Mussert slechts afbrekende kritiek liet hooren op veel, wat mij, als democraat, dierbaar is en wat ik niet graag zou missen, dat hij niet vrij te pleiten was van het suggereeren van kwade trouw bij alle leiders van andere partijen dat hij de regeering slechts afkamde om haar niets-doen, terwijl hij zelf niets positiefs meedeelde, dan is het toch wel te begrijpen, dat het mij tegen de borst stuitte, om op last van dezen politicus wiens partij mij zoo onsympathiek is en waar ik zoo scherp tegenover sta, het Wilhelmus te gaan zingen en daardoor als het ware Broederschap met hem te drinken. Daarvoor is het Wilhelmus mij te goed.

Liever maakte ik toen gebruik van de vriendelijke gelegenheid mij geschonken, om voor het gezamelijk zingen de zaal te verlaten. het heeft dus niets te maken met het al of niet te revolutionair zijn van het Wilhelmus. Ik hoop door deze uiteenzetting tenminste de doodstraf (met bijl of minder germaansche guillotine is er niet bijgezegd), die men meende, dat ik verdiende, te zullen ontlopen. 

J.R.VERWERS

Ingezonden stuk N.S.B.

29 AUGUSTUS 1933, Winterswijk,

Aan den Res.-Kapitein bij de Landmacht en Inspecteur der Directe Belastingen den Wel.Ed.gestr.Heer Verwers

Hou Zee!
Eigenlijk zou het moeten zijn “Geeft acht”, dit naar aanleiding van het ingezonden stuk in uw blad van 25 augustus, waarin de res.-Kapitein Verwers zich poogt te rehabiliteeren. 
De res.-Kapitein en inspecteur der Rijksbelastingen voelt blijkbaar ‘nattigheid’, na de verontwaardiging, welke zijn demonstratief wegloopen opwekte toen het Wilhelmus door plm.1000 rustige, respectabele Volksgenooten werd gezongen op onzen propaganda-avond van 18 augustus j.l. in het Feestgebouw. 

Dat zingen van het Volkslied, Kapitein, had niet plaats op ‘bevel’, doch werd beleefd verzocht; zelfs was het niet noodzakelijk mee te zingen. 
Nadrukkelijk werd wel en terecht geëischt, dat men zich tenminste uit eeerbied voor ’t Volkslied van de zitplaatsen zou verheffen. 
Blijkbaar was dat nog te veel geeischt, in ’t bijzonder voor dezen democratischen Officier van het Ned.Leger, dus een voorstander van de macht aan de helft plus één en de beweging van de gebroken geweertjes. 

Of de Res.-Kapitein de Nat.Soc.beweging (partij is onjuist) sympathiek is, heeft daar niets mee te maken, ook os het geen “drinklied” , Kapitein, dat kunt U toch weten!!!
U hebt immers onder de tonen van dat plechtige lied met het Legervaandel in de linkerhand, met de rechterhand omhoog, trouw gezworen voor God, aan Koningin en Vaderland!
Misschien echter, dat U dezen eed vergeten zijt, doch het jaarlijksche tractement, dat het U oplevert, zal er U nog wel eens an herinneren!

De tijd zal eens andere officieren voortbrengen, dat kan hier laangzaam gaan, doch die tijd komt!!
Over sympathie gesproken, daar kunt U en Uw vooze partijtje van meespreken, gezien de dubbelzinnige houding van de leiding der V.-D h.t.p. in het geval vergadering  “Drentsche Agrarische Boerenbond”. 
Iets dergelijks zou in de Nat.Soc.Beweging ondenkbaar zijn. De schuldige personen zouden door onzen Leider direct, zonder pardon, overboord gezet zijn. 

Bij de Nat.Soc. Beweging, Kapitein, gaat het Algemeen Belang boven het Groepsbelang, en het Groepsbelang boven het Persoonlijk Belang.
Knoopt dat vooral in uw oor, want wij doen niet aan politieke huichelarij. Laat Uw partijtje, of welke andere ook, eens probeeren op één avond hier ter plaatse meer dan 1000 (precies 1078) menschen ter vergadering te trekken tegen een kwartje entree; de menschen komen bij U nog niet als U een kwartje toegeeft!

Een ander geval van sympathie is Uw persoonlijke bemoeiïngen inzake Uw inkoopen en gros van consumptie-artikelen, welke U onder Uw aanhang verdeelt. U stoot daarmee de reeds zoo zeer geteisterde Middenstanders het brood uit den mond, terwijl U zelf nog steeds Uw zeer behoorlijk salaris op peil wenscht te houden! Erg menschlievend nietwaar? 
Misschien behoort dat ook tot Uw dierbare democratie!

Wat Uw bloederige visioenen van bijl en guillotine betreft, voor een Kapitein- Vechtjas is dat toch niets, al hangt U ook het systeem aan van “Liever bloojan dan doojan”. 
Hou zee! 

NAT.-SOC.BEWEGING,Groep 104

‘Volk en Vaderland’

23 SEPTEMBER 1933

‘VOLK EN VADERLAND’, weekblad der NSB is verkrijgbaar bij:
H.J.P.Pecht, Weurden 59

Dr.Bos bedankt als raadslid

03 OKTOBER 1933

Naar we vernemen heeft dr.W.P.C.Bos, lid van den Raad, gekozen op de V.D.-lijst, bedankt als lid van den V.D.B.
Hij zal nog een raadszitting meemaken en dan ook bedanken als lid van den Raad. De opvolger op de lijst is de heer J.W.Renskers, wonende te Ratum.

Groot Luchtalarm oefening in Winterswijk

VRIJDAG 20 OCTOBER 1933 , Het Vaderland

LUCHTBESCHERMINGSDIENST-DE OEFENING IN WINTERSWIJK

Nederland heeft thans ook zijn oefening in den luchtbeschermingsdienst gehad. Winterswijk heeft op 19 october een prachtig voorbeeld gegeven. Toen wij omstreeks een uur des namiddags Winterswijk binnenkwamen, bleek reeds dadelijk aan het groote aantal auto’s en rijwielen dat er iets bijzonders ging gebeuren. Te 1.30 nm. had de burgemeester belangstellenden naar het gemeentehuis opgeroepen. Wij zagen daar o.a.: den minister van Defensie mr.dr.Deckers, den vertegenwoordiger van den minister van Binnenlandse Zaken mr. Spitzen, den Commissaris der Koningin in Gelderland, de territoriale bevelhebbers van Friesland enz.Overijsel enz., en Noord-Brabant enz.een vertegenwoordiging van de interdepartementale commissie voor de luchtbescherming en van de Studievereeniging voor luchtbescherming, het hoofd van het bureau luchtverdediging van den Generalen Staf, een zeer groot aantal burgemeesters en hoofden van den luchtbeschermingsdienst uit de provincie Gelderland en zelfs eenigen uit andere provincien, de divisie- en districtcommandant van Koninklijke marechaussee en de districtcommandant van de rijksveldwacht.
Na een woord van welkom aan autoriteiten en belangstellenden, uitgesproken door den burgemeester, kreeg het hoofd van den luchtbeschermingsdienst de gelegenheid de organisatie van dien dienst uiteen te zetten en het programma der oefening bekend te maken en toe te lichten. Te 2.00 nm.gingen de verschillende groepen autoriteiten en belangstellenden het stedeke in, ten einde achtereenvolgens een bezoek te brengen aan organen van den luchtbeschermingsdienst. Allereerst werd het bureau  van het hoofd bezocht, een ware radio-en telefooncentrale. Een der beide radiotoestellen was afgestemd op golflengte 810m, ten einde te luisteren naar de waarschuwingsseinen “luchtgevaar aanwezig” en ” luchtgevaar geweken”, het andere op golflengte 1070m met het oog op den radio-omroep. Telefoons gingen naar: den Luchtwachtpost, de bediening van  alarmfluiten – en sirenes van de hoofden van de hulpdiensten. Vervolgens kwam de luchtwachtpost aan de beurt, opgesteld op het dak van den Rijkslandbouw- winterschool. De bezetting zocht met kijkers alle windstreken af. Er was zelfs een meetinstrument aanwezig ter bepaling van de aanvliegrichting en de hoogte van naderende vliegtuigen. In de straten zagen wij de brandweeralarmposten, aangegeven door een roode vlag (lantaarn en richtingaanwijzers voor de ligging der openbare schuilplaatsen (kelders). Daar het te kostbaar zou zijn kelders als schuilplaatsen in te richten had de leider zijn toevlucht genomen tot den aanleg van een nauwe, diepe loopgraaf met banken en een schuilplaats. Deze maakte een uitstekenden indruk. Te 14.30 ging door het land het radiografische sein “luchtgevaar aanwezig”; dit bericht kwam vrij goed door en werd onmiddelijk door het hoofd doorgegeven aan den luchtwachtpost, die daardoor, als het noodig was, tot verscherpten uitkijk werd aangespoord. Te 14.46 klonk door den radio-omroep het bericht: “vliegtuigen naderen den Gelderschen Achterhoek”. Het hoofd beschouwde daarop Winterswijk als bedreigd en waarschuwde telefonisch de hoofden van hulpdiensten zich gereed te houden. Eenige minuten daarna kwamen de stoomfluiten en sirenes in werking, waardoor de bevolkinggewaarschuwd werd voor het dreigende gevaar. Op dit “luchtalarm” begaven zich de manschappen zoo snel mogelijk naar de hulpafdeelingen, die op vooruit afgesproken plaatsen werden geformeerd. Arbeiders verlieten hun werk, oudere scholieren hun school, doktoren  en andere ingedeelden hun huizen. De niet bij de hulpdiensten betrokken inwoners bleven getrouwelijk in hun huizen. Hulde voor zoo’n medewerking. De sirenes loeiden voort en intusschen kwam van den luchtwachtpost het telefonisch bericht van de nadering uit Oostelijke richting van een escadrille vliegtuigen.De vliegtuigen schoten met het seinpistool  teneinde den bomaanval te markeeren. Er vielen 1 gasbom, 1  scherfbom en 4 brandbommen. De leiding had dezen aanval prachtig in scene gezet. Op het ruime stationsplein stortte een huis in (afbraak en balken werden in no time in een straat neergeworpen), de waterleidingkraan werd opengezet voor het aangeven van een breuk in een wateraanvoerbuis, een emmer gele kalk uitgestort op het plaveisel gaf het mosterdgas aan, een voorraad oud materieel werd in brand gestoken om een ontstaan van een brand weer te geven, terwijl 9 personen de gewonden voorstelden. Een leger fotografen en een geluidsfilmoperateur maakten opnamen, zoodat weldra heel Nederland kan zien, hoe de werking is van een bomaanval  en op welke wijze de hulpafdeelingen in actie komen. Het hoofd, telefonisch en door middel van ordonnansen op de hoogte gebracht van de plaatsen en den omvang van de rampen, gaf daarop zijn bevelen aan de chefs van de hulpdiensten. De brandweer rukte uit, herstellingsploegen snelden toe, een dokter verleende de eerste hulp (de patienten waren van een kaart voorzien, waarop de aard der verwonding vermeld stond) de chef van de ontsmettingsploeg, met gasmasker en gasdichte kleeding uitgerust, onderzocht den aard van het gas, een transportcolonne vervoerde de gewonden, de ontsmettingsploeg de gaszieken. De oefening gaf een zeer goed beeld van de werkelijkheid. Te 15 uur 40 werd het waarschuwingssein “luchtgevaar geweken” gegeven, hetgeen door klokgelui ter kennis van de bevolking werd gebracht. Wij brachten nog een bezoek aan het ziekenhuis waar de gewonden waren ondergebracht en aan het R.K.ziekenhuis waar voor de gaszieken eenige lokalen in gereedheid waren gebracht. Wij hadden de overtuiging, dat, mocht ooit een ramp als deze Winterswijk treffen, de voorbereidingen voor gewonden en gaszieken op uitmuntende wijze zijn getroffen.

Over de van 20.15-20.45 gehouden avondoefening kunen wij kort zijn. Hier gold het in hoofdzaak de totale verduistering. Nadat sirens en stoomfluiten het “luchtalarm” hadden aangekondigd, werden de lichten gedoofd; de inwoners voldeden, zonder uitzondering, aan het te voren gedane verzoek om te zorgen, dat geen licht naar buiten uitstraalde. Het stationsemplacement werd nagenoeg geheel verduisterd; enkele seinlichten konden natuurlijk niet worden gedoofd. Trein 3702, die te 20.35 uit Winterswijk vertrok had een zeer beperkte verlichting. Thans is aangenomen, dat 4 bommen vielen in de buurt van het gemeentehuis. Met een seinpistool  werden daartoe van af den hoogen toren een viertal roode seinpatronen afgeschoten. Er ontstond brand – aangegeven door een grooten pot Bengaalsch vuur – en twee huizen aan weerszijden van de straat stortten in – aangegeven door puin en balken. Er vielen hierbij vier gewonden. Evenals de dagoefening kwamen ook nu de hulpdiensten in het geweer. Door de duistere straten snelden de van lataarns voorziene ploegen naar de plaatsen des onheils. De belangstelling der bevolking liet niets te wenschen over, er waren te veel menschen op straat, doch dat is bij een eerste oefening niet kwalijk te nemen. Wij bewonderden de verkeersagenten, die in de diepe duisternis toch het verkeer in goede banen wist te leiden. De minister van Defensie en de Commissaris der Koningin brachten, na afloop der avondoefening, een woord van warmen dank  en van hulde aan den burgemeester Bosma en het hoofd van den luchtbeschermingsdienst de Koster en verzochten dien dank en hulde te willen overbrengen aan alle medewerkers. Wij zijn uit Winterswijk vertrokken met de wetenschap, dat daar de juiste burgerzin heerscht. Leiders en toeschouwers hebben veel van deze oefening geleerd en wij zijn er van overtuigd, dat velen burgemeesters een licht is opgegaan. Een gemeentehoofd, dat in vredestijd nalaat de voorbereidingen voor de luchtbescherming te treffen, laadt een zware verantwoordelijkheid op zich.

Dr.Bos bedankt niet als raadslid

20 OKTOBER 1933

Het verzoekschrift aan Dr.Bos om niet te bedanken voor den Raad is geteekend door ca.2000 personen van allerlei richting. Dit is hem dezer dagen aangeboden. Dit verzoek is voor den heer Bos aanleiding geworden om op zijn aanvankelijk voornemen om wel te bedanken, terug te komen; hij blijft den zetel bezet. 

N.S.B.Leider en Propaganda-leider benoemd

31 OKTOBER 1933

In de gisteravond in cafe Beskers gehouden, druk bezochte ledenvergadering van de afd.Winterswijk van de nationaal Socialistische Beweging werd Ds.Reeser als propaganda-leider benoemd, terwijl Dr.W.P.C.Bos tot leider werd gekozen. 
Laatsgenoemde wenscht het leiderschap nog enkele dagen in beraad te houden. 

Overtreding Uniformverbod

17 NOVEMBER 1933

Door de politie is proces-verbaal opgemaakt tegen een lid van de Nat.Socialistische Beweging wegens overtreeding van het Uniformverbod.

Dr. Bos leider v. d. N. S. B.

20 NOVEMBER 1933, Graafschapbode

Dr. Bos heeft thans definitief het lidmaatschap der afd. van de N. S. B. aanvaard.
Naar we vernemen zal hij binnenkort plechtig geïnstalleerd worden.
Men zal moeite doen om Ir. .Mussert, alsdan naar Winterswijk te krijgen om deze installatie te doen geschieden.

Dr.Bos zelfsstandig raadslid

01 DECEMBER 1933

Bij de rondvraag deelde de heer Bos mede, dat, zooals bekend hij uit den Vrijz.Dem.Bond is uitgetreden, doch dat hij het niet moreel verplicht achtte, op grond van de vorige stemming en de 2000 handteekeningen, voor eenige maanden verzameld, als lid van den Raad te bedanken. De Raad diende hem niet meer te beschouwen als lid van de V.D.B., doch als zelfstandig raadslid

Uniformverbod

05 DECEMBER 1933

Vrijdag heeft de kantonrechter te Groenlo uitspraak gedaan tegen R., alhier, inzake overtreding van het uniformverbod (dragen van insigne N.S.B.) 
R. werd veroordeeld tot f 15,- , of 15 dagen hechtenis. beklaagde heeft hooger beroep aangeteekend. 

Kotten N.S.B Feestgebouw

VRIJDAG 8 DECEMBER 1933, Graafschapbode

KOTTEN N.S.B.

Groep 104 Winterswijk van de Nat.Soc.Bew. hield Donderdagavond te Kotten in ’t feestgebouw, een openbare verg, die druk bezocht was.
Ds.Reeser, de propagandist sprak een inleidend woord, waarin hij uitvoerig betoogde, dat de maatschappij lijdende is aan een catastrophale ziekte, waarin ten spoedigste en met kracht het mes gezet dient te worden. 
Dr. W.P.C.Bos, de leider van de Groep betoogde daarna dat alleen de N.S.B. op grond van haar program in staat zal zijn de arbeidersklasse, de middenstand en kleine boerenstand de plaats te verschaffen in de maatschappij, waarop zij recht heeft en geestelijk en maatschappelijk op een hooger peil te brengen.
De groep stelt zich voor in alle buurtschappen een lezing van gelijke strekking te houden en aan ’t eind de geheele uiteenzetting te publiceeren.

N.S.B.Openbare samenkomst Woold

08 DECEMBER 1933

Nationaal Socialistische beweging Propaganda-vergaderingen in de Buurtschappen.
De Nationaal-Socialistische beweging alhier, georganiseerd in groep 104, zal in de verschillende buurtschappen lezingen organiseeren. 
De groepsleider Dr.W.P.C.Bos zet op deze propagandavergaderingen haar beginselen uiteen, terwijl de bijeenkomsten er niet weinig toe bijdragen om alle mogelijke wanbegrippen, die omtrent de N.S.B. bestaan, uit den weg te ruimen. 
Om haar inzichten in een betere en gelukkiger samenleving meer bekendheid te geven, werd reeds in Kotten een vergadering gehouden, terwijl vrijdag in het Feestgebouw te Woold de tweede propaganda-lezing plaats vond. 

Deze vergaderingen zullen zeer zeker niet nalaten vruchten af te werpen, waardoor het ledental, dat, naar men ons mededeelt, ook in onze gemeente met rasche schreden vooruitgaat, wel weder uitgebreid zal worden. 
Te Woold had de ongunstige weersgesteldheid geen invloed op het bezoek, daar de zaal bijna geheel bezet was.
Op de achtergrond van het pdoium had men de rood-wit-blauwe vlaggen bevestigd, te midden waarvan de N.S.B.-vlag met embleem geplaatst was. 
Aangezien de strekking, die van de verschillende lezingen de grondslag vormt, dezelfde is, wil ’t ons voorkomen, dat ’t om verschillende redenen beter is, dat de menschen uit den mond van den spreker zlef eerst kennis nemen van den inhoud van zijn betoog, om dan aan ’t eind de argumenten, waarop het betoog is opgebouwd, nog eens in zijn oorzakelijk verband rustig na te lezen, waarom wij haar dan in zijn geheel in de courant zullen afdrukken. Zulks lijkt ons ook bevordelijk voor een rustige onderlinge bespreking en oordeelvorming. 

Wij zullen dus volstaan met in enkele trekken iets over deze zeer geslaagde vergadering mede te delen. 
Ds.reeser, propagandist van de N.S.B., sprak een inleidend woord, waarbij hij de vraag “wat is nu toch eigenlijk het nationaal-socialisme en wat wil het”  , beantwoordde met te betoogen, dat de maatschappij lijdt aan een catastrophale geestelijke krankheid, waarvna de oorzaken zijn: groote wereld-oorlog, de partij-strijd en het platvloersche materialisme, de stofvergoding en dat ’t de N.S.B.is, die het hart der menschen wil vullen met geestelijke waarden, opdat de mensch iets voor een ander kan zijn: één voor allen, allen voor één. 
Dr. W.P.C.Bos, de leider der groep besprak in een uitvoerig betoog de diep vernederende toestand, waarin de arbeiders, middenstanders en kleine boeren geraken, tengevolge van de verkeerde wijze, waarop het maatschappelijk radarwerk functioneert en verzuimde niet de middelen aan te geven, die de volledige ondergang van deze groepen kan voorkomen. 

In ’t bijzonder wees hij op de slechte gevolgen van den klassenstrijd, tegenwerking en wantrouwen, inplaats van samenwerking en vertrouwen. Maar ook even scherp werden door hem gehekeld de funeste gevolgen van ’t kapitalistisch stelsel, waarbij ’t persoonlijk belang staat boven ’t algemeen belang. 
De goed gedocumenteerde redevoering daar, waar noodig, met feiten gestaafd, werd met de grootste aandacht gevolgd. 

Na de pauze was er gelegenheid tot het stellen van vragen, waarvan 3 aanwezigen gebruik maakten. de vragen werden zeer naar genoegen beantwoord.
Ds. Reeser sprak een slotwoord, waarna de bijeenkomst werd beëindigd met gezamelijk te zingen het eerste couplet van het Wilhelmus, nadat hij vooraf hen, die meenden daaraan niet te kunnen meedoen, gelegenheid had gegeven de zaal te verlaten, waartoe echter geen enkele overging. 

N.S.B.bij ’t Lappenschaar

WOENSDAG 17 JANUARI 1934, Graafschapbode

Maandagavond hield groep 104 Winterswijk der N.S.B.bij ’t Lappenschaar in Henxel een openbare vergadering, die goed bezocht was.
Dr.W.P.C.Bos, groepsleider alhier, zette de beginselen der Nationaal Socialistische Beweging uiteen en vond een aandachtig gehoor.
Na de pauze werd gelegenheid gegeven vragen te stellen, waarvan een tweetal aanwezigen gebruik maakte en die door Dr.Bos werden beantwoord.

Ledenvergaderingen N.S.B.

27 JANUARI 1934, Volk en Vaderland

15 Jan. Openbare vergadering op Lappenschaar Huppel.
Spreker Dr. Bos en de Propagandaleider. De zaal was uitstekend bezet,
Enkele vragen werden gesteld. Eenige nieuwe leden gaven zich op.

18 Jan. Ledenvergadering van groep 104 te Winterswijk.
Groepsleider Dr. Bos wenschte allen een voorspoedig 1934 en memoreerde in ’t kort verschillende ‘.S.B. gebeurtenissen in ’t afgeloopen jaar.
Vele nieuwe leden werden geïnstalleerd.
Besloten werd o.a. een groepshuis te huren dat tegen Februari geopend zal worden.
Medegedeeld werd dat in Winterswijk voorloopig 300 exemplaren van „De Oranjepost zullen worden verspreid.
De opkomst was goed.

N.S.B. bijeenkomst Corle

23 JANUARI 1934

Propaganda-vergadering N.S.B.

In het Feestgebouw te Corle had vrijdagavond een propaganda-vergadering plaats van groep 104 van den N.S.B.
De zaal was slechts matig bezet, toen Ds.Reeser als propaganda-leider de vergadering opende. 
Spr.begon te verklaren, dat de N.S.B. “lef” had.
Wat de Fransche revolutie beloofde, dat wil de N.S.B., zij het in anderen zin, werkelijkheid maken. 
Het woord lef is ontstaan uit de initialen van de Fransche omwentelingsleuze: Liberté, Egalité et Fraternité.
Vrijheid (Liberté) wil de N.S.B. brengen, maar ’n vrijheid, die gebonden is aan Tucht, aan een boven ons staande norm, aan den godsdienst.
Gelijkheid moet den klassenstrijd vervangen (egalité)
Broederschap (fraternité) willen wij brengen; wij komen niet met de maag of met de bontjas, maar met het hart. 
Nationale eenheid en kameraadschap wil de N.S.B.
Spr.vergelijkt de geboorte van ’t fascisme in verschillende landen en nuanceeringen met het plotseling uitbreken van de Hervormingsgedachte na de middeleeuwen. 

Hierna verkrijgt Dr.Bos, kringleider, het woord, om het “technische gedeelte” van het N.S.B. program te behandelen. 
Dr.Bos wijst op den slechten roep, die de N.S.B. overal waar zij komt, vooraf gaat.
Val allerlei zijden komt bestrijding die bewijst, hoezeer men haar groei vreest. 
Zelfs is een Anti-fascistenbond opgericht met de leuze; Vrijheid, Arbeid , Brood. 
Het orgaan van dezen Bond noemde in haar kerstnummer de huidige maatschappij een gekkenhuis, waaruit blijkt dat zij, die gewoon zijn te liegen, soms groote waarheden kunnen zeggen. 
Wat te denken van een samenleving, waarin aan de eene zijde cumulatie van inkomens en pensioenen, aan den anderen kant armoede? 
terwijl alleen in Amsterdam 4 a 500 gevallen van dubbele gezinsinkomen zijn, worden 1200 onderwijzers op straat gezet. Kan het idioter?
Dit alles schrijft spr.op rekening van het demo-liberale regeeringsstelsel. 
Spr.levert scherpe kritiek op de samenstelling van partijlijsten bij verkiezingen, waarbij de groote bonzen zich van een veilige plaats voorzien. 

Op leugenachtige wijze wordt dan aan de kiezers een program voorgehouden, waarvan men de zekerheid heeft het nooit te kunnen uitvoeren. Men verwijt de N.S.B., dat zij persoonlijke vrijheid niet eerbiedigt. Op een N.V.V.-vergadering in Winterswijk werd den spr., zekeren heer Lindeman, een voor hem zeer penibele vraag gesteld. Wat deed deze voorstander van persoonlijke vrijheid?  Hij verklaarde den vrager communist en liet hem uit de zaal verwijderen. 
Op 15 December verklaarde Mr.van Dam op een vergadering van den V.D.-Bond, in Winterswijk, dat bij de N.S.B. vrijheid niet bestond. 
Jammer, dat deze spreker in Den Haag zijn trein niet verlaat had. Hij zou dan zijn partijgenoot, minister Marchant in de Kamer hebben kunnen hooren zeggen: Een ambtenaar is niet vrij. De ambtenaar mag zelfs geen N.S.B.- lid zijn. Spr. bracht hulde aan den S.D.A.P.-er Duijs, die na den heer Westerman interpelleerde over deze vrijheidsbeperking. 
Ook het optreden der regeering inzake N.S.B-ers bij de Burgerwacht, vond heftige bestrijding. Men had te kiezen tusschen Nederland en Oranje of Generaal Duymaer van Twist. 

En dat, terwijl S.D.A.P.-menschen wel ambtenaar kunnen zijn, die in 1903 ’t hegeele verkeer wilden ontwrichten, in 1918 een greep naar de macht deden en het onderwijs op verkeerde wijze trachten te beinvloeden. 
Hun vertegenwoordigers toonen geen eerbied voor ons Vorstenhuis. 
Ergelijk is, dat vertegenwoordigers van het Nederlandsche volk niet bij de kamer-openingen kunnen zijn, omdat ze in de bajes zitten wegens het verspreiden van geschriften met staatsgevaarlijken inhoud. Een ander “volksvertegenwoordiger” zit als staatsgevaarlijk individu in het concentratiekamp van Boven-Digoel. 
wanneer een kermis-reiziger met een muizen-theater zijn kat als ordebewaarder aanstelt, verklaart men hem voor gek. In onze vaderlandsche politiek spreekt men in zulke gevallen van persoonlijke vrijheid. 

En dat terwijl een man als Mussert, die éénheid predikt onder het Pranjebewind, er uit moet, een burgemeester te Maartensdijk niet N.S.B.-lid mag zijn. 
Waarom? Zij zijn gevaarlijk voor de politieke belangen groepen. 
Spr. vergelijkt de opofferende daad van Mussert met de houding van den heer Colijn, die niets wenscht te offeren van zijn pensioenen. De groote Colijn is daar in heel klein geweest. 
Hoe ondeskundig wordt vaak gepraat in de overheidscolleges. Men ziet in sommige gemeenten onderwijsbelangen “verzorgen”  door menschen, die geen 10 woorden zonder fouten kunnen schrijven.
In den Winterswijkschen Raad werd het plan voor veeteelt-subsidie achtergehouden, omdat er eerst een commissie moest komen. De eenige deskundige in den Raad mocht daarin geen plaats vinden, omdat hij verkeerd was aangesloten.
De eerste Protestanten werden verbrand, de eerste nationalisten worden bedreigd met broodroof. En dat durft nog van persoonlijke vrijheid spreken.

Het internationalisme noemt spr.onzin.
Laat de beste vakman hier maar eens probeeren in het buitenland werk te vinden. Toch zingt hij dapper zijn Internationale. 
Internationaal is alleen het kapitalisme. Wie in het buitenland flink wat komt verteren, wordt er als meneer ontvangen. 
Doel van de N.S.B. is, iedere arbeider in zijn eigen land gelegenheid geven zijn brood te vinden, zonder onteerende werkverschaffing. Dat is waarlijk sociaal werk. 
Tegen te groote opeenhoping van eigendom in één hand dient gewaakt.
De Staat moet het recht hebben, aan particulieren eigendom een andere bestemming te geven, als dit niet ten algemeene nutte wordt aangewend.
Met erkenning van het goede, dat het Marxisme aan arbeiders en boeren heeft gebracht, laakt spr. de strijdwijze van deze beweging.
Haat, klassenstrijd, eigenbelang, staan voorop. Van de contributies van het N.V.V.  wordt 80% voor functionarissen en administratie uitgegeven. Geen wonder, dat men hier onze zuiveringsactie vreest. 
Uit zal het ook moeten zijn met onzinnige maatregelen als van de varkenscentrale, geboren in het brein van bacon-handelaars en -zouters. 
Resultaat was dat onze handel op België van 96% op 2% terug liep. Men duldde in België geen prijsregeling door Nederlandsche handelaren en wendde zich o.a. tot Denemarken. 
Goede gevolgen zouden er alleen zijn voor Mijnheer Zwanenberg en wie daar dicht bij zitten. Ook de Rundvee-centrale kan geen genade vinden in de oogen van spr. 
Was er niet zooveel vee ingevoerd, het afslachten van dragend vee zou niet noodig zijn geweest. 
De Crisis-Zuivelcentrale heeft bereikt, dat men thans in het buitenland voor onze boter niet meer betaalt wat wij voor margarine moeten uitgeven, die 75% buitenlandse vetten bevat. 
Eindeloos is er geknoeid. Als een margarinefabriek op last van den Minister gesloten wordt, dan is er wel iets gebeurd.
Intusschen worden van zoo’n fabriek de arbeiders en ’t kantoorpersoneel naar de werkverschaffing verwezen. Maar de heeren knoeiers krijgen f 1100,- per week.
Voor zulke toestanden is de regeering met haar systeem verantwoordelijk.
Liberalisme en democratie voeren tot communisme. De N.S.B. stelt hiertegenover de corporatieve staat, waarin alleen de president van den ministerraad als dictator verantwoording schuldig is aan de Koningin.

In tijd van nood beslist op ieder schip de kapitein. Daarom is het een schandaal volgens spr. dat ministers (zooals Marchant en Oud) door een partijvergadering ter verantwoording worden geropen. 
We dienen vakmenschen, door hun organisaties aangewezen, adviseerend en controleerend op te treden. 
Men verwijt de N.S.B.,dat deze militairistisch is. Uit welken hoek deze beschuldiging komt, kan blijken, dat de goed gediciplineerde A.J.C. niet militairistisch genoemd wordt. 
Dat de weerbaarheidsafd. reden van bestaan heeft, blijkt hieruit, dat gemiddeld per week 2 N.S.B.-ers naar het ziekenhuis gebracht worden. Wij moeten ons behouden voor een pak slaag. 
Het fascistisch Italié en Duitschland zouden oorlogszuchtig zijn. Maar het zwaarbewapende democratische Duitschland dan? 
En in Amerika is een stad, waar niets anders dan gifgassen gemaakt worden. 
De N.S.B. wil slechts, dat ons land zich moet kunnen verdedigen, zoolang nog een West-Europeesche staat het recht neemt zich op aanval te prepareeren. Wat deden de soc.in 1914? De eeuwige vrede Van Genéve zal nooit komen zoolang daar afgevaardigden komen van ’n partij en niet uit het volk. 
Was Vliegen vertegenwooridger van ’t Nederlandsche volk? 

De beschuldiging van anti-semitisme wijst spr.af. De N.S.B. wil in deze de Duitsche methodes niet toepassen. Nationaal voelende Joden kunnen zich bij de beweging aansluiten. Zionistische Joden worden als gasten beschouwd. Zij kunnen geen N.S.B.-lid zijn. 
Tenslotte roept spr. zijn gehoor op, mee te helpen aan de rgoote schoonmaak en zich aan te melden als lid van de N.S.B.

Na de rede van Dr.Bos konden vragen gesteld worden.
Bij beantwoording van deze vragen bleek, dat de N.S.B. streeft naar de totale macht. Zij denkt daarbij aan een meer geleidelijke overgang dan in Duitschland. Er zal meer erkenning zijn voor andersdenkenden. 
Een tegenstelling stad-platteland is in een N.S.B.-staat niet denkbaar. tweedrachtszaaiers worden uit de beweging gestooten. 
De N.S.B. is voor opheffing van het bankgeheim.
De N.S.B. wil een nationale school, dit is echter in de eerste jaren nog niet te bereiken. Slechts als de nationale N.S.B.-idee diep in het volk doordringt kunnen de bijzondere scholen verdwijnen.
De N.S.B.-school moet ruimschoots voorzien in gelegenheid tot godsdienstonderwijs voor iedere gewenschte richting, te geven door bevoegde kerkelijke personen. 
Nadat Ds.Reeser nog een slotwoord gesproken had, werd staande het Wilhelmus gezongen. 
Er werd gelegenheid geboden als N.S.B-lid zich aan te melden; voor zoover ons bekend werd daarvan geen gebruik gemaakt. 

Kringhuis Stationsstraat

VRIJDAG, 2 FEBRUARI 1934

N.S.B.
Naar wij vernemen heeft Groep Winterswijk van de N.S.B. de woning gehuurd aan de Stationsstraat 25, met de bedoeling deze in te richten als groepshuis.N.S.B.

Katholieken en de N.S.B.

13 FEBRUARI 1934

De Katholieken en de N.S.B.
Zondag is van alle kansels in de R.K.kerken van ons land een brief van de Bisschoppen voorgelezen, waarin ernstig wordt vermaand, zich niet aan te sluiten bij de N.S.B. De brief is in zeer voorzichtige bewoordingen gesteld en houdt niet een onmiddelijk verbod in om van deze organisatie lid te zijn of te blijven.
Wel is de organisatie verboden voor alle functionarissen in dienst der Kath.Kerk, verder kerkmeesters, armbestuurders, onderwijzend personeel enz.

Nazi-overval op P.G.Kobus

VRIJDAG 13 APRIL 1934, De Tribune
Communistisch blad

Onze makker in zijn bed overrompeld en neergeslagen

GELD EN KOSTBARE
MUZIEK-INSTRUMENTEN WERDEN GESTOLEN.

„In twee weken komen wij terug ….Dan vallen er dooden!”

De buurtschap Meddo, waar in de nacht van Woensdag op Donderdag een nazi-overval op partijgenoot Kobus werd gepleegd, ligt tusschen Winterswijk en de Duitsche grens. Het is een eenzame streek, waar
bosschen en roggevelden elkaar afwisselen.
Het huis van Kobus ligt op twee kilometer afstand van de Duitsche grens. Het is er stil en afgelegen.
Een plaats die zich buitengewoon goed leent voor een misdadige overval.
Woensdagavond waren de twee groote zoons van kd. Kobus, Albert en Gerrit niet thuis.
Gerrit zat in de nachtploeg op de fabriek in Winterswijk en Albert was met de Tribune in de stad aan het werk.
Kobus was zoodoende alleen thuis, met zijn vrouw en twee meisjes van 14 en 20 Jaar.
De ouders verwachten Albert tegen half twaalf uit de stad terug.
Toen de hond om een uur of elf aansloeg, verbaasde niemand zich daar dan ook over en dacht, dat de jongen huiswaarts keerde.
Nog geen twee minuten later bleek, dat men zich vergist had.
Plotseling voelde pg. Kobus, die met zijn vrouw in de voorkamer slaapt, een schrijnende pijn in zijn hoofd.
Hij dacht, dat hij zich gestooten had. Toen hij gestommel hoorde en opzag, keek hij in een viertal op hem gerichte zaklantaarns.

— Handen omhoog! — schreeuwt een van de indringers in het Duitsch kameraad Kobus toe, en meteen werd er weer geslagen.
Een van de vier kerels, die een masker droeg en die gedurende de geheele scène geen woord sprak, had de leiding van de mishandeling.
Een van de Duitschers eischte op hoogen toon de schrijf machine van Kobus.
— De schrijf machine is niet hier! Die is bij een kameraad in de stad — antwoordde Kobus.
— We gaan nog naar boven! Als wij de machine niet vinden, ga jij eraan!
Intusschen had een van de andere nazls zich meester gemaakt van vier horens van de schalmeien-kapel, die een waarde vertegenwoordigen van f 175.
Een van de anderen eischte, dat de plaats aangewezen zou worden, waar Duitsche illegale drukwerken verborgen waren.
Verder rukten zij een Tribune-plaat van de muur, benevens een portret van Ernst Thaelmann.
Brochures, die zij vonden,stopten zij in een meegebrachte jutezak.
Uit een van de kasten haalden zij uit een paar kistjes een bedrag van f 53.— van de Schalmeien-kapel.
De gemaskerde man trad daarop weer met zijn zware knuppel op het bed toe en gaf de vrouw van Kobus een harde slag.
Kobus is toen over zijn vrouw heen gaan liggen, om haar met zijn lichaam te beschermen.
De nazis hebben hem toen op een beestachtige manier afgeranseld.
Intusschen waren de meisjes wakker geworden. Toen zij naar beneden wilden komen, brulde een van de nazis hen toe:
„Als jullie niet boven blijven, schieten we!”
Meteen loste hij een schot. De meisjes vlogen toen naar de ramen en riepen in den nacht: „Moord! Help!”
Op deze afgelegen plaats was dit roepen echter tevergeefs. Niemand kon hen hooren.
Buiten ontdekten zij nog twee Duitschers, die op wacht bleken te staan.
Terwijl de indringers zich klaar maakten om weg te gaan, kwam de gemaskerde man nog even terug in de slaapkamer van de oude menschen. Hij bracht Kobus nog eenige harde slagen toe op hoofd en schouders en verklaarde daarbij, dat hij binnen twee weken terug zou komen.
Als de schrijfmachine er dan niet was, zouden er dooden vallen….
Daarop verdwenen de aanranders.
Om half twaalf kwam Albert thuis. Nadat zijn vader voorloopig verbonden was. is hij met hem naar de „buren” gegaan die tien minuten verder wonen.
Nadat deze gewaarschuwd waren, zijn twee boeren met hun jachtgeweren op de fiets door de bosschen van Winterswijk gegaan, om de politie te waarschuwen, en Kobus, die vermoedde, wie de gemaskerde man was, n.l. een Hollandsche fascist uit Winterswijk, verzocht de boeren de politie van dit vermoeden op de hoogte te stellen.
Twee agenten zijn dan ook ’s nachts naar het huis van de betrokken N.S.B.er gegaan en zij hebben zich door de vrouw van den man laten afschepen met het smoesje, dat haar man sedert acht dagen ziek te bed lag.
De agenten zijn toen niet naar binnen gegaan,
’s Nachts tegen half twee verscheen de politie met een auto bij het huis van Kobus.
Er werden geen foto’s of vingerafdrukken genomen, terwijl er evenmin voetsporen zijn opgenomen.
Eveneens weigerde de politie ondanks het dringende verzoek van Kobus om onmiddellijk in de richting van Vreede, een klein stadje, vlak over de grens, een onderzoek in te stellen.
Den volgenden morgen heeft men een naar de grens loopend spoor gevonden.
Uit de voetafdrukken in het mulle zand bleek, dat een groote groep mannen, waarschijnlijk van de SA van Vreede, ’s nachts aan de grens op de terugkomst van de aanranders gewacht heeft.
De politie van Winterswijk heeft in den loop van den dag te Vreede een onderzoek ingesteld.
Naar men ons mededeelde, heeft dit niets opgeleverd.
Het blijkt echter wel, dat er voorhands van ernstig politie-onderzoek geen sprake is.
De verontwaardiging in Winterswijk is echter buitengewoon groot.
Algemeen neemt men aan, dat de overval in samenwerking tusschen de plaatselijke afdeeling van de NSB en de Duitsche SA-bandieten is gepleegd.
Pg. Kobus heeft nog steeds een verband om het hoofd.
Hedenavond wordt door de afdeeling van de C.P.H. in Winterswijk een openbare vergadering belegd als protest tegen de fascistische overval.
De Comm. party roept per manifest de arbeiders op, tegen de fascistische benden en tegen de Colijn-regeering, die hen beschermt, het eenheidsfront van den strijd te vormen.

Twee NSB-ers gingen samen naar Vreden

MAANDAG 16 APRIL 1934, De Tribune
SOC.DEM.WEEKBLAD

Wat hebben ze daar gedaan?
De N.S.B. durft geen openbaar debat aan

(Van onzen specialen verslaggever)

Winterswijk, 16 april 1934
De N.S.B.-er V, tegen wie ernstige verdenking bestaat, dat hij de gemaskerde man was bij den nazi-overval op p.g. Kobus, is door de Winterswijksche politie wederom in verhoor genomen. Het eerste verhoor vond plaats bij zijn bed.
De man beweerde, dat hij zwaar ziek was en dat hij ook de nacht van den overval te bed gelegen had.

Het staat echter vast, dat V. den Zondag voor den overval met zijn vrouw naar Vreden, het Duitsche plaatsje vlak over de grens is geweest. Wat moest hij daar doen? Velen denken, dat hij daar met de nazi’s de laatste bijzonderheden ter voorbereiding van de misdaad heeft besproken.

Paaschmaandag is V. trouwens ook naar Vreden geweest. Hij ging toen in gezelschap van een anderen N.S.B.-er uit Winterswijk, een zekeren P.!
Men ziet, dat de fascisten hun aanslag lang van tevoren goed voorbereid hebben.
V. die beweert dat hij reeds eenige dagen ziek te bed lag, is Dinsdag op de slachterij van Zwanenberg geweest, waar hij door verschillende personen gezien is.
Donderdagavond, den dag na den overval, hebben anderen hem bovendien in Winterswijk op straat zien loopen.
Zaterdag j.l. hebben wij den man met eigen oogen op straat zien loopen, met een groot pak nummers van, “Volk en Vaderland” onder den arm.
Een paar uur tevoren hebben wij hem zelfs bij Dr.Bos, den plaatselijken kringleider van de N.S.B. zien binnengaan.
P.g. Kobus heeft den fascistischen schurk trouwens terstond herkend en onmiddelijk heeft hij dit aan de politie medegedeeld. De Winterswijksche politie heeft echter niet de moeite genomen om terstond te gaan onderzoeken, of de man zich den nacht van den aanslag thuis bevond.
Een van de dochters van Kobus heeft nog verklaard, dat de twee kerels, die tijdens den inval in het huis in de bosschen buiten op wacht stonden, dezelfde petten droegen, waarmee de S.A.-lieden uitgerust zijn. 

In sommige bladen heeft gestaan, dat eenigen van de gestolen voorwerpen aan de Duitsche grens teruggevonden zouden zijn.
Deze “voorwerpen” waren een dopje van een van de gestolen psitonhoorns van de Schalmeier-kapel en verder een hoeveelheid looden letters, afkomstig van de zetkast, die p.g. Kobus in huis had voor het drukken van ons plaatselijke partijblaadje “De Baanbreker”. 
Deze letters hadden de roovers in een zak gedaan, die blijkbaar onderweg stuk is gegaan.
Er zijn toen letters uitgevallen. Op deze wijze lieten de fascisten een spoor na, dat Kobus zelf ontdekt heeft. Dit spoor leidde naar de Duitsche grens. Het bracht tevens aan het licht, dat de roovers niet langs geheime paadjes, maar over den grooten weg naar Duitschland teruggekeerd zijn. Over de grooten weg die voortdurend zoo streng bewaakt wordt!
’t is duidelijk dat de fascistische grenswacht mee in het complot is geweest, anders zouden de kerels wel gegrepen zijn, toen zij terugkwamen met hun buit.

De afdeeling Winterswijk van de C.P.H. heeft den kringleider van de N.S.B., dr.Bos, uitgedaagd tot een openbaar debat over deze fascistische misdaad en over de vraag “fascisme of communisme”.
Dr. Bos heeft echter deze uitnoodiging afgeslagen

Geen wonder – in een openbaar debat zou voor het front van de arbeiders duidelijk aangetoond worden, dat zulke misdaden zeer goed passen in de politiek zooals de fascisten die overal voeren.
In Italie en Duitschland hebben de fascisten immers nooit anders gedaan. En daartoe durven de fascisten zich in het openbaar niet te verantwoorden.

De openbare vergadering, die de C.P.H.  Vrijdagavond j.l. gehouden heeft over deze zaak, heeft intusschen haar uitwerking niet gemist.
De stemming onder de arbeiders in Winterswijk is uitgesproken anti-fascistisch. Wij hebben thans de taak om van deze stemming gebruik te maken voor het winnen van werkers voor den strijd tegen het fascisme.

Zaterdag is gebleken, dat de roovers behalve de reeds gemelde voorwerpen, ook nog een fototoestel meegenomen hebben.
Geruimen tijd geleden had p.g. Kobus reeds aan den burgemeester van Winterswijk vergunning gevraagd voor het in huis hebben van een revolver, wat werkelijk niet overbodig is voor iemand, die zoo afgelegen woont en die elk oogenblik bedreigd wordt door de fascistische schurken uit nazi-land zoowel als uit Winterswijk zelf.
De burgemeester heeft dat toen, zonder opgaaf van redenen geweigerd. 

Van de politie kreeg Kobus echter te hooren, dat hem toestemming geweigerd was, omdat hij communist is!
Men is blijkbaar van meening, dat een communist zich maar moet laten afslachten door fascistische aanranders. 
De arbeiders in de grensstreek zullen zich echter weten te verdedigen – ondanks burgemeesters die hen dat willen beletten en ondanks politie, die aanranders laat ontsnappen

De man met het masker herkend

23 APRIL 1934, De Tribune, Soc.Dem.Weekblad

WINTERSWIJK, 20 April.
(Van onzen specialen verslaggever).

Vrijdagmiddag om half vier heeft ten huize van pg. Kobus, op wien in den nacht van 11 op 12 April door een bende Nazi’s een overval gepleegd werd, een confrontatie plaats gehad tusschen Kobus en twee van de vermoedelijke daders, namelijk den N.S.B.er Veugelers en den S.A.-man Haarhuis uit Bocholt.
De Winterswijksche politie, die de zaak de laatste acht dagen onder den druk van de anti-fascistische stemming onder de bevolking krachtiger aangepakt heeft, was hierbij met vier man aanwezig. Het hoofd van de politie te Winterswijk, inspecteur Feberwee, leidde de confrontatie persoonlijk. P. Kobus zoowel als zijn vrouw hebben hierbij In Veugelers definitief den man met het masker herkend.
De dochter van Kobus herkende in het stemgeluid van den Duitschen fascist Haarhuis, dat van den man, die tijdens den overval zijn spitbroeders tot spoed aanmaande met de woorden:
„Schnell! Los! Wir mussen weg! Los!”
Beiden bleven intusschen ontkennen iets van de zaak af te weten. 

Het is echter vast komen te staan,dat de Mussert-man Veugelers den dag na den overal weer naar Vreden is gegaan, d.w.z.
vlak na den nacht, waarin zijn vrouw aan de politie verklaarde, dat de man doodziek te bed lag!
Verder is thans ook aan het licht gebracht, waar de N.5.8.-er steeds heen gaat als hij zich naar Vreden begeeft. Hij brengt dan namelijk steeds bezoeken aan het beruchte nazi-café van zekeren Amelink aldaar. Daar zitten voortdurend allerlei plaatselijke leidertjes van het
nazl-geboefte bij elkaar, die onder het ledigen van vele glazen bier beslissen over het lot van de bevolking, uitmaken wie er
in Schutzhaft genomen en bepalen wie er in het concentratiekamp opgesloten moet worden.
Het Is duidelijk, dat hier ook de oplossing van den overval op p.g. Kobus gevonden kan worden. In dit café, waar
de N.S.B..-er Veugelers met partijgenooten regelmatig samenkomt, zijn de plannen tot den nazi-overval op het eenzame huis van p.g. Kobus hoogst waarschijnlijk uitgebroed en voorbereid.
Dat het, ondanks de aanwezigheid van al deze aanwijzingen, tot ontmaskering van alle daders zal komen, Is niet waarschijnlijk. De Duitsche politie Is een verlengstuk van den fascistische heilstaat en de misdaden van de nazi’s worden natuurlijk met den mantel van de fascistische corruptie bedekt. 
Voor de arbeiders is de heele zaak niettemin zoo helder als glas. Deze overval heeft weer eens duidelijk in het licht gesteld, volgens welke schurkachtige methodes het fascisme werkt en tevens, dat de N.S.B. de evenknie is van de Hltlerbende.
Den felsten strijd zullen de Hollandsche arbeiders overal tegen deze gevaarlijke misleiders voeren!

Kobus wil vuurwapen

23 APRIL 1934, De Tribune

B. A. weigert steun.
WINTERSWIJK, 20 April.
De burgemeester van Winterswijk heeft een hernieuwd verzoek van p.g.Kobus om een vuurwapen in huis te mogen hebben, afgewezen.
De man is blijkbaar van meening, dat een communist zich maar weerloos door de fascistische misdadigers moet laten neerslaan.
Verder heeft het Burgerlijk Armbestuur geweigerd om Kobus steun te verleenen, wat hij na den roof van zijn schamele bezit verzocht had.
De voorzitter van B.A is dr. Bos, tevens kringleider van de N.S.B, de partij van Veugelers…..

Overtreding Uniformverbod -Procesverbaal

26 JUNI 1934
Overtreding Uniformverbod

Door de politie is proces-verbaal opgemaakt tegen J.v.A., die op den openbaren weg, kleedingstukken droeg, aanduidende dat hij lid was van de N.S.B., zulks in strijd met artikel 435a van het Wetboek van Strafrecht. 

Communist lid N.S.B.

10 JULI 1934
Overtreding Uniformverbod.

Tegen den ex-fanatieken communist V., thans lid der N.S.B. is door de politie proces-verbaal opgemaakt, omdat hij kleedingstukken droeg waarmede hij uitdrukking gaf aan een staatkundig streven, n.l. dat der N.S.B.
Naar men ons mededeelde, wordt genoemde V. in “De Tribune”, gequalificeerd als “politieke spion”. 
’t Feit, dat genoemde V. geverbaliseerd is, duidt er toch wel op, dat deze niet in zekere relatie met de politie staat. 

De kous op den kop

ZATERDAG 20 OKTOBER 1934, Volk en Vaderland
WEEKBLAD DER N.S.B.

DE KOUS OP DEN KOP
Blijkens een bericht in De Oranjepost van 28 September, heeft zich te Winterswijk een terreur-geval voorgedaan, waarbij eenige spoorwegmannen de raddraaiers waren. Verschillende zakenmenschen ontvingen van hen aanzegging, dat zij voor de N.S.B. moesten bedanken op straffe van boycot.
Naar het schijnt, hebben de benadeelden het er niet bij laten zitten en overwogen, of zij tegenover den boycot door personeel der Ned. Spoorwegen niet een tegen-boycot zouden stellen.
De directie der Ned.Spoorwegen heeft althans deze dagen een dienstorder uitgevaardigd, waarbij zij aan het personeel meedeelt, dat dit zich heeft te onthouden van handelingen, waardoor de belangen der Ned.Spoorwegen worden geschaad.
De boycottende vrijheidsminnaars hebben dus de kous op de kop gekregen! 

Overtreding uniform-verbod

VRIJDAG 23 FEBRUARI 1934, Graafschapbode

VAN OVERTREDING UNIFORM-VERBOD VRIJGESPROKEN

G.H.R, kantoorbediende alhier, werd door de Rechtbank te Zutphen in hooger beroep wegens overtreding van het uniformverbod vrijgesproken.
Hij had een speldje gedragen van de N.S.B.

Overval Gradus Kobus

DONDERDAG 12 APRIL 1934, Het Vaderland

OVERVAL TE WINTERSWIJK.POLITIEKE MOTIEVEN?

Gisteravond omstreeks 11 uur zijn vier personen de woning binnengedrongen van een zekeren K., grintwinkelier in de buurtschap Meddo onder Winterswijk. K. lag reeds te bed en werd door de indringers wakker gemaakt. Zij eischten van hem de plaats aan te wijzen, waar zijn schrijfmachine stond, terwijl zij naar vlugschriften zochten  van communistische strekking, welke K. in zijn bezit zou hebben met het doel deze over de grens te brengen. K. beweerde, dat zijn schrijfmachine, niet bij hem was, doch bij een partijgenoot in Winterswijk – K.is communist -, waarop de indringers het huis doorzochten. Zij vertrokken tenslotte met medeneming van pamfletten en voorts van een bedrag van f 53, dat zij hadden gevonden. Een persoon keerde terug en heeft K. op ongenadige manier afgeranseld. De politie heeft nog gisteravond een onderzoek ingesteld en geconstateerd kon worden, dat men hier vermoedelijk met Duitschers te doen had. K. heeft namelijk kunnen vaststellen, dat alle vier hoog-Duitsch spraken, terwijl zij ook wat hun kleding betreft op Duitschers geleken.Het onderzoek met een politiehond wees uit, dat de vier indringers zeer waarschijnlijk zich hebben verwijderd in de richting van de Duitsche grens. De woning van K.ligt op ongeveer 1 kilometer van de grens. K. heeft zich moeten laten verbinden, doch zijn toestand is niet ernstig. Van de daders heeft men tot nu toe niets kunnen ontdekken.

N.S.B.-frases en werkelijkheid.

05 DECEMBER 1934, De Tribune

Raadslid overbiedt gemeente.
De winst was: 900%.
Dat de z.g. „Liefde”, die de N.S.B, zegt te koesteren voor het „algemeen belang”, slechts brutale demagogie is, bewijst op treffende wijze het volgende geval:
Midden in de gemeente Winterswijk ligt een stuk onbebouwde grond, de z.g. Balinkesch.
Reeds jaren bestond bij het gemeentebestuur het plan om dit stuk grond aan te kopen en Winterswijk uit te breiden. Reeds waren enige percelen nodig voor doorbraak en zijn er reeds een aantal aangekocht.
Toch werd er nog geen werk van gemaakt, voor het Rijk met een plan voor de bouw van een postkantoor voor de dag kwam.
Als de plaats, waar het nieuwe postkantoor zou komen te staan, koos men de Balinkesch, en daarmee kwam het oude plan weer in het volle daglicht te staan.
In een zitting van de gemeenteraad werd nu besloten op de in veiling staande percelen een bod te doen. Maar ook de N.S.B-er Dr. Bos, die raadslid is, had reeds van te voren hiertoe besloten.
Tijdens de behandeling in de raad verdween de makelaar van dit raadslid, die eveneens raadslid is, uit de zaal.
Toen het perceel in veiling kwam, bood dit raadslid in opdracht van Dr. Bos ƒ 1.53 1/2 per vierk. M. en bleef enkele centen boven het door de gemeente geboden bedrag, zodat Dr. Bos dus eigenaar werd.

De gemeente, die zonder wijziging het oorspronkelijke plan niet kon uitvoeren, vroeg toen aan Dr. Bos om die grond aan haar te verkopen. Inderdaad bleek Dr. Bos bereid de grond af te staan, nu echter voor de som van ƒ 15. —per vierk. M. Dat was voor hem dus een winst van 900%.
B. en W. hebben in een verklaring hierover hun scherpe afkeuring uitgesproken en het geval heeft vanzelfsprekend grote verontwaardiging gewekt.
Vooral de liberalen trachten er munt uit te slaan, en één der leiders stelde in een goed gedocumenteerd ingezonden stuk in een plaatselijk blad Dr. Bos en zijn z.g. partijbeginsel aan de kaak.
Dr. Bos trachtte zich hierop te verweren door er allerlei bijkomstigheden bij te halen, waarbij hij de hoofdzaak, dat de vraagprijs ƒ 15. — was en de wijze, waarop hij in het bezit van de grond kwam, heeft toegegeven.
Dat is nu ten voete uit getekend de werkelijke betekenis van de leus van de nazi’s: “Gemeenschap voor eigen baat”

N.S.B. – Groep Winterswijk

08 JANUARI 1935
N.S.B.- Groep Winterswijk 
In verband met het vormen van een kring Winterswijk, waardoor de oude groepsraad Kringraad is geworden, is als nieuwe groepsraad donderdagavond door den heer Overwijn geinstalleerd tot:

Groepsleider: Joh.te Winkel
Wnd.Groepslieder: H.Jansen
Secretaris: H.te Winkel
Penningmeester; W.Sloetjes
Buurtleider: W.Roerdink
Propagandaleider: J.A.B.Jansen
Tot leider van de propaganda-en verkiezingsactie werd benoemd de heer Dr.W.P.C.Bos. 

Plakkers bekeurd

VRIJDAG, 2 FEBRUARI 1935

PLAKKERS BEKEURD
Twee personen, leden der N.S.B. werden verbaliseerd omdat zij zonder toestemming van den rechthebbende reclame biljetten hadden aangebracht op een andermans deuren en ramen, waarvan men natuurlijk heeft af te blijven.

Mussert in Feestgebouw

8 MAART 1935, Graafschapbode

WINTERSWIJK.

Ir. A. A. Mussert, leider der N. S. B. spreekt voor de afdeeling Winterswijk.

Een stampvol feestgebouw.

Maandagavond werd in het feestgebouw een openbare vergadering gehouden van de afdeeling  Winterswijk der N.S.B., waar
de leider dier beweging, Ir. A. A. Mussert als spreker optrad.
Reeds vóór den aanvang was het groote feestgebouw tot in alle hoeken bezet en moest men zoeken om nog een plaats te bemachtigen. •

Dr.Bos leidde den spreker in, waarna deze het woord verkreeg. Spr. wees erop, dat de Nat.Soc.Béweging in ons land nog slechts 3
jaar oud is en dat de beweging snel tóeneémt.
Het scheen, dat het Nederlandsche volk was ingeslapen.Gelukkig zijn er thans die wakker zijn geworden en beseffen dat
wij bezig zijn weg te zinken in het moeras. Het is nu meer’dan tijd dat volk en vaderland gered moeten worden en het is de taak van de N.S.B.
dit te doen. Of wij dan nog niet wat moeten wachten? Neen.
Wij zijn met de Overzeesche gewesten ’n volk van 74 millioen zielen.
Zouden wij dan niets kunnen?

In de 17e eeuw telde ons land slechts 1 millioen zielen en de geheele wereld kende de Hollanders. Dat volk uit de 17e eeuw wist wat het wilde, doch wat is er van dat volk terecht gekomen?
Ons land is vruchtbaar en de bodemopbrengst is goed. Toch trekt het volk naar de groote steden. Dit leidt naar ondergang.

De werkloosheid en armoede nemen hand over hand toe.

Wij hebben te veel vleesch en het gebruik van 42 kg per hoofd in 1933 is achteruitgegaan tot 35 kg. Evenzo gaat het met het boterverbruik, en dit terwijl wij veel en veel te veel hebben. Men zégt: er is overproductie
Maar de oorzaak hiervan is dat er veel menschen niet kunnen koopen en honger lijden, niettegenstaande er te veel is
Eerlijke eenvoudige arbeid wordt in Nederland niet meer gerespecteerd. Slechts als men geld heeft wordt men geëerd.
Wij zijn in de periode van ordening. Spr. is voor ordening, maar,zooals deze thans wordt toegepast, is zij niet de juiste.

Met de veiligheid van ons land is het ook al treurig gesteld. Voor de naaste toekomst moet er gezorgd worden en ook voor de veiligheid
Wij willen niet onder de voet geloopen worden. Een volk dat zich zelf respecteert, heeft recht op veiligheid; Men zegt ook, dat wij ons niet kunnen verdedigen. Spr. vraagt waarom onze voorouders, die zoo gering in aantal waren, het dan wel konden.
Spr. waarschuwt er voor, dat Leiden op een goeden dag in last komt en dan zal ons rekenschap gevraagd
worden. Alles wat is nagelaten moet afgemaakt worden. Onze vrijheid is zoek. Er zijn streken in ons land. waar men niet naar een vergadering der NS.B. durft te gaan en aan de N.S B-ers is verboden om een zwart hemd te dragen.

Barmatt blijft in Holland en het zwarte hemd moet uit. Barmatt wordt in Nederland toegelaten, terwijl men hem het verblijf in verschillende landen heeft verboden. 
Als De Telegraaf over Barmatt schrijft, wordt deze veroordeeld tot een boete van f 1500,- 

Als spr. een blauw hemd aantrekt, hindert men hem niet, trekt hij echter een zwart hemd aan, dan is hij Staatsgevaarlijk.

Men zegt er is crisis. Dat is een leugen.

Dat het niet goed gaat is een gevolg van het verkeerde stelsel. Wij hebben alles wat wij noodig hebben, behalve moed en doorzettingsvermogen. Willen wij in de goede richting, dan moet het uit zijn met onze lamlendigheid.
Wij moeteh een volk zijn met opoffèringsgezindheid. Dat wij zoo laks zijn, zonder fut, licht in onze verkeerde opvoeding.’ Ons volk wordt niet opgevoed, doch afgevoed. Het is meer dan tijd, dat wij ons keeren tegen alles wat ondermijnt en kapot slaat. Hoe ver wij zijn gezakt blijkt uit de gedragingen van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers, die op een vergadering de slachtoffers der “Zeven Provinciën” herdacht en door opstaan aan hen een stille hulde bracht.
Dit zijn nu de menschen die geroepen zijn om onze kinderen op te voeden. Dit alles gebeurt nog wel onder het Ministerie Colijn. 
Spr. noemt nog eenige voorbeelden van ondermijning van het zelfrespect, die een bewijs zijn van verwording. Er zijn verschillende politieke partijen geweest die veel beloofd hebben, doch nimmer hunne beloften hebben ingelost. De S.D.A.P. heeft 40 jaar den strijd gevoerd voor socialisatie. Niemand gelooft dat daar ooit iets van terecht zal komen.
Van het buitenland moeten wij het niet verwachten. De leuze van „Proletariërs aller landen vereenlgt U” heeft geen zin.
Ieder land zorgt voor zich zelf. Als een arbeider een voet over de grens heeft gezet, gelooft hij van het internationalisme niets meer. Als men echter uit gaat met de internationale kapitalisten, dan bemerkt men geen grenzen, want met geld is men overal welkom

De N.S.B. staat tegenover de partijen die zeggen .dat het volk zelf regeert. Dit is een leugen.

Het volk regeert zelf niet en zal ook nimmer regeeren.

Het komt er echter maar op aan, of wij geregeerd worden. Wij moeten een volk worden, zelfbewust, met respect voor ieders Godsdienstige opvatting. Wij moeten ons niet uit elkaar laten slaan door de politiek. ledere partij pocht op zich zelf en zegt, dat zij de ware is.
Als het publiek zoo stom is dit te gelooven, komt het bedrogen uit.

Het stelsel dat 51 menschen zeggen hoe het moet, terwijl de andere 49 niets te zeggen hebben, is verkeerd. Daarbij worden door hen de wetten gemaakt, terwijl zij daarvan geen snars verstand hebben. Zoo moet wel een staat te gronde gaan.

Er moet een corporatieve staat komen, waar alle groepen in vertegenwoordigd zijn. Zij, die verstand van een en ander hebben, moeten de zaken regelen. Hierdoor bouwt men op. Zooals het nu is, is het een janboel en wanorde.

Wonder is het, dat het nog zoo gaat als het gaat. De Minister heeft in de. 2e Kamer gezegd: „waar gaat het beter dan bij ons?”, doch spreker vraagt: „waar gaat het slechter dan bij ons?”. Wij zullen ons moeten plaatsen op den bodem der werkelijkheid. Allen moeten wij weten dat wij een taak in de samenleving te vervullen hebben Tegen zulke menschen wil spreker gaarne spreken.
Wij moeten de staat niet zien als onze vijand, doch als onze vriend.

Wij moeten zijn één volk met de vaste wil tot samenwerking.

Eerst moeten wij overgaan tot een grondige schoonmaak. Zooals dat maar eenmaal in de honderd jaar gebeurt.
Spr. en de zijnen zijn Nationaal en Sociaal. Van dat Nationaal heeft men veel misbaar gemaakt. Toch is het waar dat wij als Nederlanders bij elkaar behoren. Wij willen allen met elkaar een onafhankelijk Nederlandsch volk zijn, dat zijn onafhankelijkheid wil blijven handhaven.
Het wil geen oorlog, doch wil wel weerbaar zijn. Weer anderen zeggen dat de verdediging ons te veel kost, In vergelijking met andere landen is hier geen sprake van. Wij betalen per hoofd ƒ 6.22, Zwitserland ƒ 13.— en Frankrijk./ 20.— voor legeruitgaven.
Wij willen en moeten ons vaderland behouden en daarom moeten wij het met alle kracht die in ons is verdedigen. 
Nationaal beteekent liefde voor de natie.Sociaal is doen wat In ons vermogen is, ieder zijn deel te geven wat hem toekomt.. Zoolang er menschen zijn die honger lijden kunnen wij niet eischen dat zij zeggen dat zij met andere Nederlanders één volk zijn. Men behoort offers te brengen als het moet. Dit deed men in Italie ook toen Mussolini daar de 40-urige werkweek invoerde, om andere volksgenóoten aan wérk te helpen.

Het goud wordt nogal eens besproken. Wij zijn echter bezig een goudland te worden, waardoor wij een land van bedelaars worden.
Als wij maar doorgaan met geldleenen en nog doorgaan met meer menschen op de straat te zetten zal de toestand nog steeds slechter worden. Het Nat. Soc. is niet gebaseerd op goud doch op arbeid.

Door arbeid alleen zullen wij uit het moeras moeten komen.
Nu zal men vragen, waarom geen andere koers wordt ingeslagen. Spr. zegt, dit gebeurt als het Nederiandsche volk maar weet wat de N. S. B. wil.

Alle politieke partijen zullen in hun politieke toespraken die zij in Nederland met de verkiezingen der Prov. Staten zullen houden, op de  N.S.B. afgeven, daar is spr. van overtuigd. Want men is angstig. Men zegt: “Pas op voor de N. S. B.” want dan gaat de vrijheid
verloren”. Spr. wil wel de vrijheid van het slampamperen inperken doch de vrijheid om een onafhankelijk staatsburger en een nijvere arbeider te zijn, zal er zijn.
Het geloof heeft ook geen politieke partij noodig. Maar bij ons heeft de politiek een geloof noodig en als men het geloof dienstbaar maakt aan de politiek gaat het verkeerd. Er zijn zielherders en stemmenherders. Spr. vereert de eersten doch veracht de laatsten. Er moet een hoog religieus leven komen, tot heil van Nederland en zijn volk.

Als nu straks de verkiezingen der Prov. Staten zullen komen, zullen de politieke partijen zich weer aandienen en om het vertrouwen vragen. Men houdt er echter rekening mede, dat hoewel dit niet in de lijn van de N. S. B. ligt, deze toch ook met een lijst zal komen, waarop menschen uit alle standen en rangen voorkomen.

Spr. hoopt dat er een groote schoonmaak zal worden gehouden en dat een nieuwe maatschappij met een nieuwe toekomst zal worden opgebouwd, waar voor een ieder die wil werken. een plaats en brood zal zijn.

Nadat een half uur gepauzeerd was, werd gelegenheid gegeven tot het stellen van vragen die schriftelijk moesten worden ingediend.
Een groot aantal vragers leverden hunne vragen in, die alle op zeer gedecideerde wijze werden beantwoord.

Na de bekende sluiting met staande het „Wilhelmus” te zingen, werd de vergadering om circa half twaailf door Dr. Bos gesloten.

Gestapo-spionnen in Holland

20 FEBRUARI 1935, De Tribune

Samenwerking met N.S.B.-fascisten
Pogingen om arbeiders uit te leveren.
Het is bekend, dat de Duitse Gestapo in Nederland een net van spionnen heeft, die voor nazi-Duitsland hier hun werk verrichten.
Deze lieden maken dikwijls gebruik van leden van de N.S,B., het agentuur van het Hitlerfascisme, om hun methodes van spionnage hier door te voeren. Een voorval van Winterswijk levert hiervan weer een duidelijk bewijs.

In Winterswijk kwam in het begin van September 1934 een zekere Lupschen zich melden bij een communistisch functionaris. Hij vroeg om materiaal, dat gebruikt kon worden om in Duitsland agitatie te voeren.
Hij beweerde in verbinding te staan met twee Duitse smokkelaars, die wel een 6000 bladen over de grens zouden weten te brengen en die op hun beurt in verbinding stonden met Duitse communisten in het Roergebied. Aangezien de verklaringen van deze Lupschen een beetje verdacht klonken, werd naar de handelingen van deze man een onderzoek ingesteld. En wat bleek toen? Het bleek, dat hij in verbinding stond met de N.S.B-er Veugelers. Deze N.S.B-er was zijn opdrachtgever. Er was hem bevolen met communisten in verbinding te treden, in Winterswijk en in Arnhem.

In Arnhem probeerde hij bijvoorbeeld exemplaren van „Die Rote Fahne” te kopen, die hij grif wou betalen. Nadat hij aan een scherp verhoor werd onderworpen, viel hij door de mand, en verklaarde hij, dat hij door Veugelers was gezonden, en dat deze Veugelers weer in verbinding stond met de Gestapo-spion Marley uit Botrop.
De bedoeling was te trachten in Holland illegaal propaganda-materiaal voor Duitsland te verzamelen en daarmee in Duitsland communisten in de val te lokken en aan de Gestapo uit te leveren. Nadat Lupschen door de mand was gevallen, verklaarde hij zich tenslotte bereid, de volgende erkenning van zijn smerig werk af te geven:

Ik verklaar hier, dat ik door W. Veugelers uit Winterswijk naar Arnhem gezonden ben, om Duits materiaal te halen, wat deze Veugelers gebruikt, óm Duitse Communisten aan de Gestapo over te leveren. Ik ben reeds 7 maanden met deze Veugelers in contact om dit te bereiken. Deze Veugelers onderhoud verbindingen met Marley in Botrop.
ARNHEM, 11 Febr. 1935
G. A. LUPSCHEN.

Uit deze verklaring van Lupschen blijkt dus, dat N.S.B-fascisten in samenwerking meT Gestapo-spionnen trachten communisten te vinden, om deze in Duitsland aan de Gestapo uit te leveren.
Deze lieden hadden echter ook nog andere plannen. Zij hadden zich voorgenomen in de komende verkiezings-actie de kerken in Winterswijk vol met sociaal-democratische leuzen te bekladden om daarmee de S.D.A.P. te compromitteren.
De soc.-dem. arbeiders zien hieruit, hoe de fascisten en hun Duitse rotgenoten zich ook tegen hen richten. Dat moet een aansporing voor hen zijn, om gezamenlijk met de communisten tegen het fascisme te strijden.
De Nederlandse „democratische” regering, die op het moment, overal anti-fascistische emigranten, die niets misdaan hebben, arresteert, laat deze Gestapo-spionnen en hun N.S.B.-aanhangers rustig hun gang gaan.
Zij denkt er niet aan, tegen hen op te treden.
De strijd tegen het fascisme, moet door de arbeiders gestreden worden.
Daarom, sociaal-democratische arbeiders, strijdt in één front met de communisten tegen het fascisme!


Van Geelkerken Feestgebouw

27 MAART 1935, Graafschapbode

N.S.B.-vergadering.

Onder leiding van Dr. Bos uit Winterswijk werd Maandagavond in het Feestgebouw een vergadering gehouden van de N.5.8..
Nadat de heer Bos de volksgenooten welkom had geheeten, werd het woord gegeven aan de alg. secretaris van de N.S.B., de heer Van
Geelkerken.
Om over het Nationaal Socialisme te spreken is nauwelijks meer noodig, zeide spreker, want alle couranten geven er telkens hun meening over en meestal is dit niet veel goeds. We worden staatkundige paniekzaaiers, beeldstormers en crisisgieren genoemd. In zekeren
zin is dit laatste waar en de 53 politieke partijen zijn onze prooi!

Spr. heeft niets tegen de Ministers Colijn,Marchant, Deckers,’ enz. als personen, maar wel tegen het stelsel dat deze laten voortduren.
Wat de houding van de N.S.B. tegenover de Kerk betreft, zegt spr., dat de Kerk haar roeping moet vervullen. Een volk zonder gods-
dienst moet vergaan.
Volgens spr. is het fascisme internationaal aan de orde. Na het liberalisme, marxisme komt nu historisch het nationaal socialisme.
Spr. wijst op de houding der regeering tegenover het fascisme. Geen Hollandsche vlag mag in een optocht meegevoerd worden, wel echter op 1 Mei een roode.
Een eenvoudige krans, door de afd. Baarn op den herdenkingsdag van het overlijden van H.M. de Koningin- Moeder gezonden, werd geweigerd!

Wat Indie betreft moeten we er voor zorgen dat het ons niet afgenomen wordt. Wanneer de Minister-president in de Staten over
de toestand van’lndië. preekt, is er zoo goed als geen belangstelling. Het parlementaire stelsel is fout. Uit de groepen der bevolking
zelf moeten mannen naar voren komen! Daar huldigen wij den corporatieven staat.
Spreker wekt dan op tot aansluiting bij den N.S.B. en eindigt met „Hou Zee”.

De boeiende rede werd met groote aandacht gevolgd. Na de pauze werden een 23-tal vragen uitvoerig beantwoord.
Dr. Bos dankte de aanwezigen voor de opkomst, waarna gesloten werd met het zingen van het Wilhelmus.

Ontsierende reclame

VRIJDAG 18 OKTOBER 1935, Graafschapbode

ONTSIERENDE RECLAME

J.G.M., wonende te Winterswijk, die op het land een bord had geplaatst met een verkiezingsreclame voor de N.S.B. en zich derhalve had schuldig gemaakt  aan overtreding der Verordening op de ontsierende reclame, werd heden door de Rechtbank te Zutphen met bevestiging van het vonnis van den Kantonrechter te Groenlo vrijgesproken.

Nsb-er gearresteerd wegens diefstal met braak

11 JANUARI 1936

WINTERSWIJK,
Dezer dagen Is de bekende en beruchte W. H.Veugelers op last van den Officier van Justitie gearresteerd als verdacht van diefstal van goederen uit de NV. Tricotfabriek alhier, verleden jaar gepleegd
Reeds eerder werd deze man hiervoor aangehouden, doch men moest hem wegens gebrek aan bewijs weer in vrijheid stellen Enkele weken geleden gelukte ’t echter de politie, in het naburige Duitse plaatsje Bocholt ten huize van een vriend van Veugelers, een flinke partij van deze gestolen goederen ln beslag te nemen. Deze vriend, zekere 0., bekende toen, in samenwerking met Veugelers, de diefstal te hebben gepleegd.
Er bestaat nu alle kans, dat ook in de andere „zaakjes”, zoals de bekende overval op pg Kobus ln April 1934, meer licht zal komen De arbeiders van Winterswijk volgen met aandacht de ontwikkeling van deze zaak. (Arcor).

Overval met politieken achtergrond ?

23 JULI 1936

Door indringer in zijn slaapkamer aangevallen.
WINTERSWIJK, 23 Juli.
Toen de heer K., wonende op den hoek van de Wilhelminastraat en de Gasthuisstraat te Winterswijk met zijn huishoudster gisteravond omstreeks middernacht van een verjaardagspartij thuis kwamen, bemerkten zij, dat het electrisch licht zijn dienst weigerde.
De heer K. begaf zich toen in het donker naar boven en kreeg daar plotseling een klap op het hoofd. Er ontstond een worsteling met een onbekenden indringer. De huishoudster sloeg een ruit stuk en begon „moord” te roepen.
Op het hulpgeroep schoten de buren toe en ook de dadelijk gewaarschuwde politie en marechaussee waren weldra ter plaatse. De indringer was inmiddels door een achterdeur verdwenen. Met gebruikmaking van een politiehond wist men echter zijn spoor te volgen.
Dit leidde naar een huis, bewoond door zekeren P., dat meteen door de politiemannen werd omsingeld. In de donkere huiskamer troffen zij zes personen aan. Van hen wees de politiehond zekeren F., Nederlander van afkomst, wonende te Bocholtz als de indringer in de woning van den heer K.aan. Het zestal werd in arrest gesteld.
K. heeft bij de worsteling verschillende verwondingen opgeloopen, welke opname in het ziekenhuis wenschelijk maakten. Zijn toestand was vanmorgen redelijk wel.
Aangezien alle arrestanten tot eenzelfde partij behooren en in de woning van den heer K. niets wordt vermist, heeft men den sterken indruk dat deze overval op den heer K„ die Israëlliet is, een politieken achtergrond heeft.

Dr. W. P. C. Bos te Winterswijk in de Prov. Staten?

07 OKTOBER 1936, Graafschapbode

De heer J. M. Honig, die; voor de N.S.B. zitting heeft in de Provinciale Staten
van Gelderland, heeft als zoodanig bedankt,
De heer H., die eerst kringleider. was voor Arnhem en daarna gewestelijk commissaris van de N.S.B., had enkele maanden geleden reeds deze functie neergelegd.
Als opvolger in de Provinciale Staten komt in aanmerking dr. W. P. C. Bos, dierenarts te Winterswijk.

Dr. Bos benoemd tot lid van de Prov. Staten.

14 OKTOBER 1936, Graafschapbode

In de vacature J. M. Honing (N. S. B.) is door den voorzitter van het Centraal Stembureau tot lid van de Prov. Staten van Gelderland benoemd verklaard de heer W. P. C. Bos alhier.
Dr. Bos heeft de benoeming evenwel nog in beraad gehouden.

Dr.Bos lid v.d.Prov.Staten

20 OKTOBER 1936 

De heer Dr.W.P.C.Bos heeft zijn benoeming tot lid van de Provinciale Staten voor de lijst der N.S.B.aangenomen. 

Bewogen raadszitting in Winterswijk

30 OKTOBER 1936, Graafschapbode

N. S. B. en de „Oranjepost”.
Felle critiek der raadsleden op de N. S. B.
Dr. Bos wordt verantwoordelijk gesteld.

Motie. De Raad der gemeente Winterswijk,
Kennis genomen hebbende van de weerzinwekkende manier, waarop herhaaldelijk in de „Oranjepost” in strijd met de waarheid wordt geschreven over gemeentezaken en over leden van den gemeenteraad; met verontwaardiging constateerende, dat genoemd blad zich niet ontziet in dat minderwaardig geschrijf familieleden van die bestuurders te betrekken; spreekt zijn groote verontwaardiging daarover uit en betreurt het in hooge mate, dat de leider van: den Kring Winterswijk der N. S. B. tevens lid van den Raad, geen maatregelen neemt, daaraan voorgoed een einde te maken.”

De motie was geteekend door alle leden van den Raad, behalve de heeren Walvoort, Slotboom en Dr. Bos.
De heer Te n ki n k merkt als oudste raadslid op, dat het geschrijf over vooraanstaande personen en huisgenooten in deze gemeente alles te boven gaat. De geheele Raad is erdoor beleedigd.
Spr. wil niet beweren, dat Dr. Bos de schrijver der artikelen is, maar hij stelt hem er wel voor verantwoordelijk.
De heer Bey e r s heeft met plezier de motie onderteekend. Spr. oefent felle critiek uit op de N. S. B. en merkt op, dat wat in den lande gebeurt, hier in Winterswijk geschiedt onder leiding van Dr. Bos.
Spr. kan zooiets wel verwachten van een arbeider, maar, niet van iemand, die een titel draagt, zooals Dr. Bos.
De heer Bent heeft zich ook geërgerd aan de artikels in de Oranjepost.
Spr. keurt het ten zeerste af, dat mej. Bosma, dochter van,den burgemeester, wordt aangevallen. Mej. Bosma heeft haar diensten aan de gemeente; aangeboden en haar werk geheel gratis gedaan.
De heer Weerkamp betreurt het, dat zooiets is gebeurd.
Spr. vraagt de toezegging van Dr. Bos, dat deze zorgen zal, dat zulke dingen niet meer voor zullen komen.
De heer ten Hage verdedigt de bekwaamheden van burgemeester Bosma als president-Kerkvoogd der Ned. Herv. Kerk.
Spr. is door de N. S. B. ook aangevallen als voorzitter van den Winterswijkschen Middenstand.
Weth. Priester stelt Dr. Bos persoonlijk verantwoordelijk voor het geschrijf in de „Oranje-post”.
De Voorz. is het te min om er iets over te zeggen. Mej. Bosma heeft alles pro Deo gedaan, alleen voor het in orde maken van den tuin van het Rusthuis heeft zij een honorarium gekregen.
Mag dat soms niet? Spr. zal er verder niets meer over zeggen, daar het hem te min en te laag is er een woord over vuil te maken.
Dr, Bos wenscht onder deze omstandigheden over deze kwestie niet het woord te voeren.
De heer Beyers: Dat is de N.S.B., wanneer er een punt aan de orde is, dan zwijgt zij.
Weth. van Dam heeft ook de twijfelachtige eer gehad een onderwerp van bespreking in de Oranjepost uit te maken.
Spr. merkt op, dat mej.Bosma geheel belangeloos voor de gemeente heeft gewerkt, zelfs heeft zij zelf haar reiskosten betaald.
De gemeente is haar dank verschuldigd.
De heer Walvoort wist niet, dat deze motie aan de orde kwam.
Het is bekend, dat de heeren Slotboom en Dr. Bos lid zijn van de N. S. B., maar spr. is dit niet .
Spr. vraagt, waarom „Gemeentebelangen” niet vooraf op de hoogte is gesteld van deze motie.
Het heeft alle schijn, dat men spr. ook schuldig verklaart aan het geschrijf in de Oranjepost.
Na nog eenige discussie wordt de motie in stemming gebracht, aangenomen met de stemmen van de heeren Walvoort, Slotboom en Dr. Bos tegen.

Bewogen raadszitting (2) in Winterswijk

01 NOVEMBER 1936, Telegraaf

31 Oct. — Reeds geruimen tijd verschenen af en toe in een propagandablad van de N.S.B. „De Oranjepost”, zeer felleartikelen, waarin scherpe aanvallen gericht werden op Winterswijksche gemeentelijke autoriteiten, o.a. op den burgemeester, dhr, heer J. A. R. Bosma.
Ook het gezin van den burgemeester werd daarbij niet ontzien.
Een recent artikel in genoemd blad-droeg tot opschrift: „Als je Pa maar burgemeesteris”. Scherp werd daarin gehekeld het feit, dat mej. Bosma, tuinarchitecte en dochter van den burgemeester, de plannen ontworpen had voor beplantingen aan diverse openbare werken.
De burgemeester legde in den Raad een verklaring af dienaangaande, waaruit bleek, dat alle werkzaamheden hier bedoeld gratis door mej. Bosma verricht waren.
Naar aanleiding van de beschuldigingen In„De Oranjepost” hadden nu veertien gemeenteraadsleden een motie van afkeuring ingediend, welke gericht was tegen dr. W. P. C. Bos, leider van den kring Winterswijk der N S B., die in den Raad zitting heeft voor een groep „Gemeentebelangen”. Namens alle raadsfracties; voerden sprekers het woord, om ten scherpste stelling te nemen tegenover dr. Bos, dien zij verantwoordelijk wenschten te stellen voor de publicaties in „De Oranjepost”.
De heer Bos zeide hierop onder algemeene beweging, dat hij in deze vergadering niet wenschte te antwoorden.

Beleedigende pamfletten

04 DECEMBER 1936, Graafschapbode

Voor de Rechtbank te Zutphen had zich te verantwoorden de koopman B. W. F., alhier, die alhier voor de Joden beleedigende pamfletten had verspreid.
De Officier van Justitie Mr. W. J. H. Stam, die den inhoud van de circulaire voor den Joden scherp beleedigend vond, eischte heden Vrijdagmorgen een maand gevangenisstraf. Uitspraak over 14 dagen.

Openbare vergadering N.S.B.

VRIJDAG 26 FEBRUARI 1937

Woensdag 3 Maart a.s. zal, blijkens in dit blad geplaatste advertentie, in de Societeit  “De Eendracht” alhier in een openbare vergadering voor de N.S.B. spreken de heer W.O.A. Koster.
Deze spreker is een bekend figuur in het Industrieele- en Middenstandsleven (oud-directeur van Chamottefabriek in Geldermalsen).
Men verzocht ons, in het bijzonder industrieelen en middenstanders er op attent te maken, dat het een leerrijke vergadering zal zijn. 

Vergadering N.S.B. Spreker: W.O.A.Koster

26 FEBRUARI 1937

Woensdag 3 maart a.s. zal blijkens in dit blad geplaatste advertentie in de Societeit “De Eendracht” alhier in een openbare vergadering voor de N.S.B. spreken de heer W.O.A.Koster.
Deze spreker is een bekend figuur in het Industrieele- en Middenstandsleven (oud-directeur van de Chamottefabriek in Geldermalsen)
Men verzocht ons in het bijzonder industrieelen en middenstanders er op attent te maken, dat het een leerrijke vergadering zal zijn.

Dr.Bos en de N.S.B.

DINSDAG, 6 APRIL 1937

Wij vernemen dat Dr.Bos weliswaar ernstig overweegt te bedanken als kringleider der N.S.B., doch dat dit bedanken nog niet heeft plaats gehad, in verband met de moeilijkheid om een geschikten opvolger voor den heer Bos te vinden.
Zijn drukke praktijk-werkzaamheden nopen hem evenwel den eveneens drukken werkkring van kringleider neer te leggen.
Een eventueele candidatuur voor het lidmaatschap der Tweede Kamer zal de heer Bos evenmin aanvaarden.

Een veroordeling

19 APRIL 1937, Nieuw Israelitisch weekblad

Een koopman te Winterswijk heeft pamfletten verspreid met een voor de Joden beleedigenden in houd. De Rechtbank te Zutphen veroordeelde hem wegens beleediging van een bevolkingsgroep tot ƒ5O boete subsidair 25 dagen hechtenis, en deze straf werd in hooger beroep door het Arnhemsche Gerechtshof verminderd tot ƒ3O of 15 dagen.

Dr. Bos verhuisd

19 november 1937

Met ingang van WOENSDAG 24 NOVEMBER  1937
VERHUISD naar BALINKESCH 
DR.BOS
Telefoon: 183

MUSSERT OVER DE N. S. B. (De radicalisering)

22-10-1938


„Zoolang de Joden geen eigen nationaal tehuis bezitten. .. .”

Ir A. A. Mussert heeft in het R.A.I.-gebouw te Amsterdam voor zijn volgelingen de richtlijnen besproken voor den verkiezingsstrijd van 1939.
Spr. bestreed het verwijt dat de houding der N.S.B…landverraderlijk” zou zijn. Integendeel, zoo zeide hij. het stoken tegen Duitschland berokkent ons volk onberekenbare schade. Nederland moet vriendschappelijke betrekkingen tusschen de groole Europeesche volkeren met kracht bevorderen.
Inzake de betrekkingen tot de kerken, meende ir Mussert te moeten vaststellen, dat de bestrijding slechts van één zijde kwam, n.l. van die der kerken, waarbij hij de r.k. en de gereformeerde kerken noemde.
Wereldlijke macht is voor de kerken funest en moet het godsdienstige leven der natie schaden, zoo zeide hlj.
Volgens spr. wil de N.S.B. een christelijke volksgemeenschap en zal zij het terrein der kerk ten volle respecteeren. Noch van staatsabsolutisme, noch van kerkabsolutisme wll zij iets weten.
Indien, zoo zeide de heer Mussert verder, men de N.5.8., die uitsluitend het Nederlandsche volk wil dienen, en dus de Joodsche macht moet breken, daarom antl-semletlsch noemt reikt men zichzelf een brevet van anti Nederlandsch te zijn.
Naar zijn meening moet aan het opvoeden van de Nederlandsche jeugd en het rechtspreken over het Nederlandsche volk door Joden een einde komen. Zoolang de Joden geen eigen nationaal tehuis bezitten, zoo ging spr. voort, heeft leder volk den zedelijken plicht een deel van het Joodsche volk herbergen. Tegen de Joden, die hier vanouds ingeburgerd zijn en in goede harmonie met ons leven, heeft de N.S.B. niets.
De na 1 Augustus 1914 hier te lande binnengekomen Joden zullen te zijnertijd dienen te verhuizen op redelijken termijn. In de N.S.B. zullen voorlaan geen Joden meer worden opgenomen.
Die er reeds zijn. zullen als volwaardige kameraden gerespecteerd worden.
De heeren dr Van Genechten, C. van Geelkerken en graaf M. de Marchant. et d’Ansembourg hebben in deze bijeenkomst voorts korte toespraken gehouden.

Jodenhaat 11 November 1938

11 NOVEMBER 1938
Jodenhaat ook aan onze Oostgrenzen

Een correspondent uit Winterswijk meldt:
Ook in de Duitsche grensplaatsen Vreden, Borken en Bocholt kwam het Donderdag tot anti-Joodsche excessen.
In Vreden hebben we de verwoesting gadegeslagen. Bij alle vier en dertig daar wonende Joodsche gezinnen zijn de ruiten der woningen totaal verbrijzeld. Eenige winkels waren een ruïne. Met krijt was op de pui geschreven „Rache für Paris!”
Het was ten strengste verboden te fotografeeren; wij werden aan de grens nadrukkelijk ondervraagd, of wij ook een fototoestel bij ons hadden.
In den nacht van Woensdag op Donderdag heeft men ook in het achter Oldenzaal gelegen Nordhorn zijn haat gekoeld aan Joodsche ingezetenen. Een paar manufactuurzaken werden geplunderd en ten deele vernield, de synagoge werd voor een groot deel afgebroken.

Verhalen van de grens bevestigen volledig de vreselijke waarheid

17 NOVEMBER 1938, Zaans Volksblad

Dinsdag en vandaag hebben wij een tocht gemaakt langs de grensplaatsen van de Gelderse Achterhoek om te onderzoeken, of al of niet clandestien, Joodse vluchtelingen in ons land binnenkomen en of dit op grote schaal geschiedt.
Wij hebben geconstateerd, dat na de pogrom van de vorige week inderdaad Joden uit Duitsland ons land zijn binnengevlucht. Op grote schaal is dit niet geschied, tengevolge van de maatregelen, die zowel aan de Hollandse als aan de Duitse grens zijn genomen. Het juiste aantal is moeilijk vast te stellen, daar slechts een deel van de vluchtelingen bij de politie is geregistreerd. Als wij het aantal Joden, dat gedurende de laatste dagen in de Gelderse Achterhoek ons land zijn binnengekomen op 100 schatten, geloven wij niet ver bezijden de waarheid te zijn.
Naar bevoegde personen ons vrijwel overal mededeelden, had men een veel grotere toevloed verwacht. De algemene indruk is echter, dat men in Duitsland de Joden belet, uit te wijken. Wij hoorden de voorbeelden van Joden, die op de vlucht naar Holland waren, maar voor zij de grens bereikten, in Duitsland werden gegrepen en gearresteerd. Bovendien heeft men immers in vele plaatsen alle Joden tussen achttien en zestig jaar opgesloten.
Elders verzekerde men ons weer, dat Joden in Duitsland uit bussen en treinen naar Holland zijn gehaald, of op de wegen nabij de grens, in Duitsland zijn gevangen genomen. Aan een der douaneposten vertelde ons de dienstdoende ambtenaar, dat enkele uren tevoren een Hollandse Jood met een auto naar Duitsland was gereden om daar twee Duitse Joodse kinderen op te halen. „De vader is gevangen genomen, waar de moeder is, weet niemand”, voegde hij eraan toe. „De auto had al lang met de kinderen terug kunnen zijn.
Nu hij zolang wegblijft, geloof ik, dat men de kinderen niet wil laten gaan.” .
In verschillende plaatsen werd ons medegedeeld, dat ook Hollandse Joden in Duitsland niet meer toegelaten worden. De meeste Joden, die in de Achterhoek ons land binnenkomen, komen niet per trein en ook niet langs de grote weg. Zij weten, dat zij dan grote kans lopen in Duitsland nog gepakt en in Nederland teruggestuurd te worden. In de nacht trekken de ongelukkigen door de bossen of de weilanden naar de grens. Zij waden door sloten en moerassen, wonden zich aan prikkeldraad en duiken steeds angstig weg, als zij enig gerucht horen. Dodelijk vermoeid en uitgehongerd, vaak zonder enige bagage, komen zij Nederland binnen. Dikwijls zijn zij tot aan het middel bemodderd van de sloten, die zij hebben doorwaad. De meesten komen uit Borken en Boeholt. Anderen komen verder uit het binnenland. Zij zijn tot dicht bij de grens gereisd en vandaar ’s nachts te voet verder gegaan.
In de buurt van Düsseldorf en Essen schijnen nog veel Joden rond te zwerven door de bossen.
Wij hebben enkele der vluchtelingen gesproken en bijzonderheden vernomen over hun trieste vlucht en over de wandaden, die de bruine horden in hun woonplaats hebben bedreven.
Zo moet men in Wenen mannen naakt over de straat voor zich uit hebben gejaagd. Ook heeft men daar Joden naar de brandende synagoge gedreven tot vlak bij het vuur. De sadisten toonden zich daarna zogenaamd genadig en dreven de mensen terug, tot vlak aan de rand van het water.
Wij hoorden enkele staaltjes van mishandelingen, die wij op verzoek van de betrokkenen niet vermelden, in het belang van de nabestaanden, die in Duitsland achterbleven. Wij hoorden ook van hulp, tijdens de vlucht door Duitsers verleend
Niet-Joden, zelfs aangeslotenen bij de nazi-partij, boden de vervolgde Joden onderdak aan en gaven hun voedsel, hoewel dat verboden is. Men mag hun zelfs geen glas water geven, zo vertelden de vluchtelingen ons.

„Het is een bende sadisten die dit doet”
Vluchtelingenleed is niet onder woorden te brengen

„Het is niet het Duitse volk, dat ons vertrapt, bestolen en verjaagd heeft,” zei ons een vluchteling. „Het is een bende sadisten, die dit doet. Het is geen tien, misschien geen vijf procent van de bevolking. Het grootste deel der Duitsers keurt wat thans geschiedt, ten sterkste af.”
Met enkele voorbeelden illustreerde de man, die zelf van alles beroofd is, dit.
Hij vertelde ons verder o.a., dat de S.A. en S.S. te Essen, waar hij vandaan was gevlucht, het parool hadden gekregen: „Gij moogt doen, wat ge wilt. Gij hebt geen enkele rem.”
Men ging daar naar lijsten te werk bij de vernieling. Bij een Joodse familie, die gelijkvloers woonde, vroeg men naar het gezin X. Om tijd te winnen, verwezen de mensen de bruinhemden naar de eerste étage.
Prompt sloegen zij daar alles kort en klein, hoewel er „ariërs” woonden. Inmiddels namen de Joden de vlucht. Wat er van hun boeltje over gebleven is, weten zij niet.
De meeste Joodse vluchtelingen schijnen binnengekomen te zijn in Winterswijk. Wij hebben in die plaats een aantal bezoeken afgelegd. Vrijwel alle vluchtelingen zijn hier langs binnenpaden of door „het veld” gekomen. Zij worden opgenomen bij Hollandse Joden, die zich echter onmiddellijk met de politie in verbinding stellen. De „grensboeren”, waar de vluchtelingen zich vervoegen, bellen onmiddellijk den persoon op, die met de leiding van de Joodse hulpactie is belast. Deze verstaat zich dan met de politie. Wij zijn in zijn kantoor geweest en hebben ook daar met Duitse Joden gesproken.
In Winterswijk heeft de hulpactie alle mogelijke medewerking. Geregistreerde vluchtelingen zijn er in Winterswijk thans veertien.
Eén gezin is enkele dagen geleden over een binnenweg gekomen, de vrouw duwend achter een kinderwagen. Op het station te Zevenaar hebben
zich verschillende malen hartverscheurende tonelen afgespeeld. Ook in Aalten heeft men vier Joodse vluchtelingen geregistreerd, die zich iedere dag tweemaal bij de politie moeten melden. In Gendringen zijn
vier of vijf geregistreerde Joodse vluchtelingen. In Dinxperloo, waar de grens vrijwel midden door het dorp loopt en waar de bewaking aan beide zijden uitermate scherp is, zijn geen vluchtelingen geregistreerd, evenals in de grensplaats te ‘sHeerenberg. Er is hier althans niemand aangehouden of „voorgeleid”.
Overal ziet men langs de wegen in het grensgebied ambtenaren. Ook aan de overzijde van de grens wordt scherp gepatrouilleerd. Het lijkt mij thans onmogelijk aan de dubbele bewaking te ontsnappen. Ongetwijfeld worden de meeste vluchtelingen in Duitsland reeds gepakt. Terwille van hen, die hun beulen ontkwamen, zijn wij in het bovenstaande met het publiceren van onze gegevens zeer sober geweest.

De Regeringspersdienst meldt

17 NOVEMBER 1938, Zaans Volksblad

Ten onrechte blijkt hier en daar in het buitenland de mening te hebben postgevat, dat Nederland zijn grenzen voor Joodse vluchtelingen zou hebben opengesteld. Vanzelfsprekend is dit niet het geval. Zoals reeds werd bekendgemaakt, zal slechts een zeer beperkt aantal vluchtelingen in Nederland kunnen worden toegelaten. Voor elke persoon en voor elk geval afzonderlijk is een speciale beslissing van den minister van Justitie nodig. Elke binnenkomst zonder voorafgegane vergunning moet dan ook worden geweigerd. Mogelijk mede als gevolg van de verspreiding van geruchten In het buitenland, als zouden Joodse vluchtelingen op grote schaal hier worden toegelaten, wordt thans zodanige druk op onze grens uitgeoefend, dat het nodig is gebleken de grensbewaking opnieuw te versterken. Afgekeurd moet worden het gedrag van Nederlanders, die per auto of trein Joodse kinderen naar Nederland pogen over te brengen. Een dergelijke ongeordende aanvoer van vluchtelingen kan uiteraard niet worden geduld. Alleen een geordende toevoer is toelaatbaar en dan nog in zeer beperkte mate.

Kinderen aan de grens teruggestuurd

17 NOVEMBER 1938, Zaans Volksblad

Ontstellende mededeling van organiserend comité
Amsterdam,
Het „Comité voor hulp aan buitenlandse kinderen” vermeldt met grote dankbaarheid, dat het ontelbare aanbiedingen krijgt zowel van particulieren, die kinderen bij zich willen huisvesten, als van organisaties, die tehuizen beschikbaar stellen voor opneming van grote groepen. Het behoeft geen betoog, dat het aantal kinderen, voor wie het verblijf in Duitsland onmogelijk is geworden, deze aanbiedingen nog overtreft. Tot nu toe kon van de regering, aldus het comité, slechts toestemming worden gekregen voor het binnenbrengen van een dertigtal kinderen. Het comité moet tot zijn ernstig leedwezen hieraan toevoegen, dat heden nagenoeg alle kinderen, die getracht hebben de grens te passeren, door de autoriteiten werden teruggezonden.

Joodse vluchtelingen 1938

18 NOVEMBER 1938
Veertien uitgewekenen toegelaten

Marechaussee, gemeentepolitie, douane en militaire politie met het consigne: „niemand toelaten zonder voldoende bestaansmiddelen”, bewaakten gisteren het den laatsten tijd stille grensstation van Winterswijk. De treinen uit Duitschland kwamen meestal leeg aan, tot een der avondtreinen eindelijk een veertiental Joodsche vluchtelingen bracht, die, na veel getelefoneer met Den Haag, tot hun groote opluchting voorloopig toegelaten werden. —
In afwachting van nadere orders uit Den Haag wordt de trein streng bewaakt.

19 november 1938

Een milde gift

23 NOVEMBER 1938.

Door de ‘N.V. Kon. Tricot fabriek alhier is f 1000, geschonken voor de ondersteuning van Joodsche vluchtelingen.
Ook heeft genoemde Tricotfabriek gratis onderkleeding toegezegd aan de vluchtelingen, die in Winterswijk zijn ondergebracht.
Van genoemde f 1000, komt de helft ter beschikking van het plaatselijk comité, terwijl de andere helft wordt gestort in het Prof. Cohen-fonds.

Twee vluchtelingen vinden elkaar terug in Winterswijk

25 NOVEMBER 1938, Zaans Volksblad

Ontroerend weerzien van man en vrouw
Reeds voor de moord op Vom Rath dreigde Jodenvervolging Winterswijk, — Donderdag.
Een Joodse vluchteling vertelde ons zijn lijdensgeschiedenis. Zijn verhaal werpt een schril licht op het vreselijke, dat zich in de twintigste eeuw in Groot-Duitsland afspeelt.
De man was van geboorte een Rus, maar uit Polen was hij jaren geleden naar Duitsland gekomen, waar hij vrijwillig dienst nam in het Duitse leger, toen de wereldoorlog uitbrak. Door deze daad in het belang van Duitsland had de man zijn nationaliteit verloren. Ook thans is hij daardoor nog vaderlandsloos.
Ten dele invalide en versierd met een erekruis kwam de man uit de grote oorlog. Hij vestigde zich te Duisburg, waar hij trouwde met een Duitse Jodin. Hij was daar een geacht burger, hoewel hij vooral in de laatste tijd in toenemende mate te lijden had gehad van de hetze tegen de Joden.
Enkele weken geleden, voor de moord op Vom Rath, raadde een vriend van den man, die lid van de Duitse Nazi-partij is, en op de hoogte was van wat er ging gebeuren, hem aan te vluchten, daar een felle Jodenvervolging op komst was.
Onze zegsman nam de raad ter harte en besloot tot de vlucht. Hij reisde vooruit om nog enkele dingen in orde te maken. Zijn vrouw, die ziek was bleef voorlopig achter. Tijdens de afwezigheid van haar echtgenoot geschiedde de moord op Vom Rath en brak de pogrom los in al zijn hevigheid.
De zieke vrouw moest aanzien, hoe in haar huis alles kort en klein werd geslagen. De meubels werden van de trappen en uit het raam gegooid, de schilderijen van de muur gescheurd en de lamp van de zolder geslagen. In een volslagen ruïne bleef de vrouw achter.
Even later kwam de „heren” weer terug en nu voerden zij de vrouw mee, hoewel zij niets had misdaan en zich zelfs niet had verzet (hoe zou zij ook gekund hebben) tegen de wandaden.
Met behulp van een arischen kennis gelukte het de vrouw echter vrij te komen. Ze nam de vlucht naar Holland. Waar haar man was wist zij niet.
Ze had al enkele dagen niets van hem gehoord. Zij vermoedde het ergste.
In Duisburg zelf werden alle mannelijke Joden door de …… weggevoerd.
Een zieke vrouw vlucht in de nacht langs de grote weg in kou en mist.
Af en toe raast een auto voorbij en kruipt zij angstig weg achter een boom aan de kant. Later acht zij het raadzaam de grote weg te verlaten.
Een “ariër”, dien zij ontmoette, had haar gezegd: “Jodin, als uw leven uw lief is, blijf van de grote weg, vlucht door het veld, naar ander land, daar is misschien redding te vinden. De man, die heel wat te verduren zou hebben gehad als zijn bruine ‘volksgenoten’ hem betrapt hadden, wees de vrouw een pad, dat leidde naar ons land. Wij zullen de zieke vrouw, die vol angst zat over het lot van haar man, niet verder volgen op haar smartelijke tocht.
Zij kwam onopgemerkt in Winterswijk en kreeg toestemming daar tot nader order te blijven.
Op het vluchtelingenbureau had een onverwachts weerzien plaats.
Plotesling kwam de vrouw weer voor haar man te staan, die een week lang door de bossen en moerassen had gezworven en…. uitgeput zich voortslepende langs de weg ongeveer nabij Winterswijk ons land was binnen gekomen.
Op het moment dat hij niet meer verder kon had hij aangeklopt aan een boerenwoning en dacht nog in Duitsland te zijn, maar de boerenvrouw die hem de deur opende sprak hem in het Nederlands aan.
Zij bood hem koffie en voedsel aan en stond hem gaarne even toe rust te nemen. Ook hij werd voorlopig in Winterswijk ondergebracht.
Door het wrede lot dat de Joden treft werden man en vrouw in Duitsland van elkaar gescheiden. In Nederland bracht het toeval hen weer bij elkaar.
Thans wachten beiden, met nog meer dan …. andere vluchtelingen in Winterswijk af wat met hen gebeuren zal.
Men moet met deze mensen gesproken hebben om de ontzettende angst te beseffen, die zij bij zich hebben weer naar Duitsland teruggestuurd te worden. Wat zal er nu met deze vluchtelingen gebeuren?
Terugzenden naar Duitsland, verzekerde mij enkele dagen geleden iemand, die het weten kan staat gelijk met hen in de dood zenden.

Joods vluchtelingen comite

25 NOVEMBER 1938
Vergadering Joodsche vluchtelingen-comité.

De vergadering, welke Donderdagavond in de „De Eendracht” door het voorloopig comité was belegd, werd geleid door Ds. A.Wartena. 
Als predikant van de grootste Gemeente was hem verzocht den avond te leiden en hij deed dit gaarne. Zijn beide collega’s, Ds. Roobol en Ds. Kloots, die er beide mee instemmen, konden ambtshalve niet aanwezig zijn. Het doel van deze vergadering was niet om te spreken van de vreeselijke dingen, waarmede het hart vervuld is, maar uit menschenlievende overweging is ze belegd. Het is de vraag die gesteld werd, hoe kunnen wij deze menschen helipen die door deze catastrofe getroffen zijn. En daarom wil spr.direct overgaan tot de bespreking van maatregelen die genomen zullen worden voor die menschen die komen, zullen komen of kunnen komen, De weg leidt nog eenigszins in het duister en daarom stelde spr. niet voor de vraag, wat er in het Vaderland gedaan wordt.
Van verschillende kanten is er reeds georganiseerd om gelden bijeen te brengen voor die menschen, die hier reeds zijn of voor die nóg in grootere getale zullen kómen.
Zij zullen doortrekken om zich te vestigen in streken waar ze weer rust vinden Spr. kan zich heelemaal aansluiten bij de actie die georganiseerd is door de Jeugdvereenigingen om op 3 Dec. een groote collecte te houden in het geheele land. Nu wordt aan het plaatselijk comité voorgelegd de organisatie, hoe gedaan moet worden.
Het Bestuur moet nu weer een comité vormen, die samen alles regelen. Spr.acht het zeer noodzakelijk, dat deze collecte gehouden wordt en doet daarvoor een beroep op de Jeugdorganisaties die aanwezig zijn. 

Ds. C . C. de Maar deelde, hierna mede, dat namens het Instituut van Jeugdleiders, die het initiatief hebben genomen met de Prot., Chr., R.K. en Joodsche commissie, met aanbeveling van de Regeering een beroep op allen wordt gedaan.
De heer Wierenga stelde voor op deze vergadering een comité te vormen dat aan de Jeugdvereenigingen verzocht het werk ter hand te nemen en daarbij een hoofdcomite te vormen voor de controle dat boven de Jeugdcommissies staat.
Het comité van aanbeveling werd hierna samengesteld, waarvoor als eere-voorz. werd benoemd de heer Burg. J. Kneppelhout, verder Kapelaan Van Beek, Ds. A. G. Kloots, Ds. C. C. de Maar, Ds. J. W. Roobol, Pastoor A. M. J. Vink, Ds. Wartena en Ds. P. C. Zwaal.

De Commissie van Actie en Controle, dat zich verder met de Jeugdvereenigingen in verbinding stelt, werd samengesteld uit de heeren Stegeman, Ritsema, Nuys, Wiltey, Rietberg, Bekker en Kluppels. Deze commissie zal een vergadering op Maandag a.s. uitschrijven met de vertegenwoordigers uit de buurtvereenigingen. Hiervoor werden als vertegenwoordigers genoemd de heeren Nijveld voor Meddo, J. Tenkink voor Woold, Joh. Venink voor Kotten, W. A. Hofs voor Ratum, G. Kruiselbrink voor Corle, H. C. J. Rooscn voor Miste, H. J. ten Hagen” voor Huppel, P. W.Schotz voor Henxel en Z. G. v. Eerden voor Brinkheurne. 

Vervolgens werd uitvoerig besproken de huisvesting van de vluchtelingen om de stroom van menschen in verschilende localiteiten onderdak te verschaffen en waarvoor verzorging moet zijn. Op deze vergadering werd daarvoor, behoudens toestemming, voor aangewezen het oude Gasthuis en Postkantoor, hetwelk zoo noodig nog aangevuld kan worden met de Hermans Hoeve, waarvoor het comité zich dan ook in verbinding moet stellen met het Roode Kruis ter beoordeeling van de hygiëne, enz.
Dit comité van huisvesting werd gevormd door de dames: Kneppelhout, Ter Haar, Phiel, Commandeur, Brittijn, Menco, Nortmeier en de heeren Brittijn, Ph. Grimmelt en de dir. van sociale zaken, die ambtshalve hieraan zal worden toegevoegd.
Het comité zal zich nu verder met het Nat. Com. in verbinding stellen.

Dr. Bos stelt zich niet meer herkiesbaar.

30 DECEMBER 1938, Graafschapbode

Dr. W. P. C. Bos, lid der Provinciale Staten voor de N.S.B. en gemeenteraadslid van Winterswijk, stelt zich wegens drukke werkzaamheden voor de a.s. verkiezingen niet meer beschikbaar.

Joodse vluchtelingen

11 MAART 1939
Vrijdagmiddag (10-03-1938) arriveerde te Winterswijk met den Duitschen trein van 16.57 een 40-tal Joodsche vluchtelingen, meest jongemannen. Ze waren Donderdagavond uit een concentratiekamp bij Berlijn vrijgelaten en waren nu op doorreis naar Engeland.
Na visitatie begaven zü zich naar de wachtkamer, waar het Joodsche Vluchtelingencomité hun brood met koffie aanbood.
Met den trein van 17.59 vertrok het gezelschap naar Hoek van Holland.

Anti-semiet veroordeeld

VRIJDAG 24 MAART 1939, Nieuwsblad van Friesland

WEGENS HET INGOOIEN VAN RUITEN BIJ JODEN

Een 18-jarige jongeman uit Winterswijk is door de  Zutfensche rechtbank tot drie weken gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij bij een Joodsch ingezetene een ruit had ingegooid.
De jongeman, die klompenmaker is van beroep, beriep zich er op, dat hij N.S.B.-er is en daarom anti-semiet, zoodat hij zich gerechtigd achtte, bij Joden de ruiten in te gooien. Hiervoor had hij eerst het huis van den rabbijn uitgezocht en daarna het huis van een anderen Israeliet.
De leiding van de N.S.B. heeft verklaard, dat het bedoelde jongmensch, terstond als lid der N.S.B.is geroyeerd, aangezien de N.S.B.daden als deze ten zeerste veroordeeld.

Ruit ingooier geroyeerd als lid der N.S.B.

VRIJDAG 31 MAART 1939, Volk en Vaderland

Naar aanleiding van een in de pers verschenen bericht omtrent een jongen klompenmaker uit Winterswijk, die wegens het ingooien van een ruit bij een Joods ingezetene aldaar op 22 Maart j.l. terechtstond voor den politierechter te Zutphen en die ter terechtzitting verklaarde N.S.B.-er te zijn, deelt het Hoofdkwartier der N.S.B.mede, dat bij een onmiddelijk ingesteld onderzoek is gebleken, dat het geval betreft een jongen man van achttien jaar, werkzaam op Duitsch gebied, die eerst zeer kort geleden, namelijk op 2 februari j.l. tot de N.S.B. is toegetreden.
Aangezien de N.S.B.daden als deze ten sterkste veroordeelt, is het in het bericht bedoelde jongmensch terstond als lid der N.S.B. geroyeerd.

E.Reeser

VRIJDAG, 31 MAART 1939. Winterswijkse Courant

SPREKERS VLEKKE EN REESER

De N.S.B.heeft Woensdagavond een druk bezochte openbare vergadering gehouden in societeit “De Eendracht”, waar als sprekers optraden de heeren Vlekke uit Overveen en E.Reesr, alhier.

De heer Reeser aan het woord.
Spr. begon met te wijzen op de vele “papegaaien”, die er in Nederland wonen. Van alle kanten worden de mensen gewaarschuwd; pas op voor de N.S.B.! De menschen weten niet wat ze zeggen, ze praten eenvoudig na; omtrent de beginselen der N.S.B. heerscht bij velen groote onbekendheid.
Spr. critiseert het pamflet van de E.D.D. en het krantje “De Blaasbalg”. Hij vestigde er den nadruk op, dat er in Duitschland geen enkele dominee in ’n concentratiekamp of gevangenis zit om zijn geloof. Men mag in Duitschland prediken wat men wel maar men mag niet afkondigen wat men wil. Ds. Niemoller heeft zich verzet tegen de orde en wetten der Evangelische kerk. Hij moest zwijgen op last van het bestuur van dit kerkgenootschap, dat tenslotte de hulp der politie inriep, omdat hij dingen afkondigde tegen het bestuur en beheer der kerk.
Rijkskanselier Hitler heeft zich met den kerkstrijd in Duitschland nooit ingelaten; hij heeft telkens gezegd: ik bemoei me er niet mee.
Voorts vestigt spr. er de aandacht op, dat de N.S.B. met Duitschalnd niets te maken heeft; er is tusschen Hitler en ons, aldus spr., gelukkig geen enkele verbinding.
Bewijzen dat de N.S.B. los van Duitschland staat, zijn o.m.
1e: De Jodenkwestie in verband met Duitschland. De leider Mussert heeft in ons nummer “Volk en Vaderland” d,d, November jl. zwart op wit verklaard, dat hij het optreden van verschillende Duitschers tegen de Joden scherp afkeurt.
2e: De Duitsche minister Rosenberg hield de vorige maand een rede, waarin hij o.a. wenschte, dat men buiten Dtsl. volkomen afzag van den naam nationaal socialisme, hij acht dezen naam een Duitsch monopolie. Hierover schreef de leider Mussert o.a., dat hij bij de oprichting der N.S.B., doelbewust de naam nationaal socialisme gekozen had en hierover waarlijk geen raad gevraagd heeft aan Duitsland. 

Hooger beroep aangeteekend

05 APRIL 1939, Graafschapbode

J. P. Klompenmaker alhier, die op 22 Maart j.l. door den Zutfenschen Politierechter tot drie weken gevangenisstraf werd veroordeeld, omdat hij bij enkele joden ter plaatse de ruiten had vernield als uiting van zijn politieke overtuiging (lid van de N.S.B), heeft van dit vonnis hooger beroep aangeteekend.

N.S.B. deelnemen Raadsverkiezing

07 MEI 1939

Naar wij uit goede bron vernemen, zal de N.S.B.alhier aan de Raadsverkiezingen deelnemen. Morgen wordt een beslissing over de candidatenlijst genomen.

INGEZETENEN

VRIJDAG, 9 JUNI 1939

Wij, een groote groep Kiezers, geen lid der N.S.B. stemden bij de laatste Gemeenteraadsverkiezingen op Dr.Bos, omdat wij in hem iemand zagen, die de politiek buiten den Raad hield en de Gemeentezaken beheerschte; wij zijn in hem niet teleurgesteld.
Zijn opvolger, de heer Slotboom heeft echter getoond politiek in den Raad te brengen en de Gemeentezaken niet te kunnen overzien.
Wij zullen daarom onze stem niet uitbrengen op den heer Slotboom en adviseeren onze geestverwanten hetzelfde.

VELE KIEZERS
w.o.veel oud-leden van “Gemeentebelangen”

LIJST 4

MAANDAG, 12 JUNI 1939, Winterswijkse Courant

GROEP WINTERSWIJK N.S.B.

DRINGEND wordt aan de leden en geestverwanten verzocht te

STEMMEN op een der candidaten van

LIJST 4
1. Slotboom W, Dorp
2. B……..,G.J.-Corle
3. TE W……, G.J.-Ratum
4. H……, D.J.-Meddo
5. B…,N.E.-Dorp
6. R…..,W.-Woold
7. D….,G.H.-Henxel

Naar aanleiding van de in Uw blad van Vrijdag 9 dezer geplaatste advertentie, onderteekend door “VELE KIEZERS. w.o. veel oud-leden van Gemeenteblangen” merken wij het volgende op.
Ons inziens wordt door deze advertentie weer eens gespeculeerd op de goedgeloovigheid der lezers en lezeressen.
De “VELE KIEZERS” zullen hun stem niet uitbrengen op den heer Slotoom en adviseeren hun geestverwanten het zelfde te doen.
Wie zijn nu die “VELE KIEZERS” en welke bedoeling hebben ze?
Een antwoord daarop kunnen wij nog niet geven, ofschoon wij wel vermoeden uit welke hoek de wind waait.
Maar voor ons staat vast, dat het in elk geval een of meer personen zijn, die probeeren den heer Slotboom of de N.S.B.een hak te zetten.
Heimelijk hopen en verwachten de “VELE KIEZERS”, dat de geestverwanten ( worden hieronder verstaan de met de N.S.B.sympathiseerenden?), nu wel zullen stemmen of blanco, of op een candidaat van een andere lijst. Wijselijk geven zij, de “VELE KIEZERS” hieromtrent geen advies, want dan zou de misleiding wel eens in de gaten kunnen loopen.
Of Dr.Bos het met deze “adviesgevers” eens is, mogen wij intusschen betwijfelen, gezien het feit, dat hij de betreffende candidatenlijst, zonder van eenig bezwaar te doen blijken, heeft onderteekend en door het zetten van zijn handteekening accoord is gegaan met de volgorde, waarin de candidaten daarop zijn geplaatst.
Ook heeft Dr.Bos aanvankelijk te kennen gegeven, dat het beter was om bij de a.s. Gemeenteraadsvekiezing de N.S.B. Met een eigen candidatenlijst te doen uitkomen.
In dit verband deelen wij ook mede, dat Dr.Bos niet is gepasseerd, maar dat hij voor een hem aangeboden candidatuur bij herhaling heeft bedankt, als reden opgevende, bij zijn drukke practijk niet langer raadslid te kunnen zijn.
En als er gezegd wordt, dat de heer Slotoom politiek in den Raad heeft gebracht, dan zou men bij het lezen hiervan haast gaan denken,
dat de andere raadsleden zich daarvan angstvallig hebben onthouden, en hij als eerste daarmee is begonnen.
Maar zoo is het niet, dat weten de “VELE KIEZERS” ook wel!
Dit praatje over het bedrijven van politiek door den heer Slotboom, is niet anders dan een dooddoener.
Wanneer onze tegenstanders niet anders weten te vertellen dan dit en, dat Slotboom de gemeentezaken niet kan overzien,
wat slechts een losse bewering is, die door geen enkel bewijs wordt gestaafd, dan gaat het nogal.
Van andere raadsleden zijn wel eens veel meer tekortkomingen opgesomd.
Neen, wanneer iemand zijn toevlucht gaat nemen tot anonieme schrijverij, om anderen te bestrijden, dan getuigt dit niet van ridderlijkheid, maar veeleer van lafheid. 
Of zou dit “in de politiek” zoo hooren?
Wij willen ons verweer besluiten met ook een advies te geven aan de “VELE KIEZERS”, natuurlijk niet om nu toch maar op den heer Slotboom te stemmen, maar wel om voortaan niet meer in de pen te klimmen, als
Gij uw stukken en brieven, om welke redenen ook, niet durft te onderteekenen.

Namens den groepsraad der N.S.B.
H.te W.

Centraal blad voor Israëlieten in Nederland

Centraal blad voor Israëlieten in Nederland, 13 juli 1939

Winterswijksche feesten afgelast.

30 AUGUSTUS 1939

De internationale toestand heeft ook zijn schaduw over Winterswijk geworpen. Het Wïnterswijksche Volksfeest, dat op 30 en 31 Augustus zou worden gehouden en waarvoor de plannen gereed lagen, is afgelast.De vermakelijkheden op het terrein blijven ook gesloten, zeer tot schade van de ondernemers, die reeds hun tenten hadden opgeslagen.Ook de opening van het Wintersvvijksche Vliegveld in Ratum, dat op 10 September plaats zou hebben, gaat niet door.
De burgemeester van Winterswijk heeft trouwens alle feestelijkheden afgelast.

Straatverlichting

WOENSDAG, 6 SEPTEMBER 1939

AFBAKENEN DER GRENS VOOR VREEMDE VLIEGTUIGEN?

Van overheidswege is den gemeentebesturen in de grensplaatsen verzocht, de straatverlichting ’s avonds door te laten branden.
Naar men weet, is het in Duitsland ’s avonds volkomen duister; geen enkel licht straalt door.
Bestuurders van vliegtuigen kan door dezen maatregel de grens worden aangeduid. 

Dekens voor Soldaten

VRIJDAG, 29 SEPTEMBER 1939

DEKENS VOOR DE SOLDATEN OPGEKOCHT

Verschillende winkeliers hier ter plaatse, die dekens verkoopen, kregen de laatste dagen bezoek van een officier en eenige soldaten, die wollen dekens vorderden. Vrijwel alle winkelvoorraden zijn door de militaire overheid overgenomen.

Kringhuis N.S.B.

VRIJDAG, 3 NOVEMBER 1939

Naar wij vernemen zal het Kringhuis van de Nat.Soc.Bew., thans gevestigd in de Spoorstraat, verplaatst worden.
Door de kring is thans gehuurd het pand Meddoschestraat 37 (voorheen dames Uwland).
Aan dit huis, gebouwd in 1711, is nog een historisch feit verbonden, t.w.: op zijn doorreis naar Holland heeft indertijd Louis Napoleon in dit huis overnacht.