oudwwijk
Digitaal erfgoed

Gezondheidszorg in de krant

Bron:Delpher

10 maart 1925

Laat Uw zieken in Winterswijk. Waarvoor naar elders sturen?

Op een woensdagmiddag stapte ik vol hoop naar het ziekenhuis in de Gasthuisstraat; ik verlangde er vurig naar verlost te worden van een kwaal, die, hoewel geen oogenblikkelijk gevaar opleverde, op den duur toch gevaarlijk kan worden en mijn veel ongemak, ja, kwelling veroorzaakte bij bukken, staan en loopen, soms zelfs bij zitten.
Vroeger had ik al het een en ander vernomen aangaande den chirurg hier ter plaatse, hetgeen mij wel vertrouwen inboezemde, waarin ik nog versterkt werd, toen ik kennis maakte met diens kalme, rustige, zelfverzekerde persoonlijkheid.
Den volgenden dag verrichte Dr.Enklaar, bijgestaan door mijn huisdokter, de operatie, waarover ik, als leek, niet oordeelen kan; alleen kan ik zeggen, dat die goed slaagde en dat het daaropvolgende genezingsproces zijn normaal verloop had.
Dit was evenzoo het geval met nog vier andere patienten, die gelijktijdig met mij voor dezelfde kwaal in het ziekenhuis lagen.
Slechts noode ga ik er toe over een particuliere aangelegenheid aan de groote klok te hangen; maar hier is zwijgen laakbaar, spreken plicht, daar het een algemeen belang geldt.
Wat toch is het geval?
Op een keer kwam mijn vrouw mij vertellen, dat iemand gezegd had:
‘Ik begrijp niet, dat mijnheer S. hier blijft en niet naar elders gaat.’
Welnu, ik begrijp niet, waarom ik elder zal halen, wat ik evengoed hier kan krijgen.
Laat men zich toch eens goed er in denken, van hoeveel belang het is, dat men hier terecht kan.
De zieke behoeft geen lange, schokkende autoreis te maken, wat vooral bij ernstige spoedeischende gevallen van het grootste gewicht is, om van de extra omkosten nog maar te zwijgen.
Dadelijk na afloop van de operatie kunnen de naaste familieleden gaan informeeren en verder zich alle dagen op de hoogte stellen.
Bij ervaring weet ik, dat juist, als de patient ver weg is, de familie zich veel meer ongerust maakt.
Als de zieke ver van huis ligt en vanwege de kosten en het tijdverlies door de reis maar enkele keeren bezoek kan krijgen, voelt hij zich zoo zielig alleen, terwijl hij (of zij) juist zoo’n behoefte heeft aan een vriendelijk belangstellend gezicht.
Waarvoor elders?
Is het dan beter in een groot ziekenhuis in een groote stad. met voortdurend geraas, bij dag en bij nacht, van spoortreinen, auto’s, getinkel van electrische schellen, geloop in de gangen?
Hoe weldadig doet dan de stilte van den nacht aan, als men hier in het ziekenhuis wakker ligt.
Waarvoor elders?
Geestelijken van elke richting hebben te alle tijde toegang tot het ziekenhuis, terwijl aan Israelieten van huis uit ritueel bereide spijzen kunnen bezorgd worden.
Waarvoor elders?
Om lekker te eten?
Daarvoor kan men wel hier blijven. Als men per etmaal 24 uur plat moet liggen, heeft men niet veel eetlust; maar juffrouw Pasman had altijd zoo lekker gekookt, dat ik er niet toe komen kon ‘s middags een stukje over te laten.
Waarvoor elders?
Ouders, die hun kinderen hier heen sturen, hebben hun lievelingen dicht bij huis.
Met eigen oogen heb ik gezien en met eigen ooren gehoord, dat de Zusters gek zijn met kinderen en omgekeerd de kinderen met de zusters.
Wat kan men meer wenschen?
Nogmaals, waarvoor elders?
De zusters staan altijd klaar , van den vroegen morgen tot den laten avond, als het moet ook ‘s nachts en steeds met een vriendelijk opgeruimd gelaat; nooit is haar iets teveel.
In één woord, haar liefde en toewijding, haar hoog plichtsbesef dwingen iedereen eerbied af.
Menschelijke barmhartigheid, geïnspireerd door Hooger Geest, bouwde dit liefdeshuis.
Laat kleinzielige, enghartige benepenheid het niet afbreken.

W.H.Hoff.
10 maart 1925

14 april 1920

De Spaansche griep, die alhier velen ziek maakt, heeft heden Dinsdag twee slachtoffers geeischt nl. het echtpaar ten H. in de Meddoschestraat.
Man en vrouw zijn beide overleden. (ten Hulzen?)

28 augustus 1928

Geachte Redacteur

Vergun mij s.v.p. een klein plaatsje in Uw blad. Bij voorbaat dank.
Herhaalde malen is mij gevraagd, of ik van mijn ziekte, n.l. Nier- en Blaasziekte, door den “Wonderdokter” uit Suderwick bij Dinxperlo genezen ben.
Schijnbaar zijn daaromtrent geheele verkeerde conclusies uit getrokken.
Wel heb ik lang met den Duitschen homoepaath gedokterd.
En schijnbaar had ik ook eerst succes, doch van genezen is nooit sprake geweest.
Ja, de behandeling heeft zelfs niet ’t minste resultaat gehad.
Ook heeft het dat enorm veel geld gekost, meer dan ooit een andere dokter gekost heeft.
Veel patiënten heeft hij reeds onder zijn behandeling gehad, en nog steeds heeft hij het druk.
Doch alleen te dikke beurzen kan die ‘wonderdokter’ goed genezen, doch van een ziek lichaam, dat hij weer beter gemaakt heeft, heb ik tot op heden toe nog nooit gehoord.
Velen heb ik reeds gesproken, die zich ook behoorlijk hebben laten plukken, door hem, doch van genezing was bij hen geen sprake, net zoo min als bij mij.
Dit schrijven dient nu niet voor stroopkwast bij de H.H.Doctoren hier in Winterswijk, want het kan mij absoluut niet schelen, hoe die over mij denken, maar ik bedoel hiermede, slechts een waarschuwing aan andere patiënten.
Dat zij niet hun tijd verknoeien met naar dergelijke menschen, die zich ‘wonderdokter’ noemen, of althans genoemd worden, te luisteren, tot soms hun ziekte of kwaal ongeneesbaar wordt.
Kunnen onze geneesheeren ons niet meer helpen, nu dan gaan wij dood.
Maar dan kunnen ons die ‘wonderdokters’ ons ook niet meer helpen.
Alleen daar is dan zoo’n grappenmaker goed voor, om de menschen er nog straatarm bij te maken.
Dus dit schrijven is alleen bedoeld, als waarschuwing aan die patiënten, die nog hun huisdokter zouden willen verwisselen, voor zoo’n ‘wonderdokter’, als er een in Suderwick bij Dinxperlo, Dinsdags en Woensdag’s zitting heeft.
Die daar alleen zitting heeft, om een vracht Hollandsch geld, van zeer vele “dumme Holländer”
(zooals ik er ook een was), mee naar Duitschland te nemen.

28 augustus 1928,
G.J.Wormgoor
Misterstraat 54.