G.F.Prinsen
Gerhard Fredrik
Geb:19-02-1875 Aalten
Ovl.: 07-06-1954 Rheden
Begr.10-06-1954 Winterswijk
Echtgenote: 16-01-1903 Winterswijk Bildiena Julius, geb:06-12-1880 Bellingwolde. ovl. 09-04-1931 – Winterswijk

Misterstraat  98  Later 160

1902-1932 : G.F.. Prinsen  Bier- en koffiehuis
1933-1936: D.Heyink
1936-1972: J,W,Wiggers
1972-1977: Leegstand
1978-         : H.Meenink  (29-06-1978)

Geschreven door: Marco Wiggers:

Mijn opa J.W. Wiggers is in september 1936 in de Prinsenhof begonnen. Hij was toen 33 jaar. Mijn vader is in december van dat jaar geboren terwijl er een feest in het zaaltje achter was. In die tijd kwamen er veel verenigingen (schieten, biljaren etc.). De voetbalclub had geen eigen clubhuis en kwam er samen. Op marktdagen veel koffiedrinkers (toen ook al veel duitsers). In die tijd werd er ook veel pakken koffie verkocht aan duitsers voor thuis. Doordat mijn opa als een van de eersten in Winterswijk een tv had (voor in de zaak) leverde dat toen veel extra klandizie op. Rechts zat een kleine bijbehorende drankwinkel (waar Meenink later de ‘patat-afhaal’ had). Mijn vader was als kind al vroeg biljartkampioen, geen wonder als je bijna op het biljart geboren bent. Mijn opa is jaren met mijn vader met de trein naar Arnhem gegaan waar mijn vader biljartles kreeg. Op de foto’s uit die tijd staat mijn vader als kind tussen de volwassen mannen waarvan hij al won (drie banden), er was toen geen junioren deel. In de oorlog zijn ze tijdelijk bij familie gaan wonen ivm mogelijke bombardementen op het station of spoor, het Prinsenhof lag immers vlak naast de overgang en het station. Mijn opa is in 1972 gestopt (hij was toen 70 jaar) na het overlijden van mijn oma in 1969 en opa ging daarna in de Plesmanstraat wonen. Mijn vader en zijn twee zusters woonden vanaf de jaren zestig in Zutphen en in Waalwijk en hadden geen trek in opvolging ivm het erg drukke bestaan met de zaak. Mijn opa en oma gingen 1 keer per jaar met het busreisje met de plaatselijke horeca mee en dat was ook hun enige mini-vakantie! Op maandag gesloten maar dan administratie, inkoop etc. Mijn grootouders hadden geen rijbewijs of bedrijfsauto, alle inkoop werd aan de zaak geleverd. Pinnen bestond tot 1972 nog niet, alles ging contant. Bij een controle door de belastingdienst werden toen de aangebroken flessen nagemeten of dit klopte met de ‘voorraad’. Mijn grootouders hebben er een erg druk bestaan mee gehad. Mijn opa hoopte tot het laatst dat mijn vader het wilde voortzetten. Mijn vader was in 1972 al 16 jaar ambtenaar bij de PTT en had het daar enorm naar zijn zin. De naamgever van de Prinsenhof heette zelf Prinsen en de naam Prinsenhof is van 1902 t/m 1972 gebruikt. De broer van mijn opa had in die tijd een groentewinkel in Winterswijk onder de naam Wiggers.