Volgens tekening: Wanneer men het gebouwtje door de vrij grote toegangsdeur betrad, kreeg men links de wachtkamer en rechts de badkamer, Dan volgde links de trap naar boven en aan de rechterzijde de W.C.’s. Direct hierachter -bevond zich links de mannenzaal en rechts de vrouwenzaal. Op elke zaal wasplaats voor 5 bedden. Aan het eind van deze beide zalen was nog een klein vertrek van 1.75 bij plm, 3.10 meter aangebouwd, en de tekenaar zette als bestemming voor dit vertrek op de tekening „voor lijken”.
Na komst ziekenhuis Gasthuisstraat, deed dit gebouwtje nog enkele jaren dienst als barak voor besmettelijke ziekten.
In 1872 wordt de “Wet op voorziening tegen besmettelijke ziekten” aangenomen, die elke gemeente verplicht een doelmatige ruimte in te richten voor de verpleging van besmettelijke zieken. In Winterswijk verrijst aan de waliensestraat een klein ziekenhuisje.
Eerste steenlegging: 23-06-1978: Mevr. J.A.van Dieren- den Otter, Aalten: Bestuurslid
Verpleeghuis 210 bedden
Prinses Margriet Foto: Wim Ruesink
Een handtekeningactie, midden jaren 70, in Winterswijk lag ten grondslag aan de bouw van verpleeghuis Pronsweide te Winterswijk. De goedkeuring van de overheid kwam in november 1976 .De bouwwerkzaamheden begonnen in januari 1978 De eerste steen legging kwam wat later, 23 juni 1978. Op 18 februari 1980 kwamen de eerste bewoners naar Pronsweide, dit terwijl de bouwwerkzaamheden nog plaatsvonden. De officiële opening was op woensdag 15 oktober 1980 door Hare koninklijke Hoogheid Prinses Margriet (37 jr.) Middels een druk op de knop onthulde ze een gedenksteen. Deze bevindt zich nog steeds (2020) op dezelfde plek, schuin achter de receptie. Tekst: Ingrid Houben, werkzaam Pronsweide.
In 1926 is de grond Pronsweide (1.98.10 H.A.) aan massa, eigendom van de fam.J.F.Roelvink verkocht aan H.J.Heesen, timmerman voor f 12.333.50, wie hierbij vlgs.recht niet bekend maakte in opdracht van wie.
In eerste instantie kocht de gemeente de grond Pronsweide aan voor het vestigen van drie scholen.
Aantekeningen
Hoofd civiele dienst: Th.A.M.Terra Dir. P.J.Brittijn
Anno 1435: ‘doe starff Niclaus van Remen, mijns vaeders broder, an pestilents’
Anno 1475: ‘op midewinters avent starff mijnen selige suster Lijse van Remen anden water’
1566: Heerste er “ein gemein krenckte under die luiden” Chirurgijn Bernt Kramp: “In Ratum soms op één dag door “ein gemein sieckte” wel twee of drie mensen stierven.
‘Roode Loop’in Winterswijk
1780-1820 ‘Roode Loop’ Honderden Winterswijkse slachtoffers. In 1783 deelden de chirurgijns mede dat alleen al in de maanden October en November 169 gevallen geconstateerd waren en de ziekte zich nog steeds verder uitbreidde. Timmerman Wander Kossink, die de doodskisten maakte klaagde dat hij het werk echter alleen niet meer aan kon. De overheid gelastte echter dat de lijken zoo spoedig mogelijk begraven moesten worden. In 1794 nam het gelukkig iets af, maar in 1803 tot 1811 stak de ziekte de kop weer op. In korten tijd waren zooveel personen door den dood wegggemaaid, dat men zelfs premie’s beschikbaar stelden aan degenen die voor het ter aarde bestellen wilden zorgdragen. Enkele Winterswijkers bleken bereid om ’s nachts in het donker de ongekiste lijken op een kruiwagen naar het kerkhof rondom de Jacobskerk te brengen. Vanaf 1820 werd het weer rustiger……………
Geen Volksfeest
In 1886 dreigde de gevreesde cholera aziatica naar deze streken af te zakken en de overheid oordeelde het daarom raadzaam in dat jaar geen kermis te houden, niet zozeer omwille van de Winterswijkers zelf, die naar de kermis gingen, als wel om de gevreesde potsenmakers, orgeldraaiers, die naar Winterswijk konden komen en de ziekte van elders konden overbrengen. Allerwege en ook in Winterswijk werden uit voorzorg reeds barakken ingericht. In Winterswijk was dat het reeds lang verdwenen Melatenhuis, dat stond aan de huidige Ravenhorsterweg. Ook in 1867 ging de kermis niet door en in 1871 stak de pokkenziekte een spaak in het kermiswiel.
30 oktober 1906, Limb.Koerier Bron: Delpher.nl 28 april 1914, Vaderland Bron: Delpher.nl 31 oktober 1914 Bron: Delpher.nl
De Nieuw-Malthusiaanse Bond (NMB) was een Nederlandse vereniging die op 2 november 1881 werd opgericht. De bond streefde ernaar om de negatieve gevolgen die in haar ogen overbevolking met zich meebracht, ongedaan te maken door geboortebeperking. In tegenstelling tot Malthus zelf, bepleitte ze de wenselijkheid van de toepassing van anticonceptiemiddelen (neomalthusianisme) onder het motto Non quantitas sed qualitas (niet de hoeveelheid maar de kwaliteit).
De Nieuw-Malthusiaanse Bond pleitte voor rasverbetering van de menselijke soort (eugenetica) en verstrekte voorbehoedsmiddelen om de door hen gepercipieerde overbevolking van Nederland tegen te gaan. Jan Rutgers (1850 – 1924) was tot 1919 voorzitter van de Bond. Hij was huisarts en pleitte voor een baringsverbod voor de verpauperde bevolking Bron:Wikipedia